Schilderen van verf, lak of beits op nieuw of behandeld hout

Warning: Undefined array key 9 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 360
Warning: Undefined array key 10 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 360
Warning: Undefined array key 11 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 360
Warning: Undefined array key 12 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 360
Functie van verf, beits, lak bij het schilderen
In het algemeen kun je stellen dat verf de volgende functies heeft:- Bescherming en verduurzamen.
- Verfraaien of esthetische functie.
Algemeen bij het schilderen
Je keuze voor een bepaald type verf wordt -los van de verfraaiende en beschermende functie- mede bepaald door:- De ondergrond: de samenstelling en structuur van het materiaal dat je wilt gaan schilderen.
- Het verfsysteem: moet het verfsysteem afsluiten (hoogglanslak) of juist kunnen ademen (een beits).
- De duurzaamheid van het verfsysteem: gaat het om binnen- of buitengebruik, of is de slijtvastheid van belang (poly-urethaan of twee-componenten verf).
- Transparante beits: als de houtnerf geaccentueerd moet worden en zichtbaar moet blijven.
- Dekkende verf: een dekkend, gekleurd verfsysteem (verf of dekkende beits).
- Esthetische eisen: moet de verf of kleurstelling voldoen aan bepaalde eisen (welstandscommissie, buren, contrast e.d.).
- Glansgraad van de verf: ga je voor matte, zijdeglans, halfglans of hoogglansverf.
- Type verf: kies je voor een watergedragen verf of beits, of voor een terpentine verdunbare verf of beits.
Zachte houtsoorten
De zachte houtsoorten vinden hun bron in snelgroeiende bomen en zijn minder duurzaam; de jaarringen liggen veelal verder uit elkaar. In de bouw wordt veel gebruik gemaakt van vuren- en grenenhout. Deze houtsoorten laten zich zeer makkelijk verwerken, maar de (buiten)duurzaamheid is minder dan die van hardhout.Hardhout
De harde houtsoorten vinden hun bron in trager groeiende bomen, hetgeen de structuur harder, compacter en duurzamer maakt. Het verwerkingsgemak is afhankelijk van de hardheid; de (buiten)duurzaamheid is goed tot zeer goed. Veel in de bouw gebruikte houtsoorten zijn meranti en merbau.Professioneel schilderen - Stap voor stap
- Voorbehandeling van het hout vóór het schilderen
- Dekkend schilderen van nieuwe deuren en kozijnen en houtwerk buitenshuis
- Transparant schilderen van nieuwe deuren en kozijnen en houtwerk buitenshuis
- Keuze van de verf en het verfsysteem bij het schilderen
- Keuze van de kleur van de verf
- Hoe schilder je - De volgorde van werken bij het schilderen
- Volgorde van schilderen van deuren
- Tips gedurende de uitvoering van het schilderwerk
- Aanvulling en tips bij de te gebruiken materialen en hulpmiddelen bij het schilderen
Voorbehandeling van het hout vóór het schilderen
Vóórdat je gaat schilderen mag het hout niet te vochtig zijn om te veel krimp van het hout én latere hechtingsproblemen van de verflaag te voorkomen. Houd hier rekening mee bij de verwerking. Wacht zo mogelijk op een periode van droog weer bij een lage luchtvochtigheid, ook al is dit in Nederland vaak lastig. Houten staanders en kozijnen die grenzen aan een muurkant eerst aan die muurkant behandelen met een loodvrije menie (veelal oranje van kleur). Met de loodvrije menie sluit je het hout af van de poreuze -en vochtabsorberende- muren, waardoor er houtrot vanaf de muurzijde voorkomen of vertraagd wordt.Reinigen, ontvetten van het hout
Voor alle houtsoorten geldt dat deze eerst goed gereinigd/ontvet en geschuurd moeten worden alvorens deze te schilderen, te beitsen of te lakken. Bij de zachte houtsoorten kan dit met water en een milieu-vriendelijk reinigingsmiddel voor hout of met ammoniak, dat in de bouwmarkt of speciaalzaak te koop is. Er zijn echter houtsoorten die om een speciale behandeling vragen, omdat inhoudsstoffen kunnen opweken, de droging van de verf kan vertragen en/of hechtingsproblemen van de verflaag kunnen geven. Voor de volgende houtsoorten geldt:
- Hardhout: niet met water ontvetten (alternatief = thinner).
