Koolmonoxidemelder slaat alarm bij onvolledige verbranding
Koolmonoxide kan ontstaan door onvolledige verbranding van fossiele brandstoffen. Een apparaat waarbij dit kan voorkomen is een waterverwarmingstoestel zoals een geiser of cv. De schadelijke stof ontstaat dan bijvoorbeeld doordat er zich onvoldoende zuurstof in de ruimte bevindt. Al bij een lage concentratie aan koolmonoxide kan dit zeer kwalijke gevolgen hebben voor de zuurstof in het bloed van de mens wat tot vergiftiging kan leiden. Om dit gevaar vóór te zijn kan daarom beter een koolmonoxidemelder worden geplaatst die op tijd alarm slaat.
Koolmonoxide of kolendamp
Koolmonoxide werd vroeger ook wel kolendamp genoemd. De damp dankt die naam aan het gegeven dat de brandstof voor het verwarmen van huizen vroeger voornamelijk door middel van kolen gebeurde en dat daarbij wel eens ongelukken voorkwamen doordat kachels en schoorstenen slecht werden onderhouden waarna de giftige damp ontstond.
Ontstaan van koolmonoxide en gevaar
Koolmonoxide bestaat uit een giftig gas dat kleurloos en reukloos is en daarom niet zonder speciale melder opgemerkt kan worden. Om die reden is de giftige stof uiteraard zeer gevaarlijk. Maar koolmonoxide kan niet alleen ontstaan bij
cv-installaties en geisers maar ook bij verbranding van
hout in open haarden en allesbranders of aardgas in kachels. Vooral is dat het geval als de ruimten waarin zich die apparaten bevinden slecht geventileerd zijn en daardoor onvoldoende zuurstof hebben.
Fossiele brandstoffen en onvolledige verbranding
Fossiele brandstoffen zijn aardgas, aardolie, benzine, butaangas, hout, kolen, paraffineolie en propaangas. De meest voorkomende oorzaken van onvoldoende verbranding van fossiele brandstof en daardoor optredende vergiftiging door koolmonoxide zijn:
- Defect aan het toestel.
- Defect aan afvoerpijpen en schoorsteenkanalen.
- Fout bij de installatie van een toestel.
- Ongeschikte brandstof voor het toestel.
- Onvoldoende zuurstof naar het toestel.
Verschijnselen bij koolmonoxidevergiftiging en slachtoffers
Verschijnselen die op kunnen treden bij koolmonoxidevergiftiging zijn
duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid en vermoeidheid. Ook kan verwardheid en slaperigheid optreden en kan een
snellere hartslag het gevolg zijn. Bij ernstige gevallen van vergiftiging kan een slachtoffer bewusteloos raken en blijvende hersenschade oplopen en zelfs overlijden. In een onderzoek uit het verleden door de Onderzoeksraad voor Veiligheid wordt vermeld dat in Nederland vijf tot tien mensen per jaar omkomen door koolmonoxidevergiftiging maar anno 2017 is er al sprake van gemiddeld elf personen. Ook komen tientallen slachtoffers met vergiftigingsverschijnselen in een ziekenhuis terecht.
Melder slaat alarm bij verhoogde concentratie koolmonoxide
Een koolmonoxidemelder slaat meteen alarm zodra er een verhoogde concentratie wordt gemeten. Voor dat meten beschikt de melder over speciale sensoren. De melders werken op batterijen zoals alkalinevrije batterijen of lithiumbatterijen. Veel melders geven een waarschuwing als de batterij bijna leeg is. Het volume van het alarm gaat meestal tot 85 dB of hoger. Ingeval er loos alarm is kan het alarm door middel van een pauzeknop worden stilgezet.
Technische eisen en levensduur van koolmonoxidemelder
Een koolmonoxidemelder moet aan bepaalde
technische eisen voldoen. Een vereiste is daarbij de norm EN50291 die op de verpakking of in de handleiding vermeld moet zijn. De melder moet minimaal vijf jaar goed kunnen functioneren en kan beter na die tijd vervangen worden. Overigens kunnen sommige duurdere melders volgens de fabrikanten wel zeven tot tien jaar mee en geven zij soms ook zeven jaar garantie op een lithiumbatterij die in dat geval ook niet vervangbaar is.
Plaatsing van koolmonoxidemelder
Bij aankoop van een koolmonoxidemelder wordt in de bijgeleverde handleiding aangegeven hoe de melder moet worden geplaatst met onder meer de aanwijzingen:
- In een ruimte waar het verbrandingsapparaat zich bevindt.
- Tussen een en twee meter afstand van het verbrandingsapparaat.
- Bij een muurbevestiging op maximaal vijftien centimeter vanaf het plafond.
- Bij een plafondbevestiging op maximaal dertig centimeter vanaf een muur.
- Hoger dan een deurpost of raamkozijn.
Al dan niet combinatie met rookmelder
Er bestaan ook modellen waarbij een koolmonoxidemelder gecombineerd is met een rookmelder. Sommige deskundigen menen echter dat die combinatie niet gunstig is omdat rook stijgt en koolmonoxide niet. Beter is daarom om een rookmelder aan het plafond te bevestigen en een koolmonoxidemelder aan een muur.
Regelmatig testen
Veel apparaten kunnen worden getest of de werking nog optimaal is. Na het indrukken van de testknop voert het apparaat een zelftest uit waarbij alle lichtjes gaan knipperen. Uiteraard gaat tijdens de test ook het alarm af maar dat is voor de test ingesteld op een veel lager geluidsniveau dan 85 dB om het gehoor van de testperspoon te beschermen.
Voorkomen, acties en controle
Het plaatsen van een koolmonoxidemelder is natuurlijk bedoeld om te waarschuwen als het eenmaal te laat is maar er kunnen enkele maatregelen worden genomen om te trachten vorming van koolmonoxide te voorkomen. Maar als het alarm dan toch eens een keer afgaat zijn enkele acties geboden en moet als alles achter de rug is worden gecontroleerd.
Voorkomen
- Voortdurend een venster open zetten of een raam op een kiertje.
- Jaarlijks de apparatuur laten controleren door een gecertificeerde vakman.
Acties na alarm
- Open alle deuren en ramen.
- Schakel de betreffende apparatuur uit.
- Verlaat de ruimte.
- Haal medische hulp indien iemand reeds slachtoffer van vergiftiging is.
Controle bij opnieuw gebruik
Gebruik de apparatuur pas weer na grondige controle door een deskundige.
Lees verder