Rozen verzorging: standplaats, snoei, bemesten en ziekten
Rozen zijn een sieraad in iedere tuin. Rozen gedijen het best op een zonnige en luchtige plek, op goed bemestte grond. Rozen hebben echter wel goede en regelmatige verzorging nodig om het goed te blijven doen, zonder allerlei ziekten te krijgen. Ziekten treden sneller op bij erg warme dagen en koude vochtige nachten. Rozen moeten jaarlijks flink gesnoeid worden voor een mooie bloei. Aan de nieuwe uitlopers komen veel nieuwe bloemen. Na de snoei hebben rozen veel mest nodig.
Goede standplaats uitkiezen
Rozen houden van
veel zon en een luchtige plaats. Verder is het verstandig om nieuwe rozen niet te planten op een plek, waar al jaren andere rozen hebben gestaan. Ze kunnen dan last krijgen van
rozenmoeheid, een kwaal waar rozen vaak door zullen bezwijken. Als je toch op dezelfde plek rozen wilt planten, haal dan een flinke hoeveelheid grond weg, en vervang het door grond van een andere plek uit de tuin, of nog liever met verse rozengrond. Deze grond helpt de roos om een goede wortelkluit te ontwikkelen. Er zitten behalve de gewone goede grondstoffen, ook extra voeding in voor de eerste maanden, als de roos nog moet aanslaan. In goede grond krijgt de roos meer weerstand tegen allerlei ziekten en plagen.
Rozen bemesten
Rozen hebben
veel voeding nodig en hebben snel te kort. In het voorjaar na de snoei moet de eerste keer bemest worden, en op zandgrond moet dat vroeg in de zomer zeker nog een keer gebeuren. Je kunt ook in maart speciale
langwerkende rozenvoeding geven, die gedurende zes maanden voedsel afgeeft. Verder is het belangrijk om te zorgen dat de rozen voldoende water krijgen, om de meststoffen ook daadwerkelijk op te kunnen nemen.
Verdere verzorging
Knip bij doorbloeiende rozen, de uitgebloeide bloemen weg. Blad wat afvalt, moet verwijderd worden, en niet opnieuw als compost gebruikt worden. In de herfst zorg je dat de entplaats van de roos beschermd wordt, door compost of aarde rond het stammetje aan te heuvelen. Bij rozen op stam bescherm je de entplaats door stro rond de entplaats te binden. Ook kun je de kroon van de roos tijdens vorst afdekken met een zak. Die moet je dan wel weer weghalen, zodra het niet meer vriest.
Snoeien van rozen
Stam- en struikrozen moeten ieder voorjaar, eind maart ( als het niet vriest), flink gesnoeid worden. Er groeien dan opnieuw sterke en bloemrijke uitlopers aan de planten.
Snoeien, waar moet je op letten
- Gebruik een schone, en scherpe snoeischaar.
- Uitgebreid snoeien van rozen doe je vanaf eind maart, als het niet vriest.
- Alle kromgegroeide, zieke, verdorde takken moeten weggeknipt worden.
- Uiteindelijk laat je 3 à 4 gezonde takken staan. Deze snoei je tot ongeveer 5 cm boven de grond af.
- Snoei altijd tot 1 cm boven een naar buiten gericht ook, en zorg dat het snoeivlak schuin afloopt.
- Geef na het snoeien flink voeding, in de vorm van een flinke laag gedroogde koemest of door speciale rozenmest te geven.
- In de herfst moeten rozenuitlopers licht teruggesnoeid worden.
Ziekten bestrijden
Rozen kunnen last krijgen van allerlei ziekten en plagen, die met middelen bestreden kunnen worden, die te koop zijn bij tuincentra.
Enkele ziekten die rozen kunnen krijgen
Bladluizen
Bladluizen houden vooral van de jonge scheuten aan de rozenstruiken. Ze zuigen het sap uit de plant, waardoor de bladeren gaan krullen. Knoppen van de roos verwelken door de luizen.
Sterroetdauw
Als de roos sterroetdauw heeft, komen er paars/ zwarte vlekjes in het blad. Eerst verschijnen ze aan de bovenkant, later aan de onderkant. De bladeren vallen af zodra je ze aanraakt. Sterroetdauw overleeft op het afgevallen blad. Het afgevallen blad moet dus goed verwijderd worden en weggegooid worden bij het vuilnis.
Echte meeldauw
Dit uit zich door witte vlekken op het blad, die bedekt zijn met poederachtige schimmels. Echte meeldauw komt op jonge bladeren, nieuwe scheuten en knoppen. De bladeren kunnen verschrompelen en afvallen. Meeldauw overleeft ook in knoppen en aangetaste takken.