De pollenarme tuin
De mooie warme dagen in het voorjaar zijn voor veel mensen een ware marteling. Net op het moment dat iedereen gretig in de tuin aan de slag gaat begint het hooikoortsseizoen. Het buiten zijn en een tuin onderhouden wordt dan ook een niet zo prettige bezigheid. Maar er kan al een hoop leed voorkomen worden door de juiste plantenkeuze voor de tuin.
Wat is hooikoorts?
Hooikoorts ontstaat door een overgevoeligheid aan pollen, dit is stