Artisjokken, lekker en apart
De naam artisjokken doet in eerste instantie misschien wat grappig aan. De oplettende lezer herkent in de naam al gauw de woorddelen artis en jokken. Artisjokken hebben echter niets te maken met dierentuinen en al helemaal niet met onwaarheden: het gaat hier om een voedzame en gezonde plant. Lekkere artisjokken!
Artisjok
De artisjok is een plant uit de composietenfamilie. De botanische naam voor de artisjok is
Cynara cardunculus var. scolymus. De plant doet denken aan een distel en wordt zo soms ook genoemd, maar is daar geen directe familie van. De gangbare naam artisjok doet voor sommigen soms wat komisch aan, je kunt er -bij toeval- de woorddelen
artis en
jokken in terugvinden. De plant, die zijn naam oorspronkelijk ontleend aan een Arabisch woord, heeft echter niets te maken met dierentuinen, dieren of onwaarheden.
Waar komt dat vandaan?
De geschiedenis van artisjokken gaat ver terug. Al in de tijd van de Egyptische farao’s gebruikten de Egyptenaren artisjokken, vooral als bestanddeel van de voeding. Ook de Romeinen raakten in de plant geïnteresseerd, het gebruik ervan is op schrift vastgelegd. De naam van de plant, artisjok, is afgeleid van een Arabisch woord. Later in de geschiedenis, in de middeleeuwen, raakte de plant ook in West-Europa bekend, niet alleen als voedingsmiddel, maar vanwege de heilzame werking. Problemen met de gal, de lever of andere problemen met de spijsvertering konden met artisjokken worden bestreden.
Hoe zit dat
De middeleeuwers zaten er niet zo ver naast. Natuurlijk kun je delen van de plant gebruiken in je voeding, maar er zijn inderdaad gezondheidsproblemen, die je met artisjokken te lijf kunt gaan. Bijvoorbeeld:
- Als bloedreinigingsmiddel
- Het ontgiften van de lever
- Het helpt vorming van galstenen te voorkomen
- Het cholesterolgehalte kan positief worden beïnvloed, ofwel: worden verlaagd.
Artisjokken in je eigen tuin
Artisjok (bron: Wikipedia) /
Bron: Ammirti, PixabayHet klimaat in Nederland leent zich niet zo voor grootschalige teelt van artisjokken, of je zou het in kassen moeten doen. Ook de hobby-tuinier is niet zo vaak met artisjokken in de weer, maar het is toch wel mogelijk. Houd er rekening mee: het is een meerjarenproject. Een belangrijk deel van het proces gebeurt inderdaad binnenshuis.
- Vanaf maart kunnen de artisjok-zaadjes gezaaid worden. Liefst binnenshuis, of in potjes of onder glas.
- Je kunt het best per potje twéé zaadjes zaaien. Uiteindelijk laat je alleen de sterkste staan.
- Vanaf half mei kun je de plantjes buiten in de volle grond uitzetten.
- Het eerste jaar moet je nog geen bloei in de plant verwachten, het groeiseizoen in Nederland en België is voor de artisjok niet lang genoeg. Maar dat moet in het tweede jaar weer wel lukken.
- De plant vormt een flink wortelstelsel. In het tweede jaar kunnen de planten hier flink van uitlopen. Haal enkele scheuten weg, zodat er twee of drie overblijven. Deze krijgen de kans zich flink te ontwikkelen.
- De scheuten die je hebt weggehaald, kun je gebruiken voor vermeerdering, zodat je het volgend jaar meer planten hebt waarvan je kunt oogsten.
- Vanaf half juni kunnen de planten in bloei komen.
- Tijdens het kweekproces kun je last hebben van schimmels. De artisjok heeft graag een warm klimaat. Kou en vochtigheid geven schimmels teveel kans. Nu kun je het weer niet echt beïnvloeden, dus zorg ervoor dat de wind vrij spel heeft. Dat voorkomt dat de vochtigheid blijft hangen. Je kunt dat doen door wat blad weg te halen, of door uit te dunnen.
- Ook de bladluis vindt artisjokken interessant. Mocht dat het geval zijn, dan kun je die aanpakken door met de tuinslang er een stevige waterstraal op te zetten.
Oogsten en eten
Vanaf augustus of september kan geoogst worden. Je gebruikt bladeren, wortels en soms ook de nog gesloten bloemknoppen. Als je een beetje uitkijkt en je laat genoeg wortels en plantdelen zitten, dan kan de plant overleven en ook het volgend jaar productief zijn. Met wat geluk kun je verschillende jaren met dezelfde planten vooruit. Het koken van de artisjok duurt 30 tot 40 minuten. Na het koken laat je alles uitlekken en kun je de schubben lostrekken. Je eet niet het hele blad, alleen het zachte deel. Met je tanden kun je dat van het onderste deel van het blaadje halen. Je kunt er eventueel een lekker sausje bij doen. Je haalt niet heel veel eetbaar materiaal van één blaadje, maar het is wel lekker. Gelukkig zijn er heel wat schubben, dus je kunt even vooruit.