Kruidige siertuin
Heel lang geleden leefden wij mensen in de natuur, we aten uit de natuur en we gingen dood in de natuur. Dat natuurlijk leven had zo zijn eigen voor- én nadelen, veronderstel ik. Nu is de natuur, tenminste in Europa nog weinig bedreigend, integendeel de wilde natuur lijkt getemd, planten en dieren worden zelfs met uitsterven bedreigd. En dus probeert de mens die bedreigde, niét-bedreigende natuur te vertroetelen en te beschermen.
Dat kan een beetje door wilde planten in onze eigen tuin op te nemen. De tuin als een natuurreservaatje. We spreken dan over een ecologische tuin, wilde tuin of natuurvriendelijke tuin. Het aangename aan het nuttige parend, zouden we ook, wat ik noem, een kruidige siertuin kunnen aanleggen. Een tuin die op een bescheiden manier rekening houdt met het natuurlijke, het ecologische van planten, maar ook met hun gebruiks- en schoonheidswaarde. Een tuin dus met enige principes. Principes waar je natuurlijk mag en misschien zelfs moet van afwijken. Een tuin vol van planten, die (1) natuurlijk, (2) mooi en (3) gezond zijn. Een ecologische en kruidige siertuin waar je al je zintuigen de kost kan geven. Ecologie zonder ergernis, esthetiek zonder franjes en gezondheid zonder complexen, dat kan een kruidige siertuin zijn.
Natuurlijk
Een woord dat we allemaal wel eens misbruiken, voor de kruidige siertuin betekent ‘natuurlijk’ dat we voornamelijk inheemse en botanische planten gebruiken en dat hun groeiomgeving gelijkt of aangepast is aan hun groeiplaats in de natuur. Natuurlijk is dus min of meer ecologisch. Een voorbeeld: Bedstro en Daslook groeien in de natuur langs bosranden, deze grondbedekkers zouden we in de tuin langs een heg of onder een boom kunnen aanplanten. Wilde tijm, Muurpeper en Wit vetkruid groeien op droge, stenige en kalkrijke plaatsen en kunnen in de rotstuin verwerkt worden.
Mooi
Een siertuin, hoe ecologisch ook, mag of moet ook mooi zijn. Schoonheid is relatief, maar betekent wel meer dan schoon of proper. In de klassieke siertuin kijken we dikwijls teveel naar de grote en de felle kleuren van een bloem, bij wilde planten is de bloeiduur dikwijls kort, daarom moeten we in een natuurlijker tuin meer aandacht besteden aan vorm, structuur en kleur van het blad en de opbouw van de hele plant. Een plant is niet alleen bloem, maar ook wortel, stengel, blad, zaad en vrucht; plantendelen die allemaal hun eigen schoonheid hebben. Een tuin is ten andere geen willekeurige verzameling van planten, maar moet zowel ecologisch als esthetisch een harmonieus geheel vormen. Vorm, kleur, structuur en grootte van elk deel van de plant en van de planten onderling geven ons een gevoel van harmonie en schoonheid, een gedicht of een schilderij waardig.
Nuttig
De bedoeling is dat de siertuin die we hier bespreken ook een nutstuin is. Elke plant in de natuur heeft een waarde op zich, als we ze in onze kruidige siertuin brengen, krijgen ze ook een functie voor de mens als voedsel, als medicijn of als decoratie. Een plant zoals het Groot kaasjeskruid is dan ook boeiend voor onze tuin omdat hij zowel mooi en inheems is, maar ook gebruikt kan worden om keelpijn en hoest te verlichten. En zelfs een Amerikaanse prairieplant zoals de rode zonnehoed kan niet alleen bewonderd worden maar ook opgegeten om je weerstand tegen infecties te vergroten. Op die manier doen wij wat voor de plant en doet de plant wat voor ons. Dubbel plezier dus. Wat moet een mens nog meer!