Groene stoeptegels met algen en korstmossen
Zijn de stoeptegels groen met grijze, witachtige of gele vlekken? Net of iemand er elke keer het kauwgom uitspuugd heeft? En als het veel regent in de winter moet je oppassen om niet uit te glijden, zo glad is de groene stoep? Er is dan sprake van algen en korstmossen op de stoep. Twee organismen die niet zonder elkaar kunnen en een levend palet aan kleuren op de stoeptegels maken. Ze verdwijnen meestal vanzelf in de zomer of worden veel minder, maar ze kunnen op een milieuvriendelijke manier ook eerder verdwijnen of minder worden.
Inhoud
Waar komen algen vandaan?
Algen vormen een groene aanslag of dunne korst op de stoep. Eerst groeit de alg op de stoep en later komen er korstmossen bij. Algen (Algea) hebben een celkern (algen zijn eencelligen) waarin het erfelijk materiaal in zit opgeslagen en algen hebben geen wortels, stengels of bladeren. Wel kunnen ze net als de ‘hogere’ planten onder invloed van licht koolstofdioxide omzetten in zuurstof (fotosynthese). Groene algen bezitten namelijk chlorophylkorrels of bladgroen. Bij ideale omstandigheden vormen de algen de groene kleur op de stoeptegels en worden zo een ideale voedingsbodem voor korstmossen.
Groene stoep
Ideale omstandigheden voor de alg
Algengroei is een gevolg van een geregeld natte stoep in combinatie met schaduwrijke plekken; plekken die niet gemakkelijk opdrogen na regen omdat de zon daar niet komt. Plekken als stoeptegels, hout en natuursteen zijn dan materialen waar de alg goed gedijt. Het wordt dan gevaarlijk glad om er bij regenachtig weer overheen te lopen. De algvorming is het sterkst in de winter omdat de zon dan lager staat en de sterkte van het licht veel minder is.
Symbiose
De alg heeft korstmossen nodig om te kunnen blijven voortbestaan en de korstmos heeft de alg nodig om te kunnen bestaan (symbiose). Een korstmos is namelijk opgebouwd uit schimmels en algen en samen hebben ze profijt van het samengaan. In de symbiose tussen alg en korstmos geeft de alg namelijk organische stoffen (door fotosynthese) aan de korstmos en in ruil daarvoor beschermt de korstmos de alg. De schimmel heeft voortplantingsorganen en zorgt ervoor hoe de korstmos eruitziet. De alg kan ook zonder korstmossen leven terwijl de schimmel nooit zonder algen wordt aangetroffen.
Muurzonnetje
Fotosynthese
Om in symbiose te kunnen leven hebben algen, schimmels en korstmossen licht en vocht nodig. De algen hebben dit nodig voor de fotosynthese. De energie van het licht wordt gebruikt om koolstofdioxide (CO2) om te zetten in eiwitten en vetten, en vocht in suikers en als bijproduct produceren algen zuurstof (O2). Het omzetten gebeurt door de bladgroenkorrels (chlorofyl). Algen worden gekscherend ook wel eens de CO2-eters genoemd. CO2 is namelijk een van de broeikasgassen die de wereld bedreigt.
De schimmels en algen
Algen zorgen voor voedsel voor korstmossen maar gekweekte algen zijn ook een bron in de voedselindustrie en de chemische industrie. In de voedselindustrie als bijvoorbeeld vleesvervanger en voedzame soorten eiwit (spirulina) en in de chemische industrie onder ander voor olie, bio-plastics en weekmakers. De schimmels in de korstmossen zorgen voor de voortplanting, mineralen en water. In 1867 werd door Simon Schwendener, een Zwitserse botanicus, ontdekt dat een korstmos bestaat uit een schimmel en een alg. In juli 2016 ontdekten korstmosbiologen van de University of Montana (Amerika) een derde schimmel.
Mos en korstmos
Ontstaan van korstmossen
Korstmossen (en mossen) ontstaan pas wanneer de alg al een poos aanwezig is op de stoep. De in korstmossen levende schimmels worden door de algen gemaakt door bouwstoffen die algen uit steen, schors, zwevend stof uit de lucht of regenwater halen. De schimmel bepaalt de vorm van een korstmos en zorgt voor de opname van water en zouten. Korstmossen groeien het liefst op een enigszins zurig of kalkrijk gesteente.
Meetinstrument
Algen worden de CO2 (kooldioxide of koolstofdioxide) eters van het milieu genoemd en korstmossen het meetinstrument voor luchtverontreiniging. Korstmossen reageren op de uitstoot van bijvoorbeeld:
- Zwaveldioxide (SO2). Bronnen van zwaveldioxide zijn onder ander elektriciteitscentrales, raffinaderijen en verkeer.
- Kooldioxide (CO2). Koolstofdioxide wordt eveneens geproduceerd in elektriciteitscentrales (kolen) en oliewinning. Oliewinning in de Noordzee geeft vervuiling door ruwe olie (een mengsel van koolwaterstoffen).
- Ammoniak afkomstig van bemesting.
Korstmossen verdwijnen op den duur bij de uitstoot van CO2 en de uitstoot van ammoniak heeft twee effecten op korstmossen. De soorten korstmossen die graag een zurige ondergrond hebben zullen verdwijnen en de korstmossen die graag een stikstofrijke ondergrond hebben zullen toenemen. Groene schotelkorst is een aanwijzing voor veel zwaveldioxide in de lucht en het groot dooiermos houdt erg van ammoniak.
Muurschotelkorst
Uiterlijk van korstmossen
We kunnen visueel zichtbare korstmossen onderscheiden in drie verschillende vormen. De:
- korstvormige soorten;
- bladvormige soorten;
- struikvormige soorten.
De korstvormige soorten
Deze korstmossen plakken als het ware op de alg. Het zijn veelal de korstmossen die we het meest zien op de stoeptegels. De veelvoorkomende muurschotelkorst ziet eruit als uitgespuugde en platgetrapte kauwgom, maar bij goed observeren heeft het een heel mooie en bijzondere structuur. Ander
korstvormige soorten zijn:
- Groene schotelkorst;
- Donkere schotelkorst;
- Witrandschotelkorst;
- Platte citroenkorst;
- Gewone citroenkorst;
- Muurzonnetje;
- Dooiermos;
- Donker purperschaaltje.
Rond schaduwmos
De bladvormige soorten
De lobben lijken op takken en zijn op verschillende plekken met speciale hechtorganen die lijken op wortels, met de alg verbonden. De bladvormige korstmossen zijn eveneens veel op de stoep rond de woning te vinden, maar ook veel op takken van bomen. Bladvormige korstmossen zijn bijvoorbeeld het rond schaduwmos, stoeprandvingermos, heksenvingermos of grauw rijpmos.
Struikvormige soorten
Een mos met een uiterlijk als een struik die we niet op de stoep bij de woning kunnen vinden maar in bossen of op heidevelden. Deze korstmossen zijn op één plek gehecht aan de schors. Ze zijn rijk vertakt, staaf-, spies- of bekervormig. Het bruinbekermos, frietzakbekermos, rendiermos en dove heidelucifer zijn hier voorbeelden van.
Groot dooiermos
Wie geen algen op de stoep wil
Algen houden niet van droogte, dus als de zomer in aantocht is, verdwijnt de groene uitslag vanzelf. Wie daarop niet kan wachten, kan zijn terras schrobben met een mengsel van twee deel water en één deel soda, of een mengsel van twee deel water en één deel schoonmaakazijn. Laat het met droog weer even inweken en schrob dan de stoep schoon. Ook de hoge drukspuit behoort tot de mogelijkheden maar dit kan de stoeptegels juist ruwer maken, waardoor er een perfecte omgeving ontstaat voor algen.