De makkelijkste groenten in de moestuin voor de lente
De keuze van de groenten die men plant in de moestuin, bepaalt in hoge mate de hoeveelheid werk die men erin zal moeten steken. Voor beginnende moestuiniers, of mensen die voorzien van een bepaald jaar niet teveel tijd te zullen hebben, is het dus handig om te weten welke groenten er in de lente het minste onderhoud en werk vragen.
Spinazie
Spinazie is een van de vroegste groenten die men kan kweken. Vroege, snelgroeiende soorten kunnen onder plastiek soms al vanaf maart. Het is helemaal niet nodig om spinazie op rijen te zaaien, gewoon uit de losse pols kan ook. Het is wel even zoeken naar de juiste dichtheid. Te dun zaaien zorgt voor een lager rendement en meer onkruid. Te dik zaaien kan ervoor zorgen dat de planten elkaar verstikken.
Spinazie groeit zelf zo snel dat er bijna geen onkruid tussen gegroeid is tegen de tijd dat u oogst. Bovendien kan u 2 of 3 keer na elkaar spinazie zaaien zodat u ook geen grote oppervlakte nodig hebt voor een mooie oogst. Voor het rendement mag u rekenen op ongeveer 1 tot 1,5 kg spinazie per m² per zaaibeurt. Voor een standaardbedje van 2m² dat tweemaal per jaar bezaaid wordt geeft dat jaarlijks tot 6kg spinazie, genoeg voor een portie voor 2 personen iedere 2 weken het jaarrond.
Het onderhoud van dit bedje blijft beperkt tot het inzaaien en het oogsten. Het weinige onkruid dat er is, wordt weggeschoffeld tussen 2 zaaibeurten. Dit gaat een pak sneller als onkruid met de hand te moeten wieden. Het enige grote werk dat er is aan spinazie is het oogsten en bewaren. Hiervoor rekent u best op een 2 tot 3-tal uur per gezaaide m². Na het wassen en stomen kan dit in kleine zakjes in de diepvries zonder al teveel plaats in te nemen.
Tips
- Zaai 2 of 3 keer spinazie op een klein zaaibed in plaats van 1 keer op een groot zaaibed
- Zaai niet later dan begin juni, spinazie schiet dan heel snel in bloem waardoor u meer kuiswerk zal hebben, u kunt dit bed dan beter gebruiken voor andere bladgewassen. Dit zorgt ervoor dat u de totale oppervlakte van uw moestuin kan beperken.
- Laat spinazie niet te groot worden, bij 'babyspinazie' dient u de steeltjes niet uit de bladeren te halen, gewoon spoelen en stomen. Grotere spinazie geeft natuurlijk een beter rendement, maar meer werk of 'draderige' spinazie
- Meng spinaziezaad met bijvoorbeeld radijzenzaad. Radijzen groeien sneller dan spinazie. Bij het oogsten van de radijzen wordt het spinaziebed zo automatisch uitgedund.
- De grote vijand van jonge spinazieplanten is de slak, strooi gerust enkele biologische slakkenkorrels tussen het zaad en herhaal wekelijks indien nodig om het rendement te bewaren.
Radijzen
Radijzen zijn zo mogelijk de makkelijkste groenten om te kweken. U zaait deze namelijk rechtstreeks in volle grond en kan ze reeds enkele weken later oogsten. Radijzen groeien ook sneller als het meeste onkruid dus dient u ook niet te wieden.
Een ander voordeel aan radijzen is dat u helemaal geen plaats moet voorzien. Er is gedurende het hele seizoen wel ergens plaats om deze tussen te zaaien. Daar waar u radijzen zaait groeit intussen ook geen onkruid...
Tips
- Maak de grond licht los voor het inzaaien en wrijf er nadien even met de handen over om het zaad te bedekken. Even water geven met een gieter en het werk zit erop
- Radijzen zaaien kan het hele seizoen door, maar sommige soorten groeien beter in het voor- of najaar, zorg bij het bestellen van de zaden dus voor enkele soorten
- Probeer iedere week of iedere 2 weken een beetje radijzen te zaaien, zo hebt u er het hele seizoen door
Sla
Sla is heel gemakkelijk te kweken, zeker indien u de planten reeds gaat kopen op de markt of in een lokale winkel. Het voorzaaien en verspenen is soms wat tijdrovend. Indien u de planten koopt duurt het ongeveer 3 tot 4 weken voor u een eetbare krop hebt. Het enige wat u hiervoor moet doen is de plant in de grond steken met veel water en wachten. Bij heel droog weer, en zeker op zandgrond, dient men af en toe wat water te geven, maar ook niet meer dan wekelijks. Beter is van 1 keer veel water te geven dan alle dagen een klein beetje.
Voor sla moet men ook niet echt een aparte plaats voorzien. Tot aan de ijsheiligen kan men ze makkelijk kwijt op de plaatsen waar de niet vriesvaste planten komen. Nadien kan u ze bijvoorbeeld planten op het bed waar de spinazie stond of tussen de bonen.
Sla vraagt ook weer geen onderhoud, het volstaat van de grond goed los te maken elke keer voor het planten. Indien er toch teveel onkruid groeit is er wel nog plaats genoeg tussen de planten om te schoffelen en dient men wederom niet te wieden.
Tips
- Sla trekt veel slakken aan, strooi zo snel mogelijk wat biologische slakkenkorrels na het planten. In het begin is de slakrop het meest kwetsbaar en kunnen enkele slakken de volledige plant verorberen
- Plant telkens verschillende soorten. De ene soort groeit al wat sneller dan de andere, zo vermijdt u van op 1 moment alles te hebben, en andere weken niks.
- Indien u 3 à 4 soorten plant volstaat het om elke 3 weken nieuwe planten te zetten om voortdurend sla te hebben.
- Sla hoeft niet altijd in volle zon te staan, zeker in juli/augustus, of op zandgrond, mag u deze zeker tussen hogere planten zetten
Aardappelen
Op het eerste zicht lijkt het zo niet, maar aardappelen planten vraagt helemaal niet zoveel werk. Na het voorkiemen, waar geen werk aan is, moet u rekenen op 4 zaterdagnamiddagen werk voor een 100-tal planten.
De eerste namiddag besteedt u natuurlijk aan het planten. Leg de aardappelen met de scheuten naar boven in een put van ongeveer 5 à 10 cm diep. Het makkelijkste maakt u deze putjes door de achterkant van bijvoorbeeld een schop in de grond te duwen. Neem wel geen te smalle stok. Even de putjes toedekken en klaar.
Na enkele weken wachten komen de aardappelplanten boven de grond. De kans is groot dat er intussen ook al wat onkruid tussen te bespeuren valt, dit is echter geen probleem. Eens de planten zo'n 10 à 15 cm boven de grond staan kan men beginnen met het ophogen. Passeer met een schoffel tussen de planten en gebruik de aarde om een bult te maken rond de plant, tot net onder de bovenste blaadjes. Nu zijn de aardappelen opgehoogd en is het onkruid in 1 keer mee verdwenen.
Vanaf nu is het gewoon afwachten tot de planten groot worden, door het dichte bladerdak groeit er bijna geen onkruid onder, en het weinige dat erdoor komt kan helemaal geen kwaad. Eens de planten uitgebloeid zijn en beginnen te vallen mogen de aardappelen geoogst worden.
Het oogsten gaat het makkelijkste met een 4-tandse riek, steek gewoon onder de plant door en wrik de plant omhoog. Raap alle aardappelen eruit en laat ze enkele dagen drogen. Haal de eventuele rotte exemplaren er direct uit. De aardappelen met kleine gaatjes kan u best opzij leggen om als eerste te gebruiken.
Na een aantal dagen gedroogd te hebben kan u er eventueel nog het teveel aan aarde makkelijk afborstelen. Dit is veel praktischer in de keuken voor de rest van het jaar, en kan u helpen om eventuele gaatjes en rotte plekken makkelijker te zien.
Tips
- Kies voor het eerste jaar een ziekteresistente soort. Zo kan u al merken hoe het gaat zonder u al teveel zorgen te moeten maken
- Haal de aardappelen zeker niet te vroeg uit de grond, de plant mag gerust volledig verschrompeld zijn! Die laatste dagen in de grond zorgen voor een hardere schil waardoor de aardappelen langer bewaren
- Voor het rendement mag u rekenen op ongeveer 3/4 à 1 kg per plant. Voor 1 kg plantgoed heeft u al gauw tussen de 40 en 70 kg aardappelen, afhankelijk van de soort
Veel moestuinplezier!