Maak je tuin vogelvriendelijk
Voor veel mensen is het een genot om naar te kijken: vogels in de tuin. De hoeveelheid vogels in de tuin heeft voor een deel te maken met de vogelvriendelijkheid van de tuin. Vogels zijn namelijk vrij kritisch. Ze bivakkeren niet in elke tuin. Door slechts een paar aanpassingen is het mogelijk om je tuin wat vogelvriendelijker te maken. Als leidraad hiervoor kun je de 4 v's nemen.
De eerste V: Voortplanting
Een nestje vogels in je tuin is erg leuk om te zien. Voor jezelf, maar ook voor kinderen en of kleinkinderen is het erg leuk om dit mee te maken. De jonge vogels zijn er namelijk niet zomaar. Vooraf heb je al heel wat bedrijvigheid kunnen aanschouwen. Vogels die af en aan vliegen met takjes om hun nest in orde te maken. Wil je meer vogels in je tuin dan moet je je realiseren dat vogels een geschikte plek nodig zijn om te nestelen. En dat doet niet elke vogel op dezelfde manier.
Nestkastjes
Nestkastjes zijn geschikt voor vogels die in holten broeden. Denk aan huismusjes, koolmeesjes en pimpelmeesjes. Maar ook qua nestkastjes heeft iedere vogel een eigen voorkeur. Er zijn dan ook veel verschillende nestkastjes verkrijgbaar. Er zijn halfopen nestkastjes waar je o.a. roodborstjes en merels in kunt vinden. In een gesloten nestkast (een kast met alleen een klein gat aan de voorkant) vind je o.a. de koolmees, de pimpelmees en de kuifmeesjes. Nestkastjes zijn volop te koop. Voordat je een nestkastje koopt is het verstandig om vooraf te kijken welke vogels je hiermee naar je tuin wilt lokken. Zo weet je ook welk nestkastje je aan moet schaffen als je eenmaal in de winkel staat. Ben je zelf handig? Wellicht is het dan leuk om zelf een nestkastje te maken. Dit kun je helemaal zelf doen door een eigen ontwerp te maken, maar ook zijn er bouwpakketten te koop.
Bomen
Merels, roodborstjes en winterkoninkjes zijn vogels die kunnen broeden in open nestkastjes. Maar dit doen ze ook graag in bomen en struiken. Vogels houden er niet van dat ze gezien worden als ze naar het nest vliegen. Dit doen ze het liefst ongezien. Een enkele boom of struik zal dan ook niet afdoende zijn om de beschutting te bieden die de vogel wenst. Zorg voor een aantal beschutte plekken in de tuin door voldoende bomen en struiken te plaatsen. Heb je hier niet de ruimte voor? Ook een schutting die begroeid is kan een goede schutplaats zijn.
De tweede V: Veiligheid
Nestkastjes worden niet alleen voor de voortplanting gebruikt, ze bieden de vogels ook bescherming en een stukje veiligheid. Als je je in de vogel probeert te verplaatsen komt het gevaar uit diverse hoeken. Zorg daarom dat de vogel altijd ergens naartoe kan als het onraad ruikt. Een dichte boom of stuik is hiervoor ideaal. Een van de gevaren voor de vogel is een kat. Jaarlijks vallen heel wat vogels ten prooi aan katten. Als je zelf een kat hebt zou je die van een belletje kunnen voorzien. De vogel hoort de kat dan vroegtijdig aankomen en kan uitwijken naar een schuilplaats. Een ander gevaar voor vogels zijn ramen. Regelmatig worden de ramen niet tijdig opgemerkt door de vogels en vliegen ze er tegen aan. Dit vaak met dodelijke afloop voor het vogeltje. Door een speciale raamsticker te plakken vallen deze raambotsingen te voorkomen.
De derde V: Variatie
Wil je je tuin echt vogelvriendelijk maken? Dan zorg je voor variatie! In hoeverre je dit kunt doen heeft te maken met diverse factoren. Budget en ruimte in de tuin spelen hierbij een rol. Als je de mogelijkheid hebt is het mooi om diverse bomen, struiken en planten te plaatsen. Het mooiste is om gebruik te maken van planten met verschillende hoogtes. Een genot voor ons oog en een genot voor de vogel. Ook een pergola, een begroeide schutting en een composthoop zijn plekken waar een vogel van geniet. Wat ook elke vogel nodig heeft is water. Een vijvertje zou zeker op prijs worden gesteld. Heb je hiervoor de ruimte of het budget niet? Plaats dan een vogeldrinkbak en vul deze regelmatig bij.
De vierde V: Voedsel
Door je tuin te voorzien van de nodige variante in struiken, planten, gras en water krijgt de vogel al veel binnen. Insecten, besjes, water, vruchtjes, het ligt dan al voor het oprapen. De vogels genieten hier zichtbaar van. Je kunt er voor kiezen om vogels nog verder bij te voeren. Veel mensen doen dit met name in de winter. Populaire items zijn vetbollen, pindaslingers, pindasilo's, voedertafels gevuld met strooivoer voor vogels en of vogelpindakaas.
Zelf maken
Je kan spullen kopen om vogels bij te voeren, maar je kunt het bijvoer ook zelf maken. Hierbij kunnen kinderen en of kleinkinderen ook prima een handje helpen. Koop eens een zak doppinda's. Met behulp van een naald en een stukje draad maak je zelf een mooie pindaslinger. Ook is het niet moeilijk om zelf vetbollen te maken. Hiervoor heb je nodig:
- Frituurvet ongebruikt en ongezouten
- Vogelzaad
- Plastic bekerjes
- Stukje katoendraad
- Plakband of tape
- Doe het frituurvet in een pannetje en laat het zachtjes smelten.
- Prik in de tussentijd een klein gaatje in de bodem van de bekertjes.
- Doe hier een stukje katoendraad doorheen en plak de onderzijde daarna af met een stukje tape of plakband.
- Zorg dat de draad lang genoeg is om later je vetbol aan op te hangen.
- Als het vet warm is roer je het vogelzaad hier doorheen.
- Laat het geheel een beetje afkoelen en vul dan de bekertjes met dit mengsel.
- Zorg ervoor dat de katoendraad niet in het vetmengsel valt.
- Als het vet hard is geworden kun je de bekertjes erom weg halen.
- Maak nu een knoopje in de katoendraad en hang de vetbollen ergens op. De vogels zullen ervan smullen.
Wat moet je niet geven
Ook al zijn de bedoelingen goed, je kunt vogels niet alles geven wat je in je keukenkastje tegenkomt. Is de vogelpindakaas op? Vervang deze dan niet door een pot pindakaas die je zelf op je brood doet. Vogelpindakaas is namelijk op een andere manier gemaakt. Het is gemaakt van ongebrande pinda's en bevat bovendien geen zout. Zout is erg ongezond voor vogels. Ook moet je vogels geen melk geven. Hun spijsvertering is hier niet op ingesteld. Vogels kunnen dit niet verteren.