Callicarpa (schoonvrucht)
Op het eerste zicht is de Callicarpa een weinig boeiende struik, maar in de herfst laat deze heester zich van een heel andere kant zien. De plant krijgt een mooie herfstverkleuring en het is een van de weinige stuiken die in de winter nog wat kleur in de tuin kan brengen.
Naam
De Callicarpa behoort tot de familie van de verbenaceae. In het Nederlands wordt deze plant veelal schoonvrucht genoemd omwille van de prachtige kleur van de bessen.
Morfologie
Deze weinig opvallende heester kan tot 2 meter hoog worden. De Callicarpa heeft vrij weinig vertakkingen en is daarom een vrij open plant.
Herkomst
De Callicarpa is inheems in centraal en west China.
Grond, standplaats
De plant vraagt een standplaats in humusrijke goed doorlatende grond; in de zon of halfschaduw. Een te kalkrijke grond moet vermeden worden maar verder stelt de plant geen eisen. Callicarpa is minder geschikt om te gebruiken als solitair omdat deze, buiten de vruchten, weinig in het oog springende kenmerken heeft. Het planten van meerdere exemplaren leid in het algemeen tot een betere vruchtzetting. Bij langdurige droogte moet dat de plant extra water krijgen maar verder heeft deze weinig verzorging nodig. Het is een goede winterharde plant, enkel de jonge twijgen kunnen last hebben van invriezen. Als dit gebeurt moeten in het voorjaar de verdorde takken worden weggesnoeid. Om deze te gebruiken in een border is 1 plant per m² voldoende.
Blad
Het is een bladverliezende struik die tot vrij laat in het najaar zijn bladeren houd. De bladeren hebben een mooie herfstverkleuring, zijn tegenoverstaande en tot maximum 20 cm groot. Ze zijn langwerpig tot ovaal van vorm met een olijfgroene kleur.
Bloemen, vruchten
Callicarpa bloeit met kleine onopvallende blauwwitte tot roze bloemen die in trosjes bij elkaar staan. De individuele bloemen worden niet groter dan 5 millimeter en zijn zichtbaar van juni tot augustus. De bessen ontwikkelen zich in kransvormige trossen en zijn eerst onopvallende grijs van kleur. Begin december krijgen de bessen hun typische metaalachtige violette kleur en blijven aan de struik hangen tot half februari. De vruchten gaan pas echt opvallen als de bladeren zijn afgevallen en omdat deze niet worden gegeten door vogels blijven ze de hele winter hangen.
Snoei
De snoei is enkel nodig om de plant in vorm te houden. Dit kan best gebeuren in het voorjaar als de vorst voorbij is. Om de struik te verjongen kunnen oude takken worden weggesnoeid, maar nooit te veel in een keer. Gebroken takken moeten zeker worden verwijderd om infecties of rotting te voorkomen. Callicarpa bloeit op jong hout dus snoeien kan de bloei en bessenvorming stimuleren.
Ziekten
Is niet gevoelig voor ziekten.
Varia
De plant is omwille van de decoratieve bessen zeer geschikt om te verwerken in bloemstukken. De stengels kunnen best in november worden afgeknipt als er een eerste lichte nachtvorst is geweest. Bij te vroeg afknippen van de takken zullen de vruchten snel afvallen of verschrompelen. Als decoratie kunnen de stengels ook in een vaas worden gestoken, deze blijven een paar weken houdbaar. Kan vermeerderd worden via stekken of afleggen.
Cultivars
Er zijn zeker 50 cultivars bekend over de hele wereld. De meest voorkomende in onze contreien zijn de volgende:
- Callicarpa bodinieri’Profussion’: paarse en iets grotere vruchten
- Callicarpa bodinieri ‘Giraldii’: zeer donkerviolette bessen
- Callicarpa dichotoma: dieppaarse bessen, is de kleinste variëteit.
- Callicarpa japonica ’Angustifolia’: langer smaller blad, heeft een trage groei.