Stadsverwarming: werking, kosten en warmtewet
We zijn steeds bezig met het zoeken naar nieuwe en milieuvriendelijke manieren om onze huizen te verwarmen. Veel mensen verwarmen met gas en installeren een HR-ketel, anderen verwarmen met een zonneboiler. In sommige delen van Nederland wordt ook stadsverwarming aangeboden. Deze milieuvriendelijke manier van verwarmen is erg in trek. De restwarmte van de industrie wordt gebruikt om honderdduizenden gezinnen en bedrijven te voorzien van warmte en warm water. Maar hoe werkt stadsverwarming? En is het echt zo milieuvriendelijk als er wordt verteld? En hoe zit het met de kosten?
Wat is stadsverwarming?
Stadsverwarming is een alternatieve manier van verwarming waarbij geen gebruik wordt gemaakt van gas. De restwarmte die bij centrales, fabrieken of afvalverbranding overblijft, wordt gebruikt om woningen te verwarmen. Er wordt ook warmte gebruikt die de aarde zelf opwekt, zoals aardwarmte of geothermie. Zowel huishoudens als bedrijven kunnen aangesloten zijn op stadsverwarming. Wanneer stadsverwarming gebruikt wordt om via een collectieve ketel een huizencomplex te verwarmen, wordt dit blokverwarming genoemd.
Stadsverwarming komt voor in delen van Flevoland, Gelderland, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Historie
In de jaren 70 en 80 is men begonnen met het aanleggen van stadswarmtenetwerken. Anno 2014 zijn er in Nederland ongeveer 280.000 huishoudens aangesloten op deze milieuvriendelijke manier van verwarmen.
Hoe werkt stadsverwarming?
Bij stadsverwarming is een ondergronds leidingnet aangebracht onder woonwijken en industrieterreinen. Water wordt door de restwarmte van de industrie opgewarmd, en dan verpompt naar overdrachtsstations. Deze bevinden zich in de woonwijken. Van hieruit gaat het warme water naar de warmte-installaties in de meterkasten van de woningen. De warmte-installaties verdelen de warmte over de radiatoren. Koud water wordt door middel van een warmtewisselaar verwarmd. Het afgekoelde water stroomt terug naar de overdrachtsstations, die het op hun beurt terug pompen naar de industrie om het weer op te warmen.
Voor en nadelen van stadsverwarming
Stadsverwarming werkt energiebesparend vanwege haar schaalgrootte. De warmte wordt geregeld voor hele wijken, en niet voor afzonderlijke huizen. In vergelijking met een huis met een eigen cv-ketel, heeft een huis verwarmt met stadswarmte gemiddelde 50 procent minder CO2-uitstoot. Dit kan vergeleken worden met 10.000 km niet rijden met een auto, of energie opwekken met 30 zonnepanelen. Stadsverwarming is dus zeer milieuvriendelijk.
Het grootste nadeel is het energieverlies bij transport en de kosten van dit transport. Het aanleggen van leidingsnetwerken is een grote investering aangezien de leidingen goed geïsoleerd moeten worden om het warmteverlies te beperken.
Mensen kunnen niet overstappen van warmteleverancier. De gemeente bepaalt welke wijken toegang krijgen tot stadsverwarming. De warmtenetten zijn onderling niet met elkaar verbonden, en er is vaak maar één lokale energiebron. Hierdoor is er ook maar één warmteleverancier waarvan u de warmte kunt afnemen.
Wat kost stadswarmte?
Stadsverwarming bestaat uit vaste en variabele kosten. De vaste kosten beslaan de aansluiting, meterhuur en het transport. Variabele kosten zijn afhankelijk van de hoeveelheid stadsverwarming die u gebruikt. Dit verbruik wordt gemeten door de warmtemeter die elk huis heeft. Het warmteverbruik wordt uitgedrukt in Gigajoules. Huizen die aangesloten zijn op stadsverwarming hebben geen gasaansluiting of cv-ketel. Voor het vaststellen van de prijzen wordt gekeken naar het gemiddeld jaarverbruik van een consument die verwarmt met gas. Met stadsverwarming betaald u dus niet meer voor warmte dan wanneer u zou verwarmen op gas. Dit wordt ook het NMDA-principe genoemd. NMDA staat voor Niet Meer Dan Anders.
De kosten van stadsverwarming zijn dus vergelijkbaar met de kosten van een met gas verwarmde woning. U bespaart wel op extra kosten voor het onderhoud en afschrijving van een eigen cv-ketel omdat deze niet aanwezig zijn in de woning.
De warmtewet
Omdat de gebruikers van stadswarmte afhankelijk zijn van een lokale bron (bijvoorbeeld een energiecentrale) kunnen ze niet zomaar van warmteleverancier veranderen. Aangezien warmte een basisbehoefte is, worden gebruikers van stadswarmte extra beschermd, en is de warmtewet in het leven geroepen. Deze wet is actief sinds 1 januari 2014. De gebruikers kunnen dankzij deze wet rekenen op een betrouwbare levering, een goede service en een aanvaardbare prijs. Warmteleveranciers mogen een redelijke maar beperkte winst maken op hun warmtenetten.
Wat staat er in de warmtewet?
In de warmtewet staan een aantal dingen omschreven om consumenten met stadswarmte extra te beschermen op het vlak van:
- Leveringszekerheid: De continuïteit van stadswarmte wordt gewaarborgd.
- Betaalbaarheid: Er wordt landelijk een maximumtarief vastgesteld voor warmte. De overheid ziet er op toe dat er geen hogere tarieven in rekening gebracht worden.
- Service: Klanten worden voorzien van een duidelijke factuur en ontvangen vooraf informatie over werkzaamheden en onderbrekingen.
Tevens staat in de warmtewet beschreven wanneer de warmteleverancier u mag afsluiten en wanneer u recht hebt op compensatie bij storing. Ook is vastgelegd wat er in de overeenkomst tussen leverancier en consument moet staan, de rechten en plichten bij het meten van het verbruik en de mogelijkheid om een meningsverschil bij een geschillencommissie voor te leggen. Het ACM (Autoriteit Consument & Markt) houdt toezicht op de leveranciers van stadswarmte.