Het betegelen van een badkamer
Een nieuwe badkamer laten plaatsen kan veel geld kosten. Dit terwijl de aansluitingen van de oude badkamer vaak nog op de goede plek liggen en het nieuwe sanitair daardoor vaak goed zelf te plaatsen is. Het probleem is echter vaak de betegeling; het leggen van tegels in de badkamer lijkt ingewikkeld, maar is goed zelf te doen. Wel is het hiervoor belangrijk om de juiste handelingen in de juiste volgorde te verrichten en daarbij zeer secuur te werken. Bij een badkamer is het daarnaast van belang om niet te besparen op het waterdicht maken van de badkamer
Oude tegels als basis of wegbreken van oude tegels
Voordat begonnen kan worden met het leggen van nieuw tegelwerk is het belangrijk om te weten of er over de oude tegels heen gelegd kan worden. Dit is goed te meten, door te kijken naar de dikte van de nieuwe tegel en daarbij iets extra marge te nemen voor de egalisatielaag en de lijm. Mocht dit mogelijk zijn scheelt het een hoop breekwerk. Als het niet mogelijk is, zal toch eerst de oude tegellaag uit de badkamer gebroken moeten worden. Mocht de tegellaag weggebroken moeten worden is het belangrijk om de juiste voorzorgsmaatregelen te nemen.
Het wegbreken van oud tegelwerk
Het afsluiten van het sanitair
Als er tegels weggebroken moeten worden zal het water afgesloten moeten worden. Dit kan door de hoofdkraan te sluiten en het water uit de leidingen te halen door de kranen in de badkamer aan te zetten. Als er geen water meer uitkomt zijn de leidingen leeg genoeg. Bij het verwijderen van het oude sanitair dient er wel rekening mee gehouden te worden dat de leidingen niet te dicht bij de grond afgezaagd worden. Dit bemoeilijkt alleen het verdere werkproces. Sluit de leidingen af met een afsluitdop en zet de hoofdkraan weer aan. Controleer wel nog even of de afgesloten leidingen niet lekken.
Het verwijderen van de radiator
Ook de verwarming zal afgesloten moeten worden. Zet hiervoor de CV ketel uit en tap het water uit de radiator af. Dit kan door het kraantje gedeeltelijk open te zetten en het water op te vangen in een emmer of opvangbak. Als de radiator leeg is, dan deze verwijderd worden. De meeste radiatoren hangen in een ophangsysteem en zijn daardoor relatief makkelijk te verwijderen.
Het wegkappen van de oude tegels
Zodra alles verwijderd is kan begonnen worden met het wegkappen van de oude tegels. Het makkelijkste is als er een tegel gevonden kan worden met een zijde die vrij ligt. Dit is bijvoorbeeld het geval als er niet helemaal tot het plafond betegeld is. Met een beitel en een hamer dan de tegel dan langs de vrije zijde los gekapt worden en zo kan er van boven naar beneden verder gewerkt worden. Mocht dit niet het geval zijn, tik dan een hoge tegel kapot en werk met de beitel vanuit de kapotte tegel naar buiten. Werk wel altijd van boven naar beneden, dit maakt het werk niet alleen makkelijker maar ook veiliger.
Als de oude tegellaag verwijderd is moet de ruimte zoveel mogelijk stofvrij en vetvrij gemaakt worden om een goede bodem te bieden voor de nieuwe badkamer. Ook als de oude tegellaag kan blijven zitten dient dit het geval te zijn.
Het egaliseren van de ondergrond voor de tegels
Voordat begonnen kan worden met het leggen van de tegels moet de ondergrond vlak en waterdicht gemaakt worden. Indien er een oude tegellaag aanwezig is, hoeft deze uiteraard niet meer waterdicht gemaakt te worden. Wel dient ook een oude tegellaag glad gemaakt te worden. Om de ondergrond vlak te maken zullen eerst de grotere scheuren en gaten gevuld moeten worden met vulmiddel. Als dit droog is kan bij een bestaande tegelvloer een egalisatielaag aangebracht worden van egalisatiecement of van bijvoorbeeld vloeibare plamuurmassa. Vanuit deze situatie kan dan verder gegaan worden met het lijmen van de tegels
Het waterdicht maken van een badkamer
Bij een badkamer waar geen tegels meer aanwezig zijn is het belangrijk om te zorgen dat de badkamer waterdicht wordt. Hier zijn een aantal manieren voor, maar het beste is om zoveel mogelijk maatregelen te combineren. Een lekkage in de net aangelegde badkamer is immers het laatste dat we moeten hebben. Gebruik voor het dichtsmeren van de ruimte cementmortel. Het gebruik van kalk soorten is hierbij sterk ontraden. Breng daarna een cementspecie dekvloer aan en maak deze wederom goed stofvrij. Behandel de muren en de dekvloer daarna met een primer. Doe dit niet één keer, maar herhaal het smeren van de primer een tweede keer. Let goed op dat de vlakken zo egaal mogelijk moeten zijn; dit is straks immers de basis voor het lijmen van de tegels.
Als er twee lagen primer liggen, kan een waterdichte coating aangebracht worden. Deze is te krijgen in bijna alle bouwzaken en kan op dezelfde wijze als de primer aangebracht worden. De coating dient overal gesmeerd te worden, met name in de hoekjes. Over de eerste laag waterdichte coating moet nu op de gevoelige plekken klimband aangebracht worden. Dit dient sowieso in alle hoekjes en overgangen tussen muur en wand te gebeuren. Over deze klimband en de eerste laag waterdichte coating kan vervolgens de tweede en laatste laag waterdichte coating aangebracht worden.
De keuze voor de juiste badkamertegels
Slijtvastheid tegels
Nu de basis gereed is, is het belangrijk om de juiste tegels in de juiste hoeveelheid aan te schaffen. Tegels zijn verkrijgbaar in verschillende klassen. Klasse 1 t/m 5 staan voor een verschillende slijtagegevoeligheid. Klasse 1 is hierbij het gevoeligste voor slijtage, terwijl klasse 5 vrijwel slijtvast is. Voor een badkamer is in principe een klasse 1 tegel genoeg, echter mag ook een tegel gebruikt worden met een hogere slijtvastheid.
Hoeveel badkamertegels zijn er nodig?
Als de juiste tegel gekozen is, moet hiervan de juiste hoeveelheid bepaald worden. Dit hangt ook samen met het patroon dat gelegd gaat worden in de badkamer. Als het een recht patroon is, kan volstaan worden met een hoeveelheid tegels die 5% groter is dan de oppervlakte die betegeld dient te worden. Voor een diagonaal patroon wordt vaak een marge van 10% aangehouden, omdat hier meer snijafval bij ontstaat. Let bij het aanschaffen van de tegels ook op tot hoe hoog te muur betegeld dient te worden. Sommigen betegelen de badkamer liever niet tot aan het plafond, terwijl voor anderen hier wel de voorkeur naar uitgaat. Als er gekozen wordt om niet tot het plafond te tegelen, moet er rekening gehouden worden met een hoogte van 1,80 meter voor de wandtegels. Daarnaast is het in een dergelijk geval mooi om de tegelwand af te sluiten met sierstrip tegels. Deze zijn bij diverse series badkamer tegels te krijgen. Bij de aanschaf van de sierstrip dient ook rekening gehouden te worden met een marge van 5%.
Extra marge in aantallen tegels
Als extra toevoeging is het handig om een extra pak per tegelsoort aan te schaffen, rekening houdend met een eventuele beschadigde tegel die vervangen moet worden in de toekomst. Het zal immers maar net zo zijn dat de tegelsoort niet meer in de handel is, of dat de tegel die tegen die tijd gekocht wordt een klein kleurverschil heeft. Helaas komt kleurverschil tussen verschillende series van exact dezelfde tegel vaker voor. Bij het daadwerkelijk leggen van de tegels is het daarom ook verstandig om verschillende pakken door elkaar te gebruiken, zodat eventuele kleurverschillen tussen de pakken in de badkamer verspreid zijn. Daardoor valt het eventuele kleurverschil niet op, terwijl dit wel het geval zou zijn als er een kleurverschil per reeks tegels op de muur zou zijn.
Het uitmeten van het startpunt voor het betegelen van de badkamer
Als de tegels aangeschaft zijn, is de volgende stap om het startpunt uit te meten. Bij het betegelen beginnen we niet in een hoek van de ruimte, aangezien er dan twee zijden zouden zijn die hele tegels kennen en twee zijden waar afgesneden tegels aan zitten. Dit ziet er vreemd uit en kan voorkomen worden door aan alle zijden zogenaamde passtukken te hebben. Dit zijn op maat gemaakte tegels. Het mooiste is het dan uiteraard als deze passtukken ook nog eens even groot zijn. Dit kunnen we bereiken door de vloer en muur goed te meten.
Bij het meten van de vloer voor de passtukken moeten we een aantal gegevens in acht nemen:
- De lengte van de vloer
- De breedte van de vloer
- De afmeting van een tegel
- De grootte van de te gebruiken voeg
We kunnen vervolgens berekenen hoeveel hele tegels er in de lengte (of breedte) van de vloer gaan. Indien de vloer bijvoorbeeld 5 meter lang is, een tegel is 60cm groot en een voeg is 0.6cm groot, passen er 8 hele tegels in de lengte van de vloer (500 \ (60+0,6)). Om de grootte van de passtukken te berekenen moeten we niet alleen het overgebleven verschil weten, maar ook een extra voeg in acht nemen. Beide zijden van de vloer worden immers afgesloten middels een voeg. In het rekenvoorbeeld zou dit als volgt uitkomen:
- 8 x 60,6 = 484,8
- 500 - 484,8 = 15,2
- 15,2 - 0,6 (extra voeg) = 14,6
- 14,6 / 2 (twee passtukken) = 7,3
Ieder passtuk wordt dan dus 7,3 cm. We beginnen echter niet met het leggen van de passtukken, maar van de hele tegels. Om dit te bereiken dient een spandraad gespannen te worden op de afstand van 1x het passtuk en 2x de voeg van de muur af. In het rekenvoorbeeld is dit dus 7,3 + 0,6 + 0,6 = 8,5cm van de muur af. Deze spandraad dient evenwijdig aan de muur te lopen. Hetzelfde gebeurt aan de andere zijde van de kamer, uiteraard met de afmeting van het passtuk dat bij die zijde past. De spandraden kruisen elkaar dan bij een hoek exact haaks. Let er op bij het opstellen van de spandraden dat deze haakse hoek zoveel mogelijk tegenover een deur is. Vanuit de kruising van de spandraden beginnen we namelijk met het tegelen; op deze wijze kunnen we richting de deur tegelen en hoeven we niet over de net gelegde tegels heen te lopen. De spandraden kunnen vastgezet worden met een spijkertje in de vloer. Let echter wel op dat de spijker niet in de klimband zit en dat het gat daarna weer gevuld wordt met een waterdicht vulmiddel.
Het uitmeten van de wand
Zowel de wand als de vloer dienen uitgemeten te zijn alvorens begonnen kan worden met het leggen van de tegels. Bij de wand kan in plaats van de spandraad gebruik gemaakt worden van houten latjes die in de muur getimmerd worden. Let hierbij wel op dat de uitgemeten afstand van de wand ook zo uitkomt dat daar een tegel gelegd kan worden. Met andere woorden, als het latje bijvoorbeeld 10cm van de zijkant moet komen, zit de dikte van het houten latje in deze 10cm. Meet ook de hoogte van de wand op, bereken ook hier de passtukken van en bevestig ook langs de hoogte een houten latje. Net als de spandraden zullen de latjes elkaar bij een hoek in de buurt exact haaks kruisen. Op dit punt starten we met het leggen van de tegels.
Het mengen en aanbrengen van de tegellijm
Alle voorbereidingen zijn nu gereed en er kan daadwerkelijk begonnen worden met het mengen van de tegellijm. Op de verpakking van deze lijm staat aangegeven hoe dit dient te gebeuren. Het kan vrij zwaar werk zijn en kan daarom handig zijn om dit middels een boormachine te doen met een speciale kop erop. Het aanbrengen van de lijm op de vloer kan middels een lijmkam, of een tandspatel. Het leggen van de tegels begint altijd met de vloer. Breng de lijm zo gelijkmatig mogelijk aan op de vloer, echter bewerk hiermee geen oppervlakte groter dan 1 vierkante meter. Het gevaar bestaat dat de lijm dan te snel droogt, nog voordat de tegels er op liggen. Begin bij het betegelen van de badkamer met de wand. Start hierbij in de haakse hoek die de beide latjes met elkaar maken. Let bij het betegelen van de wand wel op dat de lijm horizontaal wordt aangebracht met de lijmkam. De strepen moeten dus als het ware horizontaal staan. Mocht er toch vocht achter de muur komen, blijft dit tenminste per streep staan in plaats van bij verticale strepen. Dan zou het water helemaal naar onder lopen en zich daar blijven verzamelen.
Het bevestigen van de tegels
Zodra de lijm is aangebracht kan de eerste tegel bevestigd worden. Druk de tegel lichtjes in de lijm en tik deze met een rubberen hamer in positie. Zodra de eerste tegel in de lijm ligt en recht ligt, kunnen op alle hoeken van de tegel tegelkruisjes aangebracht worden. Druk deze stevig tegen de hoeken van de tegel aan, deze bepalen namelijk de dikte van de voeg en die dient bij alle tegels gelijk te zijn. Als hier afwijkingen in gaan ontstaan, ontstaat er niet alleen een verschil in voegdikte, maar gaat de wand ook scheef lopen. Vanuit deze tegel worden de overige tegels gelegd, waarna bij iedere tegel steeds de tegelkruisjes worden aangebracht. Als vervolgens bij de gehele wand alle hele tegels liggen, kunnen de passtukken op maat gemaakt worden. Dit kan middels een tegelsnijder (als er veel passtukken te maken zijn), een tegelzaag of zelfs met een decoupeerzaag die voorzien is van een speciaal steenzaagje. Het makkelijkste werkt echter de tegelsnijder. Gebruik deze om een diepe kras in de glazuurlaag van de tegel te maken. Als deze kras eenmaal in de glazuurlaag zit, kan de tegel langs die lijn gebroken worden. Eventuele oneffenheden kunnen met een knabbeltang en een tegelvijl weggehaald worden.
Als alle passtukken zitten, kan begonnen worden met de vloer. Bij de vloer starten we in de hoek die de beide spandraden met elkaar maken. Het leggen van de tegels gebeurt volgens hetzelfde principe als bij de wand, echter maakt het nu niet uit in welke richting de lijm met de lijmkam wordt aangebracht. Wel is het nog steeds belangrijk om niet teveel lijm ineens aan te brengen. Ook bij de vloer leggen we eerst de hele tegels en dan pas de passtukken.
Het voegen en kitten van een badkamer
Als alle tegels gereed zijn kan er begonnen worden met het voegen en kitten van de naden. In principe wordt overal gevoegd, echter de naden tussen de liggende en staande tegels worden met sanitairkit afgewerkt. Dit nogmaals als extra bescherming tegen vocht. Let wel dat de vloer eerst droog moet zijn voordat begonnen kan worden met voegen, dit duurt vaak rond de 24 uur.
Het aanmaken van voegmiddel staat op iedere verpakking uitgelegd. Let hierbij wel op dat er niet teveel ineens wordt aangemaakt, het voegmiddel staat er namelijk om bekend dat het snel droogt. Gebruik ook een speciaal voegmiddel voor de badkamer, dit is vaak wat fijner van korrel. Werk het voegmiddel in de naden met een rubberen spatel en druk het voegmiddel goed in de voegen. Houd een vochtige spons bij de hand om voegmiddel dat op de tegels komt weer weg te vegen. Als het droogt is het lastiger weg te krijgen (grote hoeveelheden dan, de waas die achterblijft is goed weg te krijgen met een schuursponsje). Als de voegen helemaal droog zijn, kan met het sponsje de achtergebleven waas weggehaald worden. Als deze weg is, kan als laatste de kit aangebracht worden tussen de wand en de vloer.
Om de kit goed te krijgen, is het handig om iets boven de naad en onder de naad schilderstape aan te brengen. Zo kan de kit niet te ver uitlopen tijdens het kitten en kan een strakke rand verkregen worden. Smeer de kit nu in de naad ga hier met een speciale spatel langs. Deze spatels zijn een soort kunststof hulpmiddelen waarbij in een hoek de vorm van een kitnaad is uitgespaard. Door hiermee langs de naad te gaan vormt zich een egale voeg. Verwijder wel steeds tussendoor het teveel aan kit.