- Afzelia: niet met thinner reinigen, maar met een rinser of ammoniak.
- Eiken: niet met ammoniak reinigen als een transparante afwerking gewenst is.
Dekkend schilderen van nieuwe deuren en kozijnen en houtwerk buitenshuis
Schilderen in en dekkend verfsysteem met verf, lak of dekkende beits. De voorbewerken, het schilderen en de opbouw van het verfsysteem in stappen!1. Reinigen en ontvetten
Reinigen en ontvetten van de ondergrond met water en ammoniak, rinser, thinner of specifiek reinigingsmiddel. Houd rekening met de houtsoort en de eigenschappen zoals boven beschreven.
2. Schuren van het hout
Schuren van de ondergrond. Gebruik -afhankelijk van de grofte van het hout- schuurkorrel 80, 100, 120 of 180 voor het buitenwerk. Schuur in de lengterichting van het hout. Plaats de vingers tussen het schuurpapier en eventuele beglazing of andere kwetsbare ondergronden, om krassen te voorkomen. Neem schuurpapier van een goede kwaliteit; deze loopt minder snel vol met schuurstof, slijt minder snel en geeft minder krassen in de ondergrond.
3. Stofvrij maken
Afstoffen van de ondergrond. Gebruik een (schilders)stoffertje met zachte, lange haren om beschadiging te voorkomen.
4. Grondverf opbrengen
Eerste laag grondverf of primer opzetten. Om een betere dekking te krijgen kun je de grondverf vast laten mengen in de definitieve eindkleur. Neem anders een witte grondverf voor lichte kleuren en een grijze grondverf voor donkere kleuren. De eerste laag grondverf mag je ongeveer 10% verdunnen met terpentine, zodat de verf dieper in het hout dringt. Breng de verf vol op met een goede, soepele varkensharen kwast en verdeel de verf goed en gelijkmatig. Bij de laatste handeling strijk je de verf door van boven naar beneden en van beneden naar boven (staander) of van links naar rechts en van rechts naar links (liggend werk) zonder veel druk uit te oefenen op de kwast. Werk niet langer dan noodzakelijk in de verf, dan vloeit deze het mooist door.
5. Schuren van de grondverf
Na voldoende droging kan de grondverf geschuurd worden in de lengterichting van het hout. Zeker na de eerste keer van het gronden van nieuw hout zal de houtvezel voelbaar opkomen. Schuur met een schuurblokje of met de hand, maar houd dan je vingers goed tegen elkaar, zodat je de ondergrond in z'n geheel én vlak schuurt. Wrijf tussentijds met de vingers over het oppervlak en voel of de opstaande houtvezels en andere oneffenheden zijn weg geschuurd. Hoe vlakker de ondergrond, hoe beter, mooier en sterker het eindresultaat. Op een gladde ondergrond hecht aanzienlijk minder vuil en zorgt dus dat je schilderwerk langer mooi en goed blijft.
6. Stofvrij maken en plamuren
Wederom goed afstoffen, waarna eventueel geplamuurd kan worden. Grove oneffenheden vul je met een twee-componenten-plamuur of een houtrotvuller. Kleinere oneffenheden met een goede lakplamuur (is in feite een dikke verf). Beide producten breng je aan met schone plamuurmessen van een geschikte breedte (niet te smal, maar ook niet veel breder dan het te plamuren oppervlak) zonder bramen. Bramen of oneffenheden op je plamuurmes zorgen voor krassen in je werk. Werk spaarzaam met plamuur als je onvoldoende op de hoogte bent van de conditie van het hout. De plamuur sluit de ondergrond af en sluit eventueel vocht in. Gevolg is dat de verf kan gaan bladderen of onthechten. Bij goed en regelmatig onderhoud en een voldoende droge ondergrond hoeft dit geen probleem te zijn, mits je dit kunt beoordelen.
7. Schuren van de plamuur
Nadat de plamuur voldoende (door)gedroogd is, schuur je de geplamuurde plekken glad en verwijdert het schuurstof zorgvuldig. Voel tijdens het schuren met je vingertoppen om te voelen of de ondergrond glad is en je geen scharen (randen) plamuur vergeten bent.
8.Tweede laag grondverf
De beste opbouw van het verfsysteem krijg je als je nu het geheel nog een keer overgrond, zodat de ondergrond -voor je aan de eindafwerking begint- goed verzadigd is met de grondverf en 'body' heeft dankzij voldoende laagdikte.
