Goede buitenverlichting realiseer je zo

Een goede buitenverlichting is geld waard, zéker in de winter. Dan kun je extra (buiten)licht in de duisternis best gebruiken. Een geschikte buitenverlichting wijst je de weg. Dankzij de juiste combinatie met sfeerverlichting kun je extra accenten leggen en de mooiste hoekjes in je tuin extra benadrukken. Je moet beslist géén handige harry zijn om je buitenverlichting zélf aan te leggen. Hoe pak je deze klus aan, en op wat moet je letten bij de aankoop van de verschillende materialen?

Waar heb je buitenverlichting nodig?

Voor je jouw plannen voor de aanleg van efficiënte buitenverlichting definitief op papier zet, moet je eerst uitmaken wat je van die buitenverlichting verwacht. Wil je vooral je tuinpad verlichten, de inkomhall, de oprit naar je garage of je ganse tuin? Een doeltreffende buitenverlichting is in de eerste plaats functioneel, maar kan tegelijkertijd ook voor extra sfeer rond je woning zorgen. Een spot op een mooi decoratief hoekje of een kleurrijke plant, struik of boom geeft je woonomgeving extra uitstraling. Je moet vooraf niet alleen uitmaken wat je wil verlichten, maar even goed hoe je dit wil verlichten. Er bestaat inderdaad een groot verschil tussen het verlichten van je veranda of van je tuinpad. Wil je uitsluitend je oprit verlichten, dan moet je er voor zorgen dat je deze niet egaal verlicht. Je verlicht je oprit het best met spots of led- verlichting, op een gelijkmatige tussenafstand geplaatst.

Electriciteitsnetwerk aanleggen

Het eerste wat je nodig hebt voor je buitenverlichting, is de aanleg van een electriciteitsnetwerk. Gebruik daarvoor bij voorkeur een beschermde grondkabel, om eventuele schade te voorkomen of tot een strikt minimum te beperken. Bedek de plaats van de kabel met bijvoorbeeld gekleurde kiezelsteentjes. Die zullen je zeker helpen wanneer later werken in de tuin of aan je woning moeten worden uitgevoerd. Je kan ook een gewone electriciteitskabel gebruiken, maar plaats deze dan wel in een buis uit kunststof vooraleer je hem definitief ingraaft. Voor maximale veiligheid leg je de electriciteitskabel op een diepte van minstens zestig centimeter.

Aansluiten armaturen nauwkeurig werkje

Het veilig aansluiten van de armateuren is ongetwijfeld een secuur. Gebruik armaturen die volledig stof- en waterdicht zijn. Lampen op zonne- energie zijn voor je buitenverlichting ongeschikt. Hun capaciteit is zo klein, dat ze maximum amper een half uurtje branden.

Maximaal gebruikscomfort met sensoren

Voor je buitenverlichting heb je de keuze tussen het gebruik van lichtsensoren of schakelaars. Voor een zo groot mogelijk gebruikscomfort zijn lichtsensoren ongetwijfeld het meest geschikt. Met lichtsensoren kun je jouw buitenverlichting inschakelen van zodra de duisternis valt. Je kan dit combineren met een tijdsklok. Die kun je dan instellen op het tijdstip dat je jouw buitenverlichting wil inschakelen. Ga je voor de meest energiezuinige oplossing, dan is een lichtschakelaar de beste oplossing. Hou er dan wél rekening mee dat een lichtschakelaar bij de geringste beweging je buitenverlichting zal inschakelen.

Grondspots, pinspots of led- verlichting?

Voor het verlichten van je oprit en/of je tuinpad kun je kiezen tussen grondspots, paaltjes of spots die op paaltjes zijn gemonteerd en op deze manier in alle richting kunnen draaien. Je kan zo'n draaibare spots tegelijk gebruiken voor het extra verlichten van het mooiste hoekje van je tuin. Grondpots zijn wél tot de helft duurder dan pinspots. Grondspots worden ondergronds aangelegd, zodat ze aan de strengste veiligheidsnormen moeten voldoen. Pinspots zijn vooral geschikt voor indirecte verlichting.

Keuze van het soort lampen

De keuze van het soort lampen hangt af van de hoeveelheid licht die je nodig hebt. Op plaatsen waar je het meeste licht wil , gebruik je best spaarlampen. Leds en gloeilampen zijn meest geschikt als sfeerverlichting en om bepaalde accenten te leggen. Spaarlampen zijn pas voordelig als ze een tijd moeten branden. Ze zijn dus ongeschikt bij het gebruik van lichtsensoren, omdat ze bij telkens bij het aan- en uitschakelen veel energie verbruiken.