Bospaddestoelen van eigen kweek
Bospaddestoelen krijgen meer bekendheid. Oesterzwammen, fluweelpootjes, stropharia’s, shii-take en bundelzwammen worden steeds vaker in de winkel te koop aangeboden. Helaas zijn er maar weinig moestuinders die de teelt zelf ter hand nemen. Toch zou u het eens moeten proberen, moeilijk is het zeker niet en vanwege de kosten hoeft u het ook niet te laten.
Soorten paddestoelen
Paddestoelen zijn de vruchtlichamen van schimmels die leven van dood organisch materiaal zoals hout of stro. Shii-take, bundelzwam en fluweelpootje moeten op hout worden geteeld.
Oesterzwam groeit zowel op hout als op stro en stropharia ontwikkelt alleen op stro vruchtlichamen. Voor een goede groei vragen ze een schaduwrijke plaats, zonder al te veel wind.
In tegenstelling tot de champignon vragen de bospaddestoelen wel wat licht om goed te groeien.
Het uitgangsmateriaal voor een teelt is het broed. Dit bestaat uit graankorrels of fijngemalen stro die ‘geïnfecteerd’ zijn met de paddestoelenschimmel. Het broed is kant en klaar te koop bij tuincentra of gespecialiseerde bedrijven. Het broed moet erg hygiënisch worden behandeld om infecties met andere schimmels te voorkomen.
De teelt op hout
Voor de paddestoelen die op hout groeien zijn zowel harde houtsoorten kastanje, beuk, berk en eik) als zachte houtsoorten (wilg en populier) bruikbaar. Voordat u een keuze maakt, moet u wel bedenken dat u van zachte houtsoorten sneller kunt oogsten, maar dat ze minder lang meegaan.
Voor een goed teeltresultaat is belangrijk dat het hout waarop de schimmel wordt geënt niet ouder is dan een half jaar. Bij ouder hout is de kans groot dat andere schimmels zich op en in het hout hebben gevestigd. De gekweekte paddestoel moet dan in concurrentie met de ’’vreemde” schimmel hetgeen ten koste gaat van de opbrengst.
Tweede belangrijke punt is dat het hout niet te droog of te nat mag zijn. Om dit te controleren zaagt u enkele schijfjes van het stammetje. Wanneer het zaagsel kan worden samengeknepen tot een bal is het hout vochtig genoeg. Als er druppels vocht uit komen, dan is het te nat. Stammetjes die te droog zijn, worden enkele dagen in een bak met water gelegd. Wanneer ze te nat zijn. moeten ze drogen in de zon of in een verwarmde ruimte.
Derde belangrijke punt is dat de stammetjes een doorsnede moeten hebben van minstens 12 cm om voldoende grote vruchtlichamen te oogsten.
Het enten van de stammetjes
Er zijn drie verschillende manieren om stammetjes te enten met paddestoelbroed: in zaagsneden, in geboorde gaten of tussen een afgezaagde schijf. Met schone handen strooit u het broed in de gaten die vervolgens zorgvuldig worden afgedekt met plastic. Ook is het mogelijk de stobben van gekapte bomen te benutten voor de teelt van paddestoelen. Bij stobben met een doorsnede van minder dan 25 cm wordt een schijf afgezaagd, het broed op de zaagsnede gestrooid en de schijf er weer opgelegd. Bij dikkere stobben zaagt u aan weerszijden een diep wigvormig stuk uit. Bedek het bovenste snijvlak van de wig en het onderste snijvlak van de stobbe met broed en schuif de wig er weer in. Naarmate de stobbe dikker is, duurt het langer voordat het mycelium is doorgegroeid en de oogst op gang komt. Maak een schuin afdakje boven de stobbe om hem te beschermen tegen te sterke zon en uitdroging.
Bij de oesterzwam onderscheiden we een zomer- en wintertype. De zomeroesterzwam is in het voor- en najaar oogstbaar. Beide typen kunnen worden geënt in mei, juni en van half augustus tot halt september. Na het enten, moet de schimmel doordringen in het hele stammetje. In de zomermaanden duurt dat 3-4 maanden. Tijdens deze doorgroeifase worden de stammetjes opgestapeld op een schaduwrijke, vochtige plaats. Om uitdroging te voorkomen bedekt u de stapel stammetjes met een laag vochtig stro van 20 cm en eventueel met zwart geperforeerd plastic folie.
Gaat het slechts om enkelestammetjes, dan kunt u die ook in geperforeerde plastic vuilniszakken verpakken en wegleggen op een koele plaats. Wanneer de stammetjes goed doorgroeid zijn, verschijnt op de kopse kanten het witte mycelium. Dan kan de eigenlijke teelt beginnen. De stammetjes worden op hun vaste plaats (beschermd tegen wind en zon) gezet met de voet 10 cm in de grond en op onderlinge afstand van 30x30 cm. Afhankelijk van de tijd van het jaar kan na 3-10 maanden voor de eerste keer worden geoogst.
De bundelzwam wordt geënt in april, mei of augustus. De eerste vier maanden worden de stammetjes gestapeld en bedekt met geperforeerd plastic folie. Daarna worden ze uitgezet waarbij belangrijk is dat de stammetjes goed contact maken met de grond. Tijdens de teelt moet in droge perioden de aarde rond de stammetjes regelmatig worden gegoten. Om de luchtvochtigheid op peil te houden kunnen de stammetjes worden bedekt met geperforeerd plastic folie. Ongeveer 10-16 maanden na het enten kan voor de eerste keer worden geoogst.
Het fluweelpootje wordt in april, mei of september geënt. De teelt verloopt hetzelfde als bij de oesterzwam. Afhankelijk van de tijd van het jaar en de omstandigheden kan 8-14 maanden na het enten voor de eerste keer worden geoogst.
Shii-take wordt geënt in april, mei en eind augustus, begin september. Berk, eik en kastanje zijn goede houtsoorten voor deze paddestoel. Ongeveer een jaar na het enten kan voor de eerste keer worden geoogst. De teelt is gelijk aan die van de oesterzwam.
De teelt op stro
Oesterzwammen kunnen worden geteeld op balen stro die op de grond worden gelegd. Maak het stro goed vochtig door het in een grote bak water te leggen of een week lang meerdere keren per dag te begieten. Steek met een pootstok 20 cm diepe gaten in de baal en vul die met broed. Per baal is ongeveer 1,5 kg broed nodig. Zomeroesterzwam kan van april tot juli worden geënt, winteroesterzwam in augustus. Bedek de baal direct na het enten met een stuk zwart geperforeerd plastic. Na 4-8 weken is het stro doorwoekerd met wit schimmelpluis en wordt het plastic verwijderd. In de periode die nu volgt moet bij droogte zeer regelmatig worden gegoten om uitdroging te voorkomen. Ongeveer drie maanden na het enten kunnen de eerste paddestoelen worden geoogst. In de volgende 2-3 maanden kunt u ongeveer 5 kg heerlijke oesterzwammen oogsten.
Stropharia groeit het beste op los stro dat wordt opgeslagen in een 20 cm diepe kuil in de grond. De zomerteelt wordt aangelegd van mei tot juli, de winterteelt in augustus of september. Maak het stro goed nat alvorens te enten. Til de bovenste laag stro op, strooi per losgemaakte baal stro ongeveer 1,5 liter broed, breng de bovenste laag weer op z’n plaats en druk hem stevig aan. Vervolgens wordt het stro bedekt met geperforeerd zwart plastic. Na ongeveer 4 weken is het stro doorgroeid en wordt een laag tuingrond aangebracht van 4 cm dik en opnieuw bedekt met folie. Na nog eens 3 weken wordt bovenop het witte schimmelpluis zichtbaar en het plastic verwijderd. Goed sproeien is nu erg belangrijk. De komende maanden worden de jonge paddestoelen geoogst. Het beste tijdstip is als de hoed nog gesloten is. Na de laatste oogst mag het verteerde stro op de composthoop.
© 2013 - 2024 Raphaella, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Judasoor, ook een paddestoelPaddestoelen! Geheimzinnig en spannend zijn ze altijd wel geweest. Denk maar aan de vele onheilspellende volksnamen die…
De Moestuin: Hoe maak je die?Overal in Nederland zijn er moestuinen, maar hoe maak je zo'n moestuin en hoe zorg je ervoor dat er veel groenten en fru…
Een zwembad installerenOngetwijfeld is het een stille, maar reeds jarenlang gekoesterde wens van velen: een eigen zwembad te bezitten. Inderdaa…
Bronnen en referenties
- www.tuinseizoen.com
- http://www.tuinadvies.be