9. Schuren en kitten
Schuur de ondergrond nu weer licht en maak stofvrij. Vervolgens kit je de verstekken (overgang tussen het staande en het liggende hout), de overgang van het hout naar het glas (glaskanten afdichten) en overige kieren en naden. De naden tussen het houtwerk en de muurkanten kit je niet, zodat het steenachtig materiaal voldoende kan ventileren (vocht afgeven). Dit is geen bezwaar, want die zijde van het hout is al voorbewerkt met loodvrije-menie. Laat de kit voldoende lang drogen, zo niet, dan kunnen er op de gekitte delen -na aanbrengen van de eerste aflaklaag- barstjes ontstaan en/of de verf hecht onvoldoende.
10. Eerste keer afschilderen - voorlakken
Aanbrengen van de voorlak. De eerste laag verf in de eindkleur zet je vol en regelmatig op, zoals bij het aanbrengen van de grondverf beschreven. Werk ook nu weer vlot en strijk niet langer dan nodig in de natte verflaag, zodat de verf of beits de kans krijgt mooi door te vloeien tijdens de droging. Een eventuele onregelmatigheid die je in het verfoppervlak tegen komt kun je in dit stadium beter laten zitten en na droging van de verflaag alsnog verwijderen of herstellen. Strijk je namelijk met je kwast in de reeds aangedroogde verflaag, dan vloeit deze mogelijk niet meer mooi door, met als gevolg strepen of lelijke 'kwastplekken'. Druipers wel verwijderen, of later voorzichtig met een plamuurmes wegsteken. Als je de druipers -zolang de verf nog niet is aangedroogd- met een natte vinger wegveegt (speeksel) in plaats van met de kwast, zie je hier later minder van.
11. Afschilderen - De toplaag
Laat de voorlak voldoende drogen. Vóór het aanbrengen van de eindlaag oftewel de aflak of toplaag wederom licht schuren. Houd hierbij rekening met hetgeen bij het schuurpapier beschreven is. Kleine onregelmatigheden kun je eventueel nog herstellen, maar wees hier voorzichtig mee, omdat de voorlaklaag nog erg vers is.
12. Drogen en uitharden van de verf
Afhankelijk van de omstandigheden duurt het tot enkele weken voor de verf goed doorgedroogd of uitgehard is. Gedurende deze tijd is de verf dus nog kwetsbaar. Houd hier rekening mee met ramen lappen, onderhoud en dergelijke.
13. Duurzaamheid van de verf
Goede verf heeft een buitenduurzaamheid van 6 tot 8 jaar, afhankelijk van de (weers)omstandigheden, de ondergrond en de wijze waarop het verfsysteem is aangebracht. Controleer de kwaliteit van je schilderwerk daarom regelmatig, bijvoorbeeld iedere keer als je de ramen lapt. Wacht met het opnieuw schilderen na enige jaren niet tot zich gebreken gaan vertonen, maar probeer dit voor te zijn.
14. Verpoederen van de verf- Matte verf
Heeft een verflaag -na voldoende doordrogen- de glans grotendeels verloren, of geeft deze onder wrijven met natte vingers over het oppervlak af (verpoederen), dan is dit een aardige indicatie om de kwast opnieuw ter hand te nemen voor een onderhoudsbeurt.
Transparant schilderen van nieuwe deuren en kozijnen en houtwerk buitenshuis
Schilderen transparant verfsysteem - Transparante Beits[OLIST]
Afwerking met een transparante beits maakt dat de houtstructuur/jaarringen zichtbaar blijven of geaccentueerd worden, hetgeen ook de bedoeling is. Bedenk bij de keuze wat voor eindresultaat je voor ogen hebt. Je kunt een donkere houtsoort -met een transparante beits- niet licht maken (zie afbeelding meranti t.o.v. grenen), maar een lichte houtsoort wel donker (zie afbeelding grenen t.o.v. meranti). Koop bij twijfel desnoods een klein potje van een (terpentineverdunbare) binnenkwaliteit beits. Hiermee kun je op een veilige plek een "proefstukje" opzetten om te beoordelen of je het gewenste resultaat krijgt. Het eindresultaat is altijd afhankelijk van het aantal lagen beits dat je opbrengt, in combinatie met de 'kleur' van de beits en de kleur en structuur van de ondergrond. (het hout)
In grote lijnen kun je de wijze van werken aanhouden zoals in het 'dekkend verfsysteem' beschreven. Ga ook bij een transparant verfsysteem met lak of transparante beits uit van minimaal 3, maar liefst 4 lagen, waarbij je tussen iedere laag schuurt.
[/OLIST]
Speciale aandachtspunten bij verwerken van een transparante beits ten opzichte van een dekkend verfsysteem
[OLIST]
Let speciaal bij hardhout op het juiste reinigings- of ontvettingsmiddel.
Gebruik fijner schuurpapier dan in een dekkend verfsysteem. Omdat de beits transparant is zul je eerder schuurkrassen blijven zien. Om deze reden is het bij een transparant verfsysteem extra belangrijk om in de lengterichting van het hout te schuren (met de nerf mee).
Plamuren kun je in een transparant verfsysteem niet met lakplamuur doen, omdat dit blijft doorschijnen door de eindlaag (vlekken). Beter is het een houtplamuur in kleur te gebruiken, al dan niet aangemengd met schuurstof van het hout zelf. Houtplamuur is vaak wel poreuzer zodat een extra laag beits op de 'geplamuurde' plekken wenselijk kan zijn.
Voor het afkitten van verstekken en glaskanten gebruik je -afhankelijk van de 'kleur'- een bruine kit, deze valt minder op, waardoor het geheel mooier afwerkt.
Een transparante lak of beits heeft een minder goede buitenduurzaamheid dan een dekkend verfsysteem. Dit is zomaar 2 á 3 jaar korter. Dit komt omdat er minder inhouds- en beschermende stoffen aan een transparante beits kunnen worden toegevoegd. Door een te grote toevoeging van deze stoffen zou de beits niet meer transparant kunnen zijn. Stel je dus in op regelmatiger onderhoud na toepassing van een transparante beits.
[/OLIST]
Keuze van de verf en het verfsysteem bij het schilderen
Temperatuur van de verfLos van de keuze van het verfsysteem is het altijd raadzaam rekening te houden met de ligging van het te schilderen object ten opzichte van de zon. Wordt een wit oppervlak onder invloed van de zon bijvoorbeeld 60 graden warm; bij een donker oppervlak zal de temperatuur van de verflaag dan al snel 90 graden zijn. Het kan verstandig zijn hier bij de kleurkeuze rekening mee te houden. Verf of beits in donkere kleuren zijn dan ook minder duurzaam dan lichtere kleuren.
Vochtige of droge ondergrond
Bij twijfel aan de ondergrond -met name de vochtigheid van het hout- kun je het beste een transparante of dekkende beits of een éénpotssysteem kiezen. Een éénpotssysteem is grondverf en aflak ineen en kun je in feite met beits of verfbeits vergelijken. De beits is vochtregulerend (vocht kan er wel uit, maar niet in) en kan in principe direct op het kale hout worden aangebracht. In de praktijk blijkt echter dat het voorbewerken met een grondverf vaak een beter resultaat en betere dekking geeft; ook al hoeft dit in principe niet.
Glansgraad van de verf of beits
De glansgraad van een beits loopt van eiglans tot halfglans. Bij een goede kwaliteit (éénpots)verf of beits moet je rekenen op een buitenduurzaamheid van 6 tot 8 jaar, afhankelijk van de omstandigheden.
Gaat het om een droge en goede ondergrond, dan kan de keuze vallen op een dekkende hoogglanslak. Een hoogglanslak of verf (is hetzelfde) is vetter, heeft een mooie bolle glans, vloeit tijdens het drogingsproces langer door en geeft een langere bescherming en heeft dus een grotere buitenduurzaamheid. Reken -afhankelijk van de omstandigheden- op een bescherming van 8 á 10 jaar.
Hoogglanslak heeft een volle, bolle glans, is wel wat lastiger (zwaarder) te verwerken dan een halfglans of beits. Onregelmatigheden in de ondergrond vallen met een hoogglans wat meer op, omdat een hoogglans verf het opvallend licht minder absorbeert/meer reflecteert dan een half- of zijdeglans verf.

