Schimmelziekten in sier- en moestuin: Roestvorming voorkomen
Schimmelziekten in onze tuin. We worden er als tuinliefhebber ieder jaar weer mee geconfronteerd. We kunnen dergelijke schimmelziekten nochtans missen als de pest, want als we niet tijdig ingrijpen erg schadelijk. Eén van de schadelijkste en veel voorkomende schimmelziekte is ongetwijfeld roestvorming in zowel sier- als moestuin. Wat is roestvorming nu precies? Wat zijn de verschillende oorzaken van deze schimmelziekte en, nog belangrijker, hoe kunnen we roestvorming voorkomen?
Wat is roetsvorming?
Roestvorming is aan geen enkel seizoen gebonden, en kan dus op elk moment toeslaan. Zoals dat met alle schimmelziekten het geval is, houdt roest van een
warm en
vochtig klimaat. Vooral tijdens het najaar komt roestvorming veelvuldig voor, en dit zowel in onze moes- als onze siertuin. Het najaar levert ons meestal nog heel wat warme dagen, en tijdens deze periode van het jaar nemen de buienkansen sterk toe. Dat is het ideale klimaat voor schimmelvorming. Warmte en vocht zorgen voor extra verspreiding van hun sporen. Deze weersomstandigheden werken zowel de kieming als het proces dat tot de ziekte van zowel groenten als hoofdzakelijk groene planten leidt, sterk in de hand.
Verkleurde blaadjes eerste symptomen roestvorming
Roestvorming slaat vooral op het
blad van groenten en planten toe, maar het tast zeker ook hun
bladstengels van aan. Vertonen onze bladgroenten en onze sierplanten, struiken en heesters
verkleurde vlekjes, dan is de kans zeer groot dat we met deze gevreesde schimmelziekte te kampen hebben. Op de bladeren van bijvoorbeeld rozenstruiken veroorzaakt roest, aan de bovenkant van het blad, heldere en oranje-gele vlekjes. We vinden deze verkleuringen hoofdzakelijk op die plaatsen waar de roest aan de onderzijde van het blad zijn sporen vormt. Deze verkleuring is een
reactie van het aangetaste bladweefsel op de schimmelinfectie. Roestsporen kunnen alle kleuren van de regenboog vertonen. De verkleuring is onder meer afhankelijk van de soort roest, én van het seizoen waarin de schimmelziekte toeslaat.
Donkerbruine roestsporen komen vooral in het
najaar voor.
Alle tuinplanten gevoelig voor roestvorming
Er bestaan haast zoveel vormen en soorten van roestschimmels als er groenten en planten bestaan. Dat betekent dus dat in principe alle tuinplanten het slachtoffer van deze schimmelziekte kunnen worden. In de siertuin heeft roest nochtans een duidelijke voorliefde voor
rozen en dan vooral voor
stokrozen en voor de
maagdenpalm. In onze moestuin slaat deze schimmelziekte vooral toe op
prei, knoflook, allerlei bonensoorten, op pruimen, en op de staande balkongeraniums. Roest richt zijn vernielzucht ook op allerlei onkruid als het
wilgenroosje, zuring en klaver.
Verschillende soorten roestschimmels
Worden in onze moes- en/of siertuin verschillende gewassen getroffen door deze veel voorkomende ziekte, dan mogen we er met zekerheid vanuit gaan dat we met verschillende soorten roetschimmels te maken hebben. Het is zelfs niet denkbeeldig dat ieder gewas dat door de ziekte werd aangetast, zijn eigen soort roestschimmel te pakken heeft. In sommige gevallen hebben deze roestschimmels echter meerdere gastheren, in tuinmiddens waardplanten genoemd, waar ze op voorkomen. De oorzaak daarvan moet gezocht worden in het feit dat ze minstens twee, niet aan elkaar verwante gewassen nodig hebben, om te kunnen overleven.
Roestschimmen voorkomen en bestrijden
Eens de eerste symptomen van roestschimmel in onze tuin zichtbaar, kunnen we de verspreiding ervan binnen de perken houden door aangetaste bladeren en/of plantendelen te verwijderen. Bij de verspreiding van de roestschimmel houden we rekening met het fet dat in het voorjaar deze infectieziekte op de stengels van de gewassen uitbreekt. Een
lentesnoei voorkomt dat de infectie zich later uitbreidt naar de bladeren van de gewassen.
Water aan voet van gewassen
Schimmels houden van een warm en vochtig klimaat. Roestsporen kunnen immers alleen dan kiemen wanneer een laagje water op blad of stengel van onze gewassen is achtergebleven. We dienen er dan ook voor te zorgen dat we gewassen die vatbaar zijn voor deze schimmelziekte of zij die reeds geïnfecteerd zijn, steeds water geven aan de wortels van deze planten.
Luchtvochtigheid verlagen
Om plaats te winnen, worden zowel in sier- als moestuin de gewassen nogal eens dichter bij elkaar gezet dan wordt voorgeschreven. Dat doet achteraf veel meer kwaad dan goed. Door onze planten voldoende ruimte geven om te groeien en te bloeien, verlagen we de luchtvochtigheidsgraad, erg belangrijk om zowel het ontstaan als de verspreiding van roestschimmel tegen te gaan. We kunnen deze luchtvochtigheidsgraad ook verlagen door de gewassen tijdig te
snoeien, waardoor we
een luchtere standplaats tot stand brengen.
Gebruik stikstofrijk mest beperken
Vooral jonge plantjes en gewassen zijn bijzonder vatbaar voor allerlei schimmels, en zéker voor roestvorming.
Schimmels houden ook van
jonge, groene blaadjes. We moeten daarom het gebruik van
stikstofrijk mest en compost beperken. Zo worden er minder jonge scheuten gevormd, waardoor de kans op roestvorming gevoelig kleiner wordt.
Extra zwavel en kalium voor prei en stokroos
Prei en zéker stokrozen zijn erg vatbaar voor roestvorming. Om deze gewassen preventief tegen roestschimmel te beschermen, kunnen we rondom deze planten extra zwavel of kalium aanbrengen. Zo krijgen beide gewassen een groter blad en dus ook meer weerstand.