Draadloze bewegingsmelder met halogeenspot installeren
Halogeenspots met een bewegingsmelder zijn praktisch, tenzij de spot op een andere plaats moet hangen dan daar waar de beweging gesignaleerd moet worden. Het oog hang je waar je wil, tot 50 m van de ontvanger af. De ontvanger wordt uiteraard wel via elektriciteitsleidingen met de spot verbonden. In dit geval wordt ook de bestaande tuinverlichting er op aangesloten. Met tuinverlichting die automatisch aangaat, heb je niet alleen licht als je thuiskomt in het donker, je schrikt er ook inbrekers mee af.
De bewegingsmelder
In ons voorbeeld gebruiken we een standaard bewegingsmelder met halogeenspot. De technische fiche:
- Detectiehoek: 140°, te verkleinen met de bijhorende stickertjes.
- Reikwijdte: max. 12 m, te verkorten door de detector naar onder te kantelen.
- Instelbare tijdsduur: 15" tot 15'
- Instelbare fotocel: 5 Lux tot daglicht
- Buitentemperatuur: -20 °C tot +35 °C ONTVANGER
- Maximum belasting: verlichting tot 1.000 Watt
- Buitentemperatuur: -20 °C tot +50 °C
- Kan zowel binnen als buiten geplaatst worden. Maximum afstand tot oog vermindert als er een muur tussen zit.
Spot aansluiten
Om gemakkelijk te werken, kan je het best eerst de kabel op de spot aansluiten. Maak een kleine insnijding in het rubbertje, duw de kabel erdoor en sluit de drie contacten aan. Vergeet de aarding niet. Voor verlichting moet je nu altijd kabels met een aardingsdraad erin gebruiken. Op metalen armaturen is er een aansluitpunt voor voorzien. Raak de bijgevoegde halogeenlamp niet aan met de blote hand. Het vet aan je huid zou namelijk in het glas branden en de levensduur van de lamp verkorten.
TIP: denk erom dat een halogeenspot maximum 4° schuin mag hangen. De lamp moet horizontaal hangen, zodat de gloeidraad ondersteund wordt.
De halogeenspot plaatsen
Boor een gat door de hele muur waar je de kabel kan doortrekken. De armatuur schroef je tegen de muur. In dit geval is het een spot die via een reflectiescherm werkt. Zo schijnt het licht niet rechtstreeks in je ogen en werkt het niet verblindend. Stel de spot goed af ten opzichte van het scherm, zodat het licht optimaal gereflecteerd wordt. Draai dan de bout aan de beide kanten van de beugel aan. Dicht het gat rond de kabel af met silicone. Voor deze verlichting, waarvan de kabel niet in een buis loopt maar ook niet onder de grond gaat, gebruik je WB kabel 3G1,5 (= met 3 geleiders van 1,5 mm² doorsnedeoppervlak).
De huiscode instellen
In de detector en in de ontvanger zijn er acht kleine schakelaars die je willekeurig omschakelt. Kies dezelfde combinatie bij beide. Zo stel je ze op elkaar af en reageert jouw ontvanger enkel op jouw detector, niet op die van je buur. Je kan ook meerdere detectors plaatsen. Stel ze allemaal gelijk in.
Detector
Zoek een geschikte plaats uit voor de detector. Hou rekening met het waarnemingsbereik en met storende elementen.
Bevestig de detector met twee schroeven, sluit een 9V batterij aan en klik hem toe. Nu moet je die enkel nog afregelen.
Je kan hem in de hoogte en links-rechts regelen. Verder kan je nog met bijgeleverde stickertjes een deel van het oog afplakken, zodat hij daar niet waarneemt. Vermijd ook dat het detectieveld tot op de baan voor je woning gaat. De ideale hoogte is 2,5 m boven de grond. Denk erom dat een beweging dwars op de het detectieveld gemakkelijker waargenomen wordt dan een beweging recht ernaar toe.
De handmatige bediening
De verlichting gaat aan wanneer de detector beweging waarneemt. Door 1 of 2 schakelaars toe te voegen, kan je de verlichting ook permanent aan of uit schakelen. Je vindt elk schakelschema in de handleiding. In dit artikel wordt de meest ingewikkelde schakeling uitgewerkt. Je kan dan kiezen uit de standen: AAN-UIT-AUTOMATISCH. Hiervoor heb je twee enkelvoudige enkelpolige schakelaars nodig en een verdeeldoos. Met de tweede verdeeldoos wordt hier ook de verlichtingskring gesplitst. Om gemakkelijk te werken, kleef je het best een houten plank tegen de muur waar je alles op kan vastschroeven en nagelen. Zo kan je met houtschroeven werken.
De aansluiting
Door met extra schakelaars te werken, zullen er drie kabels in de ontvanger moeten toekomen. Daarvoor zijn er drie aansluitpunten voorzien. Op één punt moet je nog een gat in de doorvoerwartel maken. Hier vind je een ééndraadsschema dat toont hoe je de aansluiting moet maken. Het is enkel de fasedraad (zwart of rood) die via de schakelaars moet lopen. Wat je stap voor stap moet doen om de aansluiting te maken, lees je verder. Je kan er het schema bij raadplegen. Het is verboden om de verbindingen met losse draden te maken.Gebruik dus VVB-kabel. Wanneer je enkel de zwarte (of rode] nodig hebt, knip je de blauwe en de geel-groene af.
Aansluiting stap voor stap
- Voedingskabel. Komt van elektriciteitskast of van aftakdoos op bestaande kring. De drie draden komen toe in de klem, neutraal (blauw) en aarding (geel-groen) gaan via kabel 3 naar de ingang van de ontvanger (kant A).
- Neem een nieuw stuk kabel, waar je enkel de zwarte draad van gebruikt om de zwarte uit de voedingskabel met schakelaar 1 te verbinden.
- Met deze kabel verbind je de contactdoos met de ingang van de ontvanger (kant A).
- Gebruik weer enkel de zwarte draad om de andere kant van schakelaar 1 te verbinden met het nog vrije contact op de klem in de contactdoos.
- Gebruik enkel de zwarte draad om de beide schakelaars te verbinden (onderste contacten).
- Je hebt weer enkel de zwarte draad nodig om het nog vrije contact op schakelaar 2 te verbinden met de uitgang van de ontvanger (kant B).
- Kabel vanaf de uitgang van de ontvanger (B) naar de verlichting. Die moet via de aftakdoos gaan om in twee kabels uitgesplitst te kunnen worden (zie 8 en 9).
- Kabel naar halogeenspot. In deze aftakdoos kan je ook connex verbindingen gebruiken. Je draait dan gewoon telkens de draden van dezelfde kleuren samen.
- Kabel naar zes lampen tuinverlichting. Gaat dus samen aan met halogeenspot.
Het afstellen
Na de aansluiting schakel je de elektriciteit weer aan. Test of je schakeling in orde is. Dit moet het resultaat zijn (S = schakelaar):
Licht PERMANENT UIT:
SI uit, S2 uit
Licht PERMANENT AAN:
SI uit of aan, S2 aan
Licht AUTOMATISCH:
SI aan, S2 uit
Richt nu de detector links-rechts en in de hoogte om het detectiegebied te bepalen. Met het knopje bij het uurwerksymbool (TIJD) regel je de duur van het branden van de verlichting van 15 seconden tot 15 minuten. Met het knopje bij de zon en de maan (LICHTINTENSITEIT) bepaal je hoe donker het moet zijn voor de verlichting aangaat bij beweging.