Keuze van de kleur van de verf
Kies de kleur van de verf:RAL-kleuren
Veelgebruikte kleuren in Nederland
Houd er wel rekening mee dat deze kleuren slechts een indicatie zijn en afwijken van de daadwerkelijke kleur van de verf van je keuze. Drukwerk (van kleurenwaaiers) of de weergave op je computerscherm van kleuren, geven een andere kleuring dan toevoeging van pigmenten in verf.
Hoe schilder je - De volgorde van werken bij het schilderen
Over het algemeen volg je de volgende manier van werken, maar volg dit niet te eng. Het is mede afhankelijk van het gemak van werken en je positie ten opzichte van je werk.- Bij staanders, stijlen en kozijnen begin je aan de binnenzijde met de bovenste horizontale delen en verdeelt de verf vol en gelijkmatig over het gehele oppervlak - van links naar rechts- en strijkt het geheel uiteindelijk door, ook van links naar rechts en van rechts naar links in een rechte vloeiende beweging, zonder de kwast van de ondergrond te halen. Bij verticale stijlen ga je op eenzelfde wijze te werk, maar dan van boven naar beneden in plaats van links naar rechts (of rechts naar links). Laat de onderste horizontale stijl nog even onbehandeld. Staat de binnenzijde zoals beschreven in de verf, dan schilder je het zichtwerk (waar je recht voor je werk staand tegenaan kijkt) op eenzelfde manier als voor de binnenzijde beschreven. Het liggend werk, oftewel de onderste horizontale delen schilder je als laatste, maar dan eerst dat waar je tegenaan kijkt (de randen) en vervolgens het liggende werk. Ingeval van naar buiten toe openslaande deuren en ramen, behoort alles waar je tegenaan kijkt tot het buitenwerk. Maar, vergeet ook de boven- en onderkant niet.
- Bij grote vlakke oppervlaktes schilder je eerst de kopse kanten (randen rondom), vervolgens de uitersten zijden van het oppervlak, welke je vervolgens invult. Bij het invullen van een groot vlak zet je een aantal strepen met de kwast vol in de verf -met een tussenruimte van ongeveer 15 cm.- verticaal naast elkaar. Deze strepen verf haal je horizontaal door, waarbij je probeert de verf over het gehele vlak te verdelen. Breng wat extra verf aan als je in eerste instantie te zuinig bent geweest. Streef nog geen volledige dekking na, als je de verf maar zo goed mogelijk verdeelt. Tot slot strijk je het gehele vlak luchtig en soepel met de kwast door, van boven naar onder en van onder naar boven. Dit vervolg je van links naar rechts, waarbij je steeds een vorige doorgestreken baan een weinig overlapt.
- Bij deuren schilder je eerst de verzonken vlakken, delen en/of profielen zoals bij de vlakken omschreven. Stap twee is het schilderen van de horizontale delen inclusief de boven- en onderrand van de deur waar je mee begint. Bij stap drie schilder je eerst de randen waar je bij openzwaaien tegenaan kijkt en vervolgt met de verticale oppervlaktedelen. Schilder hierbij als laatst de zijde van de deurkruk, omdat je hier de deur nog het makkelijkste kunt aanpakken.
- Voor de wat grotere oppervlaktes geldt dat je deze ook kunt narollen met een lakrollertje. De volgorde van werken is hierbij gelijk aan de wijze van werken met de kwast; je voegt alleen een handeling toe. Oefen zo min mogelijk druk op het rollertje uit om banen in je werk te voorkomen.

Volgorde van schilderen van deuren
[OLIST]Start met de zwart gemarkeerde kruisroeden. Met de overgang naar de bovenste stijl en naar het onderste vlak wacht je nog even om te veel aandrogen van de verf te voorkomenSchilder nu eerst de lichtgeel gemarkeerde, dieper liggende delen. Gebruik in de uiterste hoeken niet te veel verf, omdat anders druipers ontstaan
Vervolgens de felgeel gemarkeerde delen, waarbij als eerste de overgang naar het glas geschilderd wordt. Vergeet de onderzijde van de deur (als laatste) niet
Nu het horizontaal blauw gemarkeerde deel, waarbij je nadat je de bovenzijde van de deur hebt geschilderd, eerst de overgang naar het glas schildert en daarna de stijl
De rechter verticale, rood gemarkeerde stijl, waarbij je eerst de aanzet naar het glas schildert. Zie dit in het voorbeeld als de scharnierkant van de deur. De scharnieren zelf vallen mooier weg als je deze in de kleur van het kozijn schildert
De kopse kant = slotkant links van de deur. Dit is de zijde van de deur waar je tegenaan kijkt als de deur open staat
Als laatste de linker groen gemarkeerde stijl (zie ook punt 5). Het kan raadzaam zijn het deurbeslag te verwijderen of af te plakken, zodat je vlot kunt doorwerken[/OLIST]
Attentie: het is belangrijk zowel de bovenzijde (opvallend vocht) als de onderzijde (optrekkend vocht) te schilderen voor een goede en duurzame bescherming van de deur. Zorg er wel voor dat ook deze zijden op voorhand goed gereinigd en stofvrij zijn gemaakt, zodat je kwasten en de verf schoon blijven.
Tips gedurende de uitvoering van het schilderwerk
- Probeer allereerst het schilderwerk te plannen in een periode dat je voldoende tijd hebt en de weersverwachtingen redelijk zijn.
- Vermijd het schilderen in de volle (middag)zon; de verf droogt dan te snel aan en er kunnen blaasjes ontstaan. Tevens bestaat het risico dat de verf dan te veel wordt afgedund met terpentine om de verf soepel en te verwerken te houden.
- Als je de kwasten een dag niet gebruikt, zet je deze in een jampotje met leidingwater. Vóór je de kwast weer gaat gebruiken, zwaai je het water eruit, draait de kwast een paar keer door de verf, strijkt de kwast af aan de rand van het verfblik of strijkvaatje en de kwast is weer gebruiksklaar.
- Zet varkensharen kwasten nooit weg in de terpentine. De haren zullen gaan splijten, uit gaan staan en daardoor de kwaliteit verliezen (en dus een minder resultaat). Daarnaast blijft er te veel terpentine in de krop (het hart) van de kwast achter zodat de verf bij hervatten van het werk te dun zal zijn en/of te veel zal druipen/knoeien.
- Lakrollertjes die je even niet nodig hebt rol je in een plastic boterhamzakje en legt deze in de diepvries. (geldt niet voor waterverdunbare verf) De roller wel weer tijdig uit de diepvries halen, zodat de kou er van af is vóór je deze weer gaat gebruiken.
- Op verf die je een nacht laat overstaan in het strijkvaatje giet je een klein beetje terpentine, of voor de verf geschikt ander verdunningsmiddel. Dit voorkomt voor enige tijd velvorming op het oppervlak van je verf.
- Bewaar velletjes schuurpapier die je voor en na de verschillende schilderbeurten (van gronden tot aflakken) hebt gebruikt. Deze zijn inmiddels door het gebruik botter geworden en kun je later voor het fijnere schuurwerk gebruiken.
- Kleven deuren en ramen nog licht, maar moet je deze sluiten? Knijp een in water gedrenkte spons uit boven in het kozijn of de sponning zonder te wrijven. Door een dun laagje water op het oppervlak kleven deuren en ramen minder snel aan.
Aanvulling en tips bij de te gebruiken materialen en hulpmiddelen bij het schilderen |
Crême Gedurende de schilderwerkzaamheden wil de huid van je handen nog wel eens droog worden. Als je hier snel last van hebt is het raadzaam je handen vóór, tijdens en na de werkzaamheden regelmatig met een geschikte crême in te smeren |
Werkhandschoenen Terpentine is een agressieve stof. Beter is het om tijdens het schilderen handschoenen te dragen, mits je maar gevoel blijft houden met wat je doet. Je handen blijven schoon en je hebt minder kans op huidirritatie |
Veiligheidsbril Als je niet brildragend bent kan het raadzaam zijn een veiligheidsbril te dragen tijdens het (intensief) schuren. Zo voorkom je mogelijke irritatie van de ogen |
Verfreiniger Laat het type reiniger dat je gaat gebruiken afhangen van de te schilderen houtsoort. Zie wat boven beschreven is onder de kop "voorbehandeling van het hout" |
Schildersspons Gebruik voor het reinigen en afnemen een goede kwaliteit (schilders)spons. Dit werkt sneller en beter en laat geen korrels of restjes achter |
Schuurpapier Hoe meer schuurkorrels per vierkante centimeter, hoe hoger de waarde. Korrel 60 is dus zeer grof en korrel 120 voor het meeste buitenwerk geschikt. Bij het schuren -van het begin tot de eindlaag- nooit grotere stappen tussen het schuurpapier nemen dan '60'. Dus: 60 - max. 120 en 120 - max. 180. Neem je als tussenstap grotere groftes, dan werkt de ene grofte -bij het schilderen- de krassen van de ander niet weg |
Schuurkurk Door schuurpapier om de schuurkurk te wikkelen ben je in staat egaal en vlak te schuren, waarbij je de vingers ontziet. Een hele dag schuren kan nog wel eens gevoelig zijn voor de vingertoppen. Je kunt ook een houtklosje nemen, maar deze beschadigt het werk mogelijk meer, omdat het hout harder is dan de kurk |
Mond-/stofkapje Ben je gevoelig voor stof -ook al betreft het buitenschilderwerk- dan kan het raadzaam zijn een mondkapje te gebruiken. 'Ververs' het wel tijdig voor een nieuw exemplaar voor een optimale werking |
Vladder of schilders stoffertje Een schilderstoffertje, oftewel vladder is gemaakt van lang, zacht varkenshaar en kun je makkelijk in je achterzak steken, zodat je het altijd bij de hand hebt. Door de zachte haren beschadig je het schilderwerk niet |
Verfkrabber(s) Het kan -ook bij nieuw hout- vóór het schilderen wel eens nodig zijn een houtknoest of andere onregelmatigheid weg te moeten krabben. Hiervoor is een verfkrabber goed bruikbaar. Als je een verfkrabber met -deels- rode steel aanschaft ben je verzekerd van een verfkrabber van gehard staal. Deze zijn scherper te slijpen en gaan langer mee. Afhankelijk van het gebruiksdoel heb je driehoeks-, profielkrabbers en één in druppelvorm, waarvan de driehoek het meest gebruikt wordt |
Verfföhn/verfbrander Met name bij nieuw vuren en grenenhout kan het nog wel eens voorkomen dat er hars in het hout omsloten ligt. Het beste is om dit uit te branden vóór je gaat schilderen. Doe je dit niet, dan kan het hars onder je verflaag, onder de invloed van de temperatuur van de zon gaan smelten. Je krijgt dan onthechting van de verflaag door 'harsblaren' |
Strijkvaatje Het werken vanuit een verfblik is eigenlijk onhandig en krampachtig, bij gebrek aan een handvat of goede grip. Door de verf gedeeltelijk in een strijkvaatje te gieten en hieruit te werken, schilder je meer ontspannen en houd je de verf die in het blik achterblijft schoon en afgesloten. Tevens ben je in staat het indopen van de kwast in de verf beter te doseren en overtollig verf aan de wand van het strijkvaatje uit de kwast te 'slaan' |
Kwasten Gebruik een nieuwe kwast vast bij het schilderen van de grondverf, zo slijt de kwast vast wat in, verliest de losse haren en werkt soepeler bij de eindafwerking. Een goede/duurdere kwast is zeker de moeite waard aan te schaffen. Een goede kwast is vervaardigd van geselecteerd, lang varkenshaar, wordt vaker gekookt waardoor de kwast soepeler is, heeft een mooie bles (bol / rond gezet in de bus), neemt beter verf op, geeft de verf gelijkmatiger af (werkt hierdoor dus beter en sneller) en geeft een strakker eindresultaat |
Lyonse penseel Werk altijd met minimaal twee kwasten. Één voor kleinere oppervlaktes, randjes, kantjes, hoeken / verstekken en moeilijk bereikbare plaatsen en één voor de grotere oppervlaktes. Door de kromming in de bus van een Lyon-penseel kom je makkelijk op de meeste moeilijke plaatsen. |
Lakrolletje Voor grotere oppervlaktes kan het bij het schilderen makkelijker en sneller zijn om een lakrollertje te gebruiken. Zet de verf met de kwast vol op, verdeel goed met het lakrollertje en rol vervolgens luchtig na zonder te veel druk uit te oefenen op het rollertje. Koop bij voorkeur een lakrollertje met één afgeronde kant. Door bij het narollen de druk licht op de afgeronde kant te leggen, voorkom je banen in je schilderwerk |
Plamuurmessen Plamuurmessen moeten glad, schoon en braamvrij zijn voor een goed en strak resultaat. Gebruik wat meer plamuur dan je voor je reparatie nodig denkt te hebben. De overtollige plamuur werk je met je plamuurmes weg door lichte druk op je plamuurmes uit te oefenen. Door je plamuurmes vlak op je werk, maar iets schuin in je hand te houden dwing je de plamuur de gewenste kant op. Werk altijd met minimaal 2 plamuurmessen; één om de plamuur op te zetten en de ander om de overtollige plamuur af te strijken |
Lakplamuur Een lakplamuur is in feite een dikke verf. Lakplamuur kun je alleen gebruiken voor kleine beschadigingen, of als je meer bedreven bent, om de ondergrond in zijn geheel met een dun laagje plamuur te overtrekken. Dikkere lagen lakplamuur geven problemen bij de droging en later bij hechting van de verflaag. Lakplamuur droogt van buiten naar binnen. Bij een te dikke laagdikte kan de toplaag dus uitgehard lijken terwijl de onderlaag nog week is.Gevaar bij gebruik van plamuur is tevens dat deze het hout afsluit, waardoor het vocht niet uit het hout ventileert |
Twee-componenten-plamuur of hourotvuller Dit ype plamuur is geschikt voor reparatie van grotere gaten en oneffenheden. Door de chemische reactie van harder met de pasta wordt -na uitharden- een stevig resultaat verkregen. Maak per keer niet meer plamuur aan dan je denkt te kunnen verwerken, daar twee-componenten-plamuur slechts relatief kort te verwerken is, alvorens dit gaat klonteren en onbruikbaar wordt |
Kitpistool Kit wordt tegenwoordig veel toegepast. De meest gebruikte kit voor schilderwerk is acrylaatkit omdat deze zich makkelijk laat verwerken.Voor het afdichten van kieren en naden tussen houtdelen onderling is deze kit uitermate geschikt. Acrylaatkit moet worden afgedekt met -liefst twee- verflagen Voor afdichten van glaskanten kan acrylaatkit eventueel wel, maar de kit is niet plasto-elastisch. Dit wil zeggen dat de kit wel 'inveert', maar niet in de oorspronkelijk vorm terugkeert. Ingeval van beglazing wordt de kit er -door uitzetten en krimpen van materialen- als het ware uitgeperst. Aandachtspunt voor alle kit bij toepassing van schilderwerk: weet dat de kit geen siliconen bevat. Op siliconen hecht namelijk geen verf ! |
Ruitenkrabber/reinigingskrabber Een ruitenkrabber kun je goed gebruiken om vette randen op het glas te verwijderen. Wacht bij voorkeur een aantal dagen om de verf de kans te geven door te drogen |
Trap Goed werkgereedschap is van groot belang. Los van de veiligheid is het belangrijk tijdens het schilderen goed voor je werk te staan. Verzet de trap liever één keer te veel dan één keer te weinig. Als je goed voor je werk staat, werkt dit minder vermoeiend en krampachtig en ben je in staat beter schilderwerk te leveren. Zorg dat je trap op een stabiele ondergrond staat en laat de ruimte rondom de werkplek voldoende vrij |
Ladder Wat voor de trap geldt, geldt nog sterker voor de ladder, omdat je hierbij op grotere hoogte werkt. Denk vóór je de ladder bestijgt goed na wat je mee moet nemen naar boven; dit voorkomt een hoop ergernis. Het is het overwegen waard je materialen in een rechthoekige verfemmer mee naar boven te nemen en met een pothaak aan de sporten van de ladder te hangen. Hang de emmer -met een tot S gebogen stalen hengsel van een andere emmer- naast je aan een sport van de ladder. Laat de hoogte afhangen van je werkhoogte en je rechts- of linkshandigheid. Dit werkt een stuk makkelijker dan dat je krampachtig met de spullen in je handen staat |
Pothaak Je kunt natuurlijk ook een speciaal hiervoor vervaardigde pothaak aanschaffen |
Lijnolie Als particulier schilder je niet dagelijks. Tegen de tijd dat je kwasten net lekker soepel werken ben je klaar met het onderhoud en gooit de kwasten weg of reinigt ze met milieu-onvriendelijke stoffen als terpentine en kwastenreiniger. Oplossing is om de kwasten hangend in een potje met lijnolie weg te zetten, waardoor ze lang soepel en bruikbaar blijven. Scheidt de kwasten, gebruikt voor donkere kleuren wel van die van de lichte kleuren. Voor hernieuwd gebruik de kwasten goed afstrijken |