Het storten van een betonplaat
Het storten van een betonlaag kan je zelf, als je alle voorzorgsmaatregelen treft die nodig zijn. Volg zorgvuldig de instructies zodat er niets kan mislopen.
Het graafwerk
Een betonplaat mag niet rechtstreeks op de grond worden aangebracht, want dit zorgt voor een onvoldoende stabiele basis. De grond moet worden uitgegraven, waarna een aangeaarde laag of rollaag wordt gelegd, waarop het beton wordt gestort. Bepaal het referentieniveau van de afgewerkte vloer en baseer u daarbij op het niveau van de drempel van de toegangsdeur of op die van een aangrenzende kamer.
De leidingen
Profiteer van de plaatsing van een betonplaat om de verschillende leidingen aan te brengen. De aansluiting en de afvoer van het water, maar ook de elektriciteitsvoorziening en de buizen voor de centrale verwarming. Teken met krijt een voorlopige grensstreep op de muur op 1 m van het gewenste niveau van de afgewerkte vloer. Maak een lengtemaat met een houten lat, waarop u de niveaus overbrengt (van onderen naar boven):
- Rollaag: 15 cm
- Betonplaat: 10 cm
- Slijtlaag: 2 cm
- Referentieniveau: 100 cm
Begin met een houweel de grond uit te graven en controleer de diepte met de vooraf gemaakte lengtemaat. Geef met een smetlijn nauwkeurig de referentielijn aan op 1 m van de afgewerkte vloer en geef de precieze plaats van de lijn aan met een peilglas. Graaf volledig uit met houweel en schop. Over het algemeen is 25 cm voldoende, maar aarzel niet om dieper te graven als de grond onstabiel en brokkelig is (dan moet u de lengtemaat aanpassen).
De rollaag aanbrengen
Maak de grond compacter met een heiblok als de grond nog los is. Leg de rollaag aan, bestaande uit fijngestampte kiezelstenen en grof grind. Spreid uit met een hark en controleer de hoogte met de lengtemaat. Plaats betonijzers als de betonplaat omvangrijk is.
Storten van de betonplaat
Maak het beton aan in de betonmolen of bestel klaargemaakt beton. Breng wat beton op de grond en plaats er een blokje boven, waarop u de latten zult plaatsen om de vloer gelijk te zetten. Plaats de latten om de vloer gelijk te zetten en controleer hun horizontale stand met een luchtbelwaterpas. Stort het beton op de grond en verspreid het met een schop, daarna met een tuinhark. Vul de ruimte tussen de latten op en stamp het beton met een heiblok aan, zodat het goed vastzit. Strijk het beton uit en trek het daarbij met een grote liniaal goed recht, steunend op de latten. Trek de latten weg als het beton hard begint te worden en vul dan de gemaakte sleuven op met beton. Maak het oppervlak van het beton ruw met een bezem van kokosvezels of met een harde borstel, om het vasthechten van de slijtlaag te vergemakkelijken. De slijtlaag is een laag fijne mortel, waarmee een betonplaat wordt bij bijgesteld en is dus nuttig bij het plaatsen van een vloerbekleding. Een slijtlaag van cement wordt op dezelfde manier gemaakt als een betonplaat, met het kleine verschil dat het hier alleen gaat om een laag van 2 cm mortel op een vooraf gerealiseerd stabiel en hard oppervlak.
Aanbrengen van de slijtlaag
Plaats latten van 2 cm dikte op de betonplaat. Maak een tamelijk droge mortel klaar (50L zand voor 50 kg cement). Strijk de mortel uit en richt u daarbij naar de maatlijnen, aangezien de slijtlaag het niveau moet bereiken dat door de lengtemaat op de muur werd aangegeven. Trek de latten weg als de mortel hard begint te worden en dicht met een truweel de gemaakte sleuven. Maak de slijtlaag glad met een plakspaan en een polijsttruweel. Laat gedurende 8 uur drogen en verlucht daarbij het lokaal. Besproei de slijtlaag lichtjes bij heel warm weer, om het vormen van barsten te vermijden.