Een knotwilg planten en onderhouden

Het voordeel van een knotwilg is onder andere dat de takken aan de ene kant beschutting leveren, maar aan de andere kant voldoende licht doorlaten. Ook blijft het water doorgaans niet in de boom hangen en daardoor komen er geen problemen met het eventuele eronder liggende gras.
Knotten
Er zijn mensen die een knotwilg elk jaar snoeien, of beter gezegd knotten. Dat hoeft niet per se, maar voor een goed resultaat moet het in ieder geval om de drie of vier jaar gebeuren. Als er namelijk niet wordt gesnoeid, dan worden de takken te zwaar voor de stam en gaat die inscheuren. Dan is de kans groot dat er water in blijft hangen en vermolmd de stam. Verouderde of vermolmde knotwilgen zijn door de ontstane holen overigens een geliefde verblijf- en broedplaats voor vogels. Met name de steenuil is er gek op. Ruim de helft van de in Nederland voorkomende steenuilen broedt in knotwilgen.Idealiter wordt de boom op een hoogte van zo’n twee meter gesnoeid. Uit de knot die dan geleidelijk aan ontstaat, groeien al vrij snel nieuwe jong takken. De knot en de stam eronder is dan zogezegd het “oude” gedeelte van de boom, die met de jaren dikker wordt. Het is een prachtige gewaarwording dat een knotwilg zo’n ingrijpende snoeibeurt iedere keer weer overleefd. En dat na het herstellen van de snoeiwonden weer nieuwe scheuten worden aangemaakt.
Het planten van een nieuwe knotwilg
Met de gesnoeide takken is het mogelijk om een nieuwe knotwilg te creëren. Echter niet elke tak of stek kan zomaar gebruikt worden. Het beste is een vrijwel rechte tak te pakken. Ook moet het een gezonde tak zijn, een beetje groenig van kleur. Als de tak bijvoorbeeld duidelijke bruine plekken heeft, dan kan deze zijn aangetast door de bacterie van de watermerkziekte. Veel takken hebben zogenaamde (dikke) splitsingen. Ook die zijn ongeschikt. Na de selectie van een stek moet deze dan ontdaan worden van de zijtakken. De ideale stek heeft een lengte van zo’n 2,5 tot 3 meter.Wanneer snoeien en/of planten van een knotwilg?
Snoeien en/of planten van een knotwilg kan van november tot maart. Maar gezien de kans op vorst is eigenlijk de meest ideale periode eind februari tot en met maart. De geselecteerde stek(ken) moeten voor ongeveer 50 tot 70 cm in de grond worden geplaatst. Een gat kan gemaakt worden met een schop of een grondboor. Alvorens de stek in de grond wordt geplaatst , is het nodig om aan de onderkant twee stroken te schillen van de bast. Zo’n 20 tot 30 centimeter is voldoende. Op deze wijze kan de wortelgroei worden bevorderd.Na het plaatsen moet de grond goed worden aangestampt. In principe is het niet nodig om naast de boom een stabilisatiepaal te plaatsen. De boom zal in het begin namelijk niet veel wind vangen. Ook een afrastering is niet nodig, tenzij er (huis)dieren in de buurt zijn of kunnen komen. Knotwilgen gedijen het beste op plaatsen waar veel water is, dus langs sloten of op plaatsen waar het grondwater vrij hoog komt.