Een vijver voor koikarpers
Een koi karpervijver vraagt bij de bouw iets meer aandacht dan een andere vijver daar de uitwerpselen van deze vissen een hoog stikstofgehalte hebben waardoor het vijverwater kan veranderen in een troebele modderpoel.
Bevriend raken met een vissensoort waarvan de intelligentie nauwelijks onderdoet voor die van onze trouwe viervoeter, de hond, is geen fabeltje. Een koi is vrij snel in staat zijn of haar naam te herkennen. Voorzichtig uit het water tillen om hierna geaaid te worden, hoort tot de aangename gebeurtenissen. Bent u degene die dagelijks uw koi karpers voedert, trekt u dan op een warme zomerdag uw zwemkleding aan, laat u zich voorzichtig in het water glijden om daarna te zwemmen met deze vissen die u als een soortgenoot zullen herkennen.
Bezint eer gij begint. Het kan noodzakelijk zijn uw testament aan te passen: een koi kan honderdvijftig jaar oud worden.
In dit geval is een goed functionerende filterinstallatie van groot belang
Koi karpers houden van eten. Hun primitieve darmstelsel produceert uitwerpselen met een hoog stikstofgehalte, hetgeen zonder bijzondere voorzorgsmaatregelen uw vijver kan veranderen in een groene, troebele modderpoel. Behalve een grote vijver, waarvoor ik u verwijs naar mijn artikel “De aanleg van een vijver met een goed natuurlijk evenwicht”, is in dit geval een goed functionerende filterinstallatie van groot belang.
Het biologisch filtersysteem door moerasplanten
Een tweede vijver met ongeveer een kwart van de oppervlakte van de “hoofdvijver”, kan in diens nabijheid aangelegd worden. Een kunstmatige beek verbindt de twee vijvers. De tweede, kleinere vijverpartij dient iets hoger te liggen, om hiermee een zeker verval te verkrijgen. De wanden moeten bijvoorkeur goed haaks geplaatst worden ten opzichte van de bodem, het opmetselen van deze zijwanden kan dus een oplossing zijn. De diepte dient ongeveer vijftig centimeter te zijn. Hierna kan de bak als klassieke vijver afgewerkt worden.
Als tussenwanden kunnen schoeiingmatten gebruikt worden van een hoogte van ongeveer vijfenvijftig centimeter, aan de bovenkant telkens geklemd tussen twee in de breedte van de bak geplaatste balkjes. Deze balkjes worden vast geboord en geschroefd op de gemetselde zijwanden. De breedte van de tussenwanden dient dertig centimeter korter te zijn als de breedte van de bak. Tussen de tussenwanden wordt een afstand voorzien van zeventig centimeter. Door de ene tussenwand aan te laten sluiten op de linkerkant van de bak en de volgende tegen de rechterkant wordt het water gedwongen slingerend door het lagunagesysteem te stromen. De op die manier door het water afgelegde traject bedraagt vaak enkele tientallen meters. De bak kan nu volgestort worden met twintig centimeter grond, om daarna aangeplant te worden.
De aanplanting
Als aanplanting dienen moerasplanten gebruikt te worden met vertikaal groeiend, smal en puntig blad. Phragmites- en Typhavariëteiten zijn niet aan te bevelen vanwege hun explosieve groei. Daarentegen voldoen de Schoenoplectusvariëteiten ( Scirpus ), naast een bijzonder decoratief effect, uitstekend aan de gestelde eisen. De gewenste plantafstand is ongeveer vijfentwintig tot dertig centimeter. Eenmaal de aanplantingen verricht dient de grond afgedekt te worden met een laag fijn grind, om troebel worden van het water te voorkomen.
De pomp
Naast de klassieke elektrische pompen op 220 volt, bestaan er tegenwoordig uitstekende systemen op zonne-energie. Een zonnepaneel laadt een accu op, die op haar beurt een twaalfvolts pomp dag en nacht van elektriciteit voorziet.
De pomp dient redelijk sterk te zijn. Voor een koïvijver met een inhoud van achttien kubieke meter en een bevolking van vijfentwintig vissen is een pomp gewenst met een capaciteit van tien kubieke meter per uur. In het geval van een installatie op zonne-energie kunnen soms meerdere pompen wenselijk zijn.
De pomp wordt in het hoofdbassin geplaatst, de buis of slang wordt ingegraven om uit te komen bij het verst weg gelegen gedeelte van de filterbak. Ook hier geldt weer de stelregel: wacht u minimaal drie maanden met het uitzetten van de vissen.
Het waterniveau
Om altijd hetzelfde waterniveau in uw vijver te hebben, is het vlottersysteem uit de stortbak van een toilet een eenvoudige en goedkope oplossing. Draagt er zorg voor dat de waterdruk in de aanvoerende slang niet boven één bar uitkomt doormiddel van een drukregelaar. De vlotter mag niet zichtbaar zijn.
Winterzorg
Zodra de watertemperatuur in de herfst begint te dalen, dient u langzaam maar zeker te stoppen met het voederen van de vissen, om deze bezigheid weer op te pakken in het voorjaar zodra de watertemperatuur boven de tien graden uitkomt. De enige winterzorg bestaat uit het te water laten van één of enkele, bij de visboer verkrijgbare piepschuimen ( polystyreen ) dozen, waarin u een steen plaatst tegen het wegwaaien tijdens harde wind. Deze drijvende dozen hebben een dubbele functie: zij fungeren als schoorsteen waardoor de giftige gassen uit het water kunnen ontsnappen en bovendien kruipt het ijs ’s winters tegen de wanden van deze dozen op, waardoor een overmatige druk op de vijverwanden voorkomen wordt. Tijdens het vallen van het blad in de herfst kan het verstandig zijn om een net over de vijver te spannen, om te voorkomen dat er te veel blad in het water terecht komt. Is al het blad eenmaal van de bomen, dan kan het net samen met het blad verwijderd worden. Het elektrische pompsysteem dient gedurende de wintermaanden uitgeschakeld te worden en de waterdruk van het vlottersysteem afgehaald te worden.
Belangrijk: breekt u nooit het ijs gedurende de winter. De geluidssterkte die dit onder water veroorzaakt is in de meeste gevallen funest voor het gehoorsysteem van de vissen die na enkele dagen zullen sterven.
© 2010 - 2024 Emmy-wieten, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen