Wat is porselein?
Iedereen heeft wel eens een porselein product gezien. Maar wat is het eigenlijk en hoe wordt het gemaakt?
Wat is porselein?
Porselein is een vorm van keramiek. Keramiek kent drie gradaties. Deze zijn gebaseerd op basis van de productietemperatuur. De drie betreffende gradaties zijn:
- aardewerk 900-1150 °C
- steengoed 1200-1400 °C
- porselein 1400-1700 °C
Porselein is een hard, transparant en meestal wit product. Het kan voor heel veel uiteenlopende doeleinden gebruikt worden; van een bord tot een kaarsenkandelaar en van een spiegel tot een theepot. Het meest voorkomende zijn serviesstukken en beeldjes.
Eeuwen geleden was het vooral bedoeld voor waardige voorwerpen, zoals beelden voor de koning. Na verloop van tijd is het steeds normaler geworden en kom je het vrijwel overal tegen. Het is zelfs deel gaan uitmaken van één van de herkenpunten van Nederland, namelijk Delfts blauw. Zo kom je ze dus ook regelmatig tegen als souvenir.
Tegenwoordig wordt porselein in elk sector wel toegepast. Een alledaags voorbeeld is de zekering. Deze bestaat uit een dun koperdraadje met een porseleinen omhulsel. Hiervoor heeft men porselein gekozen, omdat deze goed bestand is tegen hoge temperaturen.
De geschiedenis van porselein
Een Mohammedaanse koopman Soleyman schreef in 852 in zijn boek: ‘In China is een zeer fijne kleisoort waarvan men vazen maakt die even doorzichtig zijn als glas, het water ziet men er doorheen.’ Wat deze koopman had ontdekt, was een voorloper van het porselein dat we nu kennen. Pas na verloop van eeuwen ontdekte men het porselein zoals wij die nu kennen.
Marco Polo was een van de eerste die Porselein vanuit China mee naar Europa voerde. De invoer in de Noordelijke Nederlanden kwam vooral op gang nadat de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) tot stand was gekomen. Zo kwam het dat er in Nederland, tijdens de zeventiende eeuw, meer porselein werd ingevoerd dan in de andere landen van Europa.
In de tijd dat Nederland oorlog had met Portugal, zijn er door de Nederlanders Portugese schepen gekaapt. Deze schepen bleken vol te zitten met porselein.
Na heel veel experimenten gevoerd te hebben, werd in 1710 in Dresden het harde porselein gevonden. Deze werd ontdekt door de alchemist Böttger. Vanwege economische redenen moest deze ontdekking worden verzwegen. De fabriek, waar dit plaats heeft gevonden, werd dat jaar naar Meissen verplaatst.
Tijdens vele jaren van experimenteren kwam men allerlei tussenvormen van porselein tegen. Deze vormen waren altijd zachter dan het oorspronkelijke vorm en werden daarom ‘soft paste’ of ‘paté tendre’ genoemd.
Hoe wordt porselein gemaakt?
De belangrijkste grondstoffen die nodig zijn voor het produceren van porselein zijn:
- 40-65% kaolien
- 15-25% veldspaat
- 12-30% kwarts.
Dat er veel verschillende soorten porselein bestaan, komt door de verschillende samenstellingen en de baktemperatuur.
De vormgeving van het porselein gebeurt door middel van draaien, gieten of persen. Zodra de gevormde voorwerpen gedroogd zijn, worden deze gebakken met een temperatuur van ca. 900 °C. Vervolgens wordt er glazuur aangebracht, waarna er een tweede bakbeurt plaatsvindt met een temperatuur van 1400-1450 °C. Deze bakbeurt wordt ook wel de ‘glazuurbrand’ genoemd. Bij de glazuurbrand vindt de overgang plaats tot wat wij kennen het glazige porselein.
Het grootste verschil tussen porselein en aardewerk is dat na het bakproces de poriën het porselein volledig zijn dicht gesinterd en deze dan ook niet-poreus zijn geworden. Bij aardewerk moeten de poriën na het bakproces worden gedicht door een glazuurlaag aan te brengen. Dit komt doordat aardewerk uit andere grondstoffen bestaat en is geproduceerd bij een veel lagere baktemperatuur.
Porselein kan worden verdeeld onder twee groepen:
- hard porselein
- zacht porselein.
Het harde porselein wordt bereid volgens de hiervoor beschreven productiewijze.
Zacht porselein bevat componenten van mindere klasse.
Voorbeelden van zacht porselein zijn:
- beenporselein; bevat 20-60% beenderas
- fritporselein; bevat x-aantal glasfritten
- krijtporselein; bevat toegevoegde calciumcarbonaat.
Bij het zachte porselein wordt de glazuurbrand uitgevoerd bij een lagere temperatuur van 1250-1300 °C. Het product wordt hierdoor minder hard en blijft een beetje poreus. Om deze reden is hard porselein het meest hoogwaardige.
Het decoreren van porselein kan zowel onder als boven het glazuur gedaan worden. Dit hangt af van het bestand zijn van het gebruikte decoreermiddel tegen de hoge baktemperaturen. Als men besluit om de decoratie onder de glazuurlaag aan te brengen, wordt er nog een derde bakproces uitgevoerd. Deze vind plaats met een temperatuur van ca. 800 °C. Dit is om de decoratie in te branden.