Alle dieren in je tuin
Beestjes in je tuin zijn leuk, denk aan bijvoorbeeld vogeltjes, maar niet iedereen zit op mieren of slakken te worden. Alles heeft een functie maar is niet per definitie gewenst. Een kleine opsomming van wat je al tegen kunt komen en hoe je ongewenste beesten weg kunt krijgen.
Vogels
Een tuin met bomen en of grote struiken biedt voor vogels mogelijkheden om neer te strijken, te rusten, te bekijken of er een nestje gebouwd kan worden of als uitkijk kan fungeren. Vogels in de tuin wordt door veel mensen als prettig ervaren, maar het hebben van katten kan dat weer lastig maken. Een argeloos vogeltje op een tak kan de schrik van zijn leven krijgen als plots een kat het vogeltje spot en zijn instinct volgt.
Geen katten en graag de vogeltjes in de tuin? Zorg voor bepaalde planten, bijvoorbeeld de lijsterbes of de vogelkers. Nestkastjes in de tuin maar natuurlijke bronnen zijn ook goed. De liguster- of beukenhaag maar ook hulst of taxus doen het goed.
Kikkers of padden
De ene vindt het leuke diertjes en de ander vindt ze eng en glibberig. Maar als je ze graag in je tuin ziet, dan is alleen een vijver niet voldoende. De vijver moet sowieso één meter diep zijn, maar verder moet er op de bodem hout of stenen liggen. Hier kunnen ze onder kruipen. Een bevroren vijver is niet erg, als er maar een open ruimte in het ijs is.
Verder verblijft de pad graag op een vochtige plek. Een hoopje takken of strooi op een rustig plekje in de tuin.
Hommels en bijen
Deze beesten zijn in de zomer altijd op zoek naar plaatsen om hun eitjes neer te leggen en in de winter willen ze gewoon een beschut plekje hebben. Zo heb je bijen die rustig huizen in de kant-en-klaar te kopen “bijenhotels”, maar ze vinden ook hun weg als je bloempotten (aardewerk) op z’n kop neerzet. Zet ze dan wel een beetje beschut onder een overkapping. Specifieke soorten willen nog wel eens in open randje bij bestrating kruipen.
Lieveheersbeestjes en oorwurmen
De eerste vindt men nog wel prettig de tweede niet, maar beide zijn erg zinvol in de tuin. Ze vreten de luizen in je tuin op. Luizen kunnen complete planten “wegvreten” en naast chemische middelen is het hebben van deze beestjes dus een prima oplossing.
Slakken
Net als luis is de slak schadelijk voor de tuin. Het is zinvol het verschil op te merken tussen de huisjesslak en de naaktslag. De huisjesslakken eten de eieren van naaktslakken en weghalen van deze beestjes is dus minder zinvol. De naaktslak kan door bestrijdingsmiddelen weggehaald worden, maar is erg radicaal. Ander leven kan er in de omgeving ook door sterven, handiger zijn de zogenaamde slakkenkorrels (gemaakt o.b.v. ferri fosfaat is het niet schadelijk voor andere dieren in de omgeving).
Mollen
Mollen zijn functioneel in de tuin, ze vreten insecten die de wortels van je planten aanvreten en slakken vinden ze ook heerlijk. Toch is de mol niet altijd gewenst. De bekende molshopen zijn vaak geen sieraad voor het gras in de tuin. Als je van deze beesten af wil mag je geen bestrijdingsmiddelen gebruiken, daar moet je dan een bedrijf voor inhuren. Maar er zijn ook andere middelen, zoals het verjagen. De molshoop dus niet dichtgooien maar juist open laten. Als je er planten in de buurt plaats waar de mol niet van houdt, dan kan je hem verjagen. Keizerskroon is zo’n plant. Geurmaterialen kan je ook kant-en-klaar kopen bij een tuincentrum. Deze middelen werken ruim een maand lang en verdrijven de mol.
Van geluid wordt de mol ook niet vrolijk. Zo zijn er een soort trilplaatjes te koop die de mol afschrikken. Als echt niets meer helpt dan kan de val gezet worden.
Mieren
De mier is nu zo’n beest wat absoluut zinvol werk verricht en toch niet altijd gewenst is. Ze ruimen schadelijke insecten en afval op, maar toch willen we ze zo ver mogelijk weg hebben. De bekende lokdoosjes werken vaak, maar ook meer natuurlijke middelen. Ze kunnen niet tegen de nodige geurtjes en dat helpt ze te verjagen. Zo valt te denken aan uien en knoflooksap of koffiedik. Kokend water in een nest gieten wil ook nog wel eens werken.