Graszoden leggen
Graszoden leggen is een populaire manier om een mooi gazon aan te leggen. Het is niet zo moeilijk om graszoden te leggen. Een goede voorbereiding is belangrijk. De grond is de basis van het gras, dus dat moet goed zijn om een mooi gazon te krijgen. Ook moet er in het begin veel gesproeid worden en niet te kort gemaaid.
Graszoden leggen, wanneer?
Een gazon is snel gelegd met graszoden. Alleen tijdens de vorstperiode of als het sneeuwt kunt u geen graszoden leggen. Dus tussen maart en november kunt u gewoon graszoden leggen. Als het erg warm weer is met veel zon moet u extra veel sproeien.
Grond bewerken en egaliseren
Belangrijk is de grond waar de graszoden op gelegd worden. Deze moet als goede ondergrond dienen voor het gras. Om de grond te bewerken zal de grond los gemaakt moeten worden en onkruidvrij. Daarna kan de grond tot 1 spade diep omgespit worden. Alleen als de grond daaronder erg hard is, is het verstandig nog wat dieper om te spitten. Haal als laatste nog eens alle stenen, takken en andere ongeregeldheden eruit.
Hierna kan je de grond gaan egaliseren. Dit kun je doen door een lange plank over de grond te halen. Als de grond egaal en recht is, moet de grond minimaal 2 weken rusten. De grond kan dan goed inklinken. Wat hierbij kan helpen is regen, daardoor zakt de grond beter in. Regent het niet dan kunt u de grond ook zelf sproeien. Let op voor het onkruid dat kan gaan groeien. Na deze periode kunnen er kuiltjes onstaan zijn, maak de grond daarom hierna nog eens egaal.
Grond verbeteren
Om het gras goede voeding te geven gaan we de grond verbeteren. De grond is de basis van het gras, hier zal het gras al zijn voedingsstoffen en water uit halen. Meng door de bovenste 10 cm een mengsel van mest, tuinturf en compost. Hierna moet alles goed aangerold worden, of aangestampt.
Graszoden leggen
Nu is de grond klaar om er graszoden op te leggen. Om de graswortels beter te laten hechten is het aan te raden om het bovenste laagje grond wat los te harken. De grond moet nu ook wat vochtig zijn, drijfnat is niet nodig.
De graszoden leg je strak tegen elkaar aan en het liefst wat verspringend. Tussen de randen strooi je wat potgrond, dit helpt het ook daar te gaan groeien waardoor je na een tijdje de randen niet meer ziet. Ook op plekken waar kleine gaten / openingen zitten in de grasmat kun je wat extra potgrond leggen. De randen kun je afsteken met bijvoorbeeld een spade.
Als de graszoden liggen moeten ze nog goed aangeduwd worden. Dit kan het beste aangerold worden (rollers zijn te huur bij tuincentra en bouwmarkten). Anders kan het ook door er met zo breed mogelijke schoenen en plankjes overheen te lopen.
Gras sproeien
In het begin moeten de wortels van het gras nog vastgroeien. Daardoor is het belangrijk om vooral in het begin extra veel te sproeien, liefst elke dag. Na ongeveer 2 a 3 weken zal de grasmat vastgegroeid zijn. Om de wortels te stimuleren om dieper te groeien kun je wat minder vaak sproeien. Toch moet het nog steeds vaker dan normaal gesproeid worden. Beter is om een paar keer lang te sproeien in plaats van vaak heel even. Als je het lang sproeit komt het water dieper in de grond en voorkomt dat de wortels bovenin blijven zitten.
Eerste keer gras maaien
Begin niet te snel met maaien, het gras moet eerst wat vaster gegroeid zijn. De eerste maaibeurt kan als het gras 7 cm hoog is. In de eerste tijd moet het gras nog niet te kort gemaaid worden. Als het wat langer is kan het beter water opnemen uit de grond. Laat het ook weer niet te lang worden, het gras groeit dan minder vol. Probeer het niet korter te maken dan 4cm.