Klussen in huis: behangen
Behangen behoort tot een van de meest voorkomende klussen in huis. Met deze tips van de professionele behanger draait u uw hand niet meer ervoor om.
Welke materialen heeft een behanger nodig?
- een stevige huishoudtrap;
- een plaktafel;
- een emmer met roerstok;
- behangpapier;
- behangplaksel;
- een rolcentimeter;
- een potlood;
- behangschaar;
- schietlood;
- behangafsnijmes;
- insmeerborstel;
- uitstrijkveger;
- een nadenroller;
- een schone vochtige doek.
Hoeveel rollen behang zijn er nodig?
- meet voor de lengte van de baan de hoogte van het te behangen oppervlak en reken 5 á 10 cm. extra voor het afsnijden van de randjes;
- gebruikt u behang met een patroon, tel dan per baan nog eens de patroonhoogte erbij;
- doorgaans zijn behangrollen zo’n 10 meter lang zodat u gemakkelijk kunt uitrekenen hoeveel banen er uit één rol komen;
- meet de breedte van het te behangen oppervlak op en doe dat voor de ruimten boven en onder ramen en deuren apart;
- behangrollen zijn in de regel 53 cm. breed. Bepaal het aantal banen dat u voor de totale breedte nodig heeft en reken per baan ca. 3 cm. extra.
Stotend of overlappend plakken
- soms moeten de banen elkaar niet overlappen maar moeten deze juist “stotend” tegen elkaar geplakt worden;
- in andere gevallen moeten de banen elkaar overlappen omdat het behang tijdens het drogen nog enigszins kan krimpen. In de opdruk van het behang wordt vaak rekening gehouden met een kleine overlapping.
Laat u bij twijfel adviseren door de
vakman of volg de aanwijzingen op de rollen.
De voorbereiding bij behangen
- zorg ervoor dat de ondergrond glad en schoon is. Kijk bij een ondergrond van behang na of dat nog goed vast zit. Plak losse delen eventueel vast of verwijder het behang;
- gebruik voor het verwijderen een goed afweekmiddel, laat het voldoende inwerken en trek het behang er voorzichtig af met behulp van een breed plamuurmes;
- vul bij een kale muur de gaten goed op, laat de plekken drogen en schuur ze dan glad;
- controleer bij een geschilderde muur of de verf goed vast zit. Steek loszittende of bladderende verf weg en schuur de plekken glad;
- neem de muur af met zeepsop of St. Marc (reinigingsmiddel op basis van denne-extracten) om lijmresten en andere vlekken te verwijderen. U loopt anders het risico dat u donkere vlekken door het nieuwe behang blijft zien;
- bij een poreuze ondergrond is het verstandig om de muur voor te lijmen.
Werkwijze van de behanger
- schakel voordat u gaat beginnen de stroom uit en verwijder contactdozen en schakelaars;
- knip na het behangen weg wat nodig is en monteer contactdozen en schakelaars weer op hun plaats;
- knip het aantal banen dat u nodig heeft 5 tot 10 centimeter langer af en markeer de bovenzijde met een pijl;
- let er bij behang met een patroon op hoe de patronen op elkaar aansluiten en knip dan pas de banen;
- bepaal in welke hoek u wilt beginnen. Als het behang moet overlappen kunt u het beste van het licht afwerken omdat de naden dan minder opvallen;
- prik het schietlood hoog in de muur. Doe dit één baanbreedte minus 2 cm. vanuit de hoek en teken langs de draad een lijn. Langs deze lijn komt de rechterkant van de eerste baan;
- plak de rand van 2 cm. om de hoek heen;
- leg de geknipte baan op de behangtafel en smeer de helft gelijkmatig vanuit het midden naar de zijkanten in;
- sla de ingesmeerde kant dubbel met de plaklijm tegen elkaar. Niet vouwen!
- smeer dan de andere helft in en sla ook deze helft dubbel;
- hang de ingesmeerde baan vervolgens over een stoelleuning of iets dergelijks en laat de lijm de voorgeschreven tijd intrekken. Smeer dan alvast de volgende baan in;
- loop met de eerst ingesmeerde baan de huishoudtrap op, vouw voorzichtig het bovenste dubbelgeslagen deel open en plak het langs de potloodlijn op de wand;
- laat aan de bovenkant enkele centimeters uitsteken en strijk het behang met de borstel tegen de wand, telkens vanuit het midden naar de randen;
- trek dan voorzichtig ook de onderste helft van de baan open en strijk ook die tegen de muur;
- druk de baan zacht door de hoek heen. Gaat u scheef, trek dan de baan los tot het punt dat die goed zit en plak van daaruit opnieuw;
- zit de baan goed, knip dan de overstekende rand langs boven- en onderkant af;
- plak de volgende banen op dezelfde wijze en druk de naden goed aan met de nadenroller en veeg het overtollig plaksel weg met een schone vochtige doek.