Metselaarsgereedschap en machines
Hoe en met welke gereedschappen/machines kun je metselen? Het belangrijkste waar je op moet letten tijdens het metselen. En hoe gebruik je het gereedschap op de juiste manier. Dit is natuurlijk belangrijk om te weten voordat je begint met het metselen van een muur.
Metselgereedschap
Metseltroffel
Een troffel bestaat uit een blad, arend en hecht. De arend is met een pen in het hecht bevestigd. Het hecht staat wat schuin naar de punt van het blad gericht. Als het blad hang of staat glijdt de specie te snel van het blad. De bovenkant van het hecht moet in één lijn liggen met de punt van het blad. Controleer dat bijvoorbeeld op een tafel.
Een metseltroffel moet, behalve om mee te metselen, ook geschikt zijn om stenen mee te hakken. Daarom moeten alle onderdelen van een goede kwaliteit zijn. Een metseltroffel heeft een ronde punt en een rechte en een ronde zijkant. Met de rechte kant strijk je de uitpuilende specie van de muur. Met de ronde zijkant, de hakkant, kun je stenen hakken.
Er zijn rechtse en linkse metseltroffels. Een rechtse metseltroffel heeft de hakkant rechts, de linkse metseltroffel links.
Een metseltroffel heeft een blad van 160, 180 of 195 mm lang.
Metselkoord
Er zijn twee soorten metselkoord, namelijk van hennep en nylon. Metselkoord is in de handel in strengen van 50 m. Draai het koord eerst op een latje, dan raakt het bij het gebruik niet in de knoop. Je steekt het met een lus of met een draadklos aan het metselprofiel. Ook goed te gebruiken zijn draadklossen van kunststof.
Nylonkoord is wat scherp, het kan bij het straktrekken in de handen snijden.
Hakgereedschap
Kaphamer
De kop van de kaphamer bestaat uit een lange gebogen platte bek en een vierkant deel. Met de kaphamer kun je stukken van bakstenen afkappen. De bek is aan de binnenkant geslepen. Bij het kappen moet de bek de steen haaks treffen. De kaphamer weegt 500 of 750 gram.
Sabel
Een sabel is 300 mm lang, heeft een scherpe vouw en een rechte rug. De sabel gebruik je samen met de kaphamer voor het hakken van metselstenen. Daarbij zet je de sabel op de steen en geeft er met de kaphamer een flinke tik op. De steen breekt dan onder de sabelvouw recht af.
Voegbeitel
Een voegbeitel is ovaal van doorsnede en heeft een platte vouw. De voegbeitel gebruik je samen met een moker voor het uithakken van voegen en het hakken van metselstenen. Voegbeitels zijn 230 mm lang met een vouwbreedte van 50 of 60 mm.
Moker
Een moker of vuist gebruik je onder andere samen met een voegbeitel voor het hakken van harde metselstenen. De kop kan een gewicht hebben van 1000, 1250, 1500 en 2000 gram. Door een mokerdop aan te brengen, kun je de moker ook gebruiken voor het leggen van trottoirtegels.
Klezoorboy
Een klezoorboy bestaat uit een:
- onderstel met twee geleiders
- verticaal beweegbaar hakmes met handvat
- verstelbare geleider
Met dit apparaat kun je meerdere bakstenen tegelijk op lengt hakken. Bij het hakken van harde metslestenen moet het hakmes met kracht naar beneden geslagen worden. Dat kan nadelige gevolgen hebben voor arm en schoudergewrichten.
Steenknipper
Om van klinkers of van betonsteen steenstukken te maken, is een steenknipper beter geschikt. Door de hefboom kun je veel kracht op de messen uitoefenen. Ook met een steenknipper kun je meer stenen tegelijk op maat knippen.
Voeggereedschap
Krabbelaar
De voegen van metselwerk krab je uit voordat de specie gaat binden, meestal binnen 3 tot 4 uur na het metselen. Daarvoor gebruik je een krabbelaar, meestal een oude, kort afgezaagde voegspijker. Hierbij moet je vooral de randen van de stenen goed raken. Na het uitkrabben kun je met een harde bezem het metselwerk schoon borstelen.
Voegspijker
Voor het afvoegen van metselwerk zijn er verschillende soorten voegspijkers, afhankelijk van het soort voegwerk. Voor platvol of verdiepte gladde voegen gebruik je een vlakke voegspijker. Voor holle en bolle voegen gebruik je respectievelijk een bolle of een holle voegspijker. Een voegspijker bestaat uit een hecht en een blad. Het blad is evenals bij de troffel met de arend in het hecht bevestigd. Het smalle blad is gemaakt van veerkrachtig staal en heeft een breedte van 6, 8, 10 of 12 mm. Het blad heeft een lengte van 140 of 190 mm. Een stootvoegspijker maak je door een voegspijker op een lengte van ongeveer 60 mm af te knippen.
Voegbord
De voegspecie strijk je vanaf een voegbord in de lintvoegen. Het voegbord bestaat uit een bord, soms met opstaande randen, en een handvat. Voegborden van metaal of kunstof zijn in de handel maar ze zijn ook gemakkelijk van hout te maken.
Diverse gereedschappen
Steenklem
Met een steenklem kun je maximaal 10 metselstenen met één hand verplaatsen. Je hoeft de soms scherpe stenen dan niet in de hand te nemen. Bij onoordeelkundig gebruik kunnen de schoudergewrichten overbelast raken. Til daarom dicht langs je lichaam, niet teveel tegelijk en beurtelings links en rechts.
Cellenbetonzaag
Met een cellenbetonzaag zaag je poreuze steenachtige materialen als cellenbeton en gipsblokken. De zaag kan 625 tot 750 mm lang zijn en heeft grote, geharde tanden. Het aantal tanden is, afhankelijk van de zaaggrootte, 17 tot 44.
Drieklezoormal
Bij het hakken van drieklezoren is een drieklezoormal een handig hulpmiddel. Dit is een lat van ongeveer 250 x 25 x 50 mm die over de lengte van een drieklezoor uitgekeept is. Je kunt de mal gemakkelijk zelf maken. Er zijn ook verstelbare metalen mallen in de handel.
Keephoutje
Soms is het nodig om metselstenen op lengte te sorteren, bijvoorbeeld bij een steenrollaag. Een keephoutje, gemaakt van een latje van ongeveer 300 x 50 x 15 mm is een uitstekend hulpmiddel. De lengte van de keep is gelijk aan de gemiddelde steenlengte.
Verstekmal
Als er veel stenen van dezelfde schuinte nodig zijn, gebruik je een verstekmal. Daarvoor gebruik je een strook dun plaatmateriaal, bijvoorbeeld hardboard van ongeveer 200 x 60 mm. Dat wordt op een latje van ongeveer 15 x 15 mm bevestigd. Door de einden op de juiste schuinte af te zagen, kun je de stenen afschrijven.
Machines voor de metselaar
Steenzaagmachine
Vaak mag bij op maat gemaakte steenachtige materialen geen breukvlak in het zicht komen. Als dat niet te voorkomen is, moet het vlak er zo strak mogelijk uitzien. Komt het breukvlak niet in het zicht, dan wordt meestal toch geëist dat de in het zicht komende rand van dat vlak er strak uitziet. Met een sabel, klezorenboy of steenknipper is dat niet bij alle steensoorten goed mogelijk. Bijvoorbeeld betonsteen zal een zeer willekeurig breukvlak laten zien. Wil je bij dergelijke steensoorten een strak uiterlijk, dan zul je stenen met een afwijkend formaat moeten zagen.
Er zijn twee soorten steenzaagmachines:
- bij de één trek je het draaiende zaagblad door het stilliggende materiaal
- bij de andere duw je het materiaal tegen het draaiend zaagblad
Een steenzaagmachine bestaat uit de volgende, meestal losse onderdelen:
- onderstel
- waterbak met waterpomp
- gediamanteerd zaagblad of diamantzaag
Verder afhankelijk van het type zaagmachine:
- elektromotor op slede of een vaste elektromotor
- zaagplateau of slede voor het materiaal
Het stalen blad van de diamantzaag is voorzien van een rand van ca. 10 mm diamantstaal. Zodra deze rand versleten is kan het zaagblad niet meer gebruikt worden.
Toepassing
De steenzaagmachine gebruik je hoofdzakelijk voor het zagen van:
- metselstenen
- raamdorpelstenen
- vensterbanktegels
- kalkzandsteenblokken
Voor het zagen van beton is de machine minder geschikt omdat het vrij dure zaagblad snel slijt.
Veiligheid
Een kleine pomp spuit tijdens het zagen koelwater tegen het zaagblad. Behalve koeling van het zaagblad zorgt het water voor het afvoeren van de soms zeer schadelijke slijpresten. In de vorm van droog stof is dit nauwelijks te beheersen. Het zaagblad draait weg van de zager. Hierdoor wordt het koelwater afgevoerd in de richting van de machine, waardoor de zager niet nat wordt. Door deze opstelling zal de draaiende zaag altijd het materiaal naar zich toe, dus tegen de aanslag trekken. Ook als de zaag klem slaat, ontstaat dan geen gevaarlijke situatie. De machine mag tijdens het zagen niet wiebelen, stel hem op een vlake ondergrond. Houdt de slede tijdens het zagen stevig vast om klemslaan van het zaagblad te voorkomen.
De machine produceert veel lawaai, draag tijdens het zagen altijd gehoorbescherming. Zorg voor voldoende water in de waterbak en maak de bak, de pomp en de slangen tijdig schoon. Houd kleine stukken steen nooit met de hander vast.
Instellen en zagen
Op het plateau of op de slede is een verstelbare geleider bevestigd. Stel de geleider in op de lengte van de te zagen steenstukken. Houd de slede stevig vast en zaag in een rustig en gelijkmatig tempo.