Sier- en geurkaarsen voor sfeer

De kaars is een eeuwenoude lichtbron. Was de kaars in het verleden een noodzakelijk kwaad om licht in huis te hebben, inmiddels is de kaars een van de grootste sfeermakers tijdens de avonduren. Of de kaars nu buiten in een prachtig windlicht staat of binnen een fraaie kaars met een zachte geur de kamer aangenaam vult.

De basis

We kunnen ons geen leven meer voorstellen zonder kaarsen, maar dat is al eeuwen zo. Samen met houtvuur behoort de kaars tot een van de oudste lichtbronnen die de mens kent. Zelfs bij de Egyptenaren komen we de kaars al tegen (gevonden in de graven van toenmalige koningen). Maar de Romeinen zijn de kaars pas echt veelvuldig gaan toepassen. Een kaars moet je in die tijd zien als een touw wat in olie of vet gedrenkt werd en daarna aangestoken.

Het duurde tot de middeleeuwen voordat de kaars in zijn meer huidige vorm gestalte kreeg en veelvuldig als belangrijkste lichtbron gezien werd. De mensen met weinig geld hadden de kaart van vet en de kerken –waar het geld zat- hadden luxe van bijenwas.

Kaarsen van nu

Even na 1900 ontdekte de kaarsenmakerijen stearine en dit product had een gunstig brandeffect. Het walmen verdween evenals het druppen van de kaars. Dit, in combinatie met de katoenen pit en kort na daarna het gebruik van paraffine, maakte dat men in die tijd met de huidige kaars aan de slag is gegaan.
Natuurlijk zijn in de loop van de jaren de technieken beter geworden, maar de basis is hier gelegd. De schitterende vormen, maar ook de heerlijke geuren die verwerkt worden in kaarsen, maken de kaars heden ten dagen nog steeds mateloos populair.

Nog steeds is er ook prijsverschil (lees ook: kwaliteitsverschil), want aan de manier van branden zie je de kwaliteit veelal terug.

De kaars als sfeermaker

Mensen vragen zich wel eens af waarom de kaars zo populair blijft, maar de kaars geeft zacht licht en alles ziet er dan ook minder hard uit bij kaarslicht. Vergelijk het immers eens met het koele licht van een ouderwetse TL-buis.
Als lichtbron hebben we de kaars natuurlijk niet meer nodig, want het kunstlicht is in deze tijd op allerlei wijze uitgestald. Maar de kaars boet niet aan populariteit in, iedereen heeft kaarsen in huis. Enerzijds voor het geval de elektriciteit uitvalt, dan kan je immers het beste op de kaars terugvallen. Anderzijds omdat de kaars nu eenmaal gezellig licht geeft.

In de zomer op het terras in een fakkel of windlicht vind je de mooiste creatief terug. In allerlei kleuren, want het moet natuurlijk bij de tuinset passen. Maar ook de vorm is zelf uit te kiezen en de grootte (in dikte en hoogte) uiteraard ook.
In de winter staan wat kaarsen op de eetkamer-, salontafel of dressoir simpelweg gezellig. Uiteraard wel altijd alert zijn op de veiligheid, in verband met het omvallen, kinderen die er met handjes naar grijpen of huisdieren die er nietsvermoedend langslopen.

Geuren

Iedere huiskamer heeft wel kaarsen, vaak in de kleuren die in de huiskamer veelvuldig terugkomen en de laatste jaren ook ruim in geuren verwerkt. Zachte, rustgevende geuren, warme geuren die het “gezellige” accentueren of een bepaald parfum wat ook in een geurkaars terug te vinden is.

De een houdt van een opvallende geur, de ander mag het niet meer dan een accent zijn. Belangrijk dus dat je op voorhand de geur kent of kunt ruiken. Geurkaarsen zijn over het algemeen wat duurder en het is zonde als de geur tegenstaat. Wat je eventueel nog kunt doen is een te sterke geur even laten branden en daarna een gewone kaars branden. Zo komt de geur wel in huis, maar omdat je maar even brand zal de lucht zich snel verspreiden en niet te dominant aanwezig zijn.

Maar welke geur je ook neemt, het moet het gevoel wat je zoekt benadrukken. En zo gemakkelijk is dat nog niet altijd, maar met de kaars altijd gezellig.