Welke groenten kun je in het najaar en de winter oogsten?
Ook in de wintermaanden kun je verschillende soorten groenten oogsten. Sommige groenten oogst je voordat het gaat vriezen zoals: winterpeen, bietjes, koolraap, wortels en knolselderij. Andere groenten oogst je gedurende het winterseizoen zoals: boerenkool, spruiten, prei, winterui, wortelpeterselie, pastinaak en schorseneren. In deze periode is de grond vaak nat. De meeste groenten houden niet van te natte grond. Met een goede afwatering, of een verhoogd plantbed voorkom je wegrottende groenten.
Een goede afwatering voorkomt rottende groenten
Groenten kunnen niet goed tegen te natte grond. Plant ze daarom bij voorkeur op een verhoogd plantbed, zeker bij een slechte afwatering. Zorg ook voor een goede afwatering bij fruitbomen. Deze kunnen slecht tegen natte grond. Aan de buitenrand van de boomspiegel zitten de meeste oppervlakkige wortels. (dit is de omtrek van de kroon) Graaf hier een sleuf om het water snel af te kunnen voeren. Bij het ophogen van kuilen moet de ondergrond eerst worden losgemaakt zodat de opgebrachte grond er niet als een plak op blijft liggen.
Groenten in pot
Groenten in pot moeten bij vorst naar binnen, ook als ze tegen een paar graden vorst kunnen. Het volume in de pot is klein en snel helemaal bevroren waardoor de planten doodvriezen.
Het bewaren van groenten in de winter
Groenten die op het land blijven staan kunnen worden beschermd tegen de vorst door ze te bedekken met een dikke laag stro, blad, vliesdoek of noppenfolie. Sneeuw heeft ook een isolerende werking. Zodra de dooi inzet moet je de bedekkingen weghalen om te voorkomen dat de groente gaat rotten.
Kruiden beschermen tegen vorst
Groenblijvende kruiden zoals tijm, rozemarijn, salie, peterselie en meerjarig bonenkruid kunnen vorstschade oplopen en moeten worden beschermd. Dit kan ook door er een cloche over heen te zetten.
Groenten kweken in de kas
In de winter kunnen groenten zoals prei, spinazie, sla, erwten, witlof en kruiden in de kas worden gekweekt. Daar kan dan de hele winter uit geoogst worden.
Het inkisten van vorstgevoelige wintergroenten
Vorstgevoelige wintergroenten zoals winterpeen, bieten, wortels, koolraap en knolselderij blijven tot het voorjaar goed door ze in te kisten. Leg onderin een kist een laag vochtige aarde. Leg hier een laag groente op en strooi er dan weer een laag aarde op. Doe dit totdat de kist vol is en bewaar deze op een donkere, vorstvrije, koele plek met een hoge luchtvochtigheid zodat het zand niet uitdroogt. Haal het loof van de wortels en bieten voordat ze in de kist worden gelegd.
Kleur in de groentetuin
Zorg voor kleur in de wintertuin door voor groenten te kiezen met een andere kleur zoals paarse boerenkool en rode spruitjes in plaats van groene. De smaak is hetzelfde.
Welke groenten kun je in de winter oogsten?
In het voorjaar zaai je wintergroenten zoals boerenkool, bladkool, prei en spruitjes. In de wintermaanden kun je ze oogsten. De meeste wintergroenten verdragen vorst, ze smaken daardoor zelfs lekkerder.
Boerenkool
Zaaien – Zaai in mei de herfstboerenkool (deze kan minder vorst verdragen dan de winterboerenkool) en in juni de winterboerenkool. Plant ze uit vanaf half juni (herfstboerenkool) tot half augustus. Boerenkool is gemakkelijk te telen. De groente heeft weinig last van ziektes, is winterhard en voedzaam.
Oogst – Boerenkool kan worden geoogst vanaf de eerste nachtvorst. De groente maakt extra suiker aan waardoor de smaak zachter wordt. Oogst de groente door het blad van de stam af te breken of met een mes af te snijden.
Bladkool
Zaaien – Er kan gezaaid worden van maart tot september. Er zijn veel verschillende soorten bladkool met sterk of minder sterk gekruld blad in de kleuren groen of paars. Bladkool is niet alleen smakelijk maar ook decoratief in een kale wintertuin.
Oogst – Bladkool kan op het land blijven staan en blijft de hele winter groen. Eind februari, begin maart loopt de kool uit met veel spruiten die gegeten kunnen worden als roerbakgroente. Als de kopjes van de uitlopers worden afgebroken vormt de plant nieuwe kopjes zodat er steeds geoogst kan worden. Oogst de bladeren van buiten naar binnen. Zo groeien er steeds nieuwe bladeren.
Spruitkool/spruitjes
Zaaien – Begin april kan spruitkool worden gezaaid.
Oogst – De vroege rassen kunnen vanaf augustus worden geoogst. Er kan tot maart worden geoogst. De spruiten kunnen tot 15 graden vorst verdragen maar als het hard gaat vriezen, kunnen de spruiten beter in één keer worden geoogst. Nadat de vorst erover is geweest zijn de spruiten lekkerder. De spruiten kunnen in één keer van de plant worden geplukt.
Winterprei
Zaaien – Eind april kan de prei worden gezaaid. Na ongeveer 8 weken kunnen de plantjes worden uitgeplant tot begin augustus.
Oogst – Oogst prei van januari tot april, maar niet als het vriest. Door de prei geregeld aan te aarden krijgt hij langere witte schachten. De aarde mag daarbij niet in de schacht van de prei terecht komen. Winterprei groeit langzaam en is daarom kort en stevig.
Rode biet
Zaaien – van april tot juni
Oogst – Bieten kunnen met bescherming van bijv. stro het hele jaar op het land blijven staan, maar jong geoogste bieten zijn malser en hebben een kortere kooktijd. Bieten kunnen worden ingekist. Draai dan het loof eraf.
Pastinaak
Zaaien – vanaf half april tot half mei.
Oogst – Pastinaak kan de hele winter door worden geoogst tot maart. Pastinaak kan worden ingekist. De groente is gemakkelijker te oogsten als het zaaibed goed nat is gemaakt. De natte grond laat beter los bij het uittrekken van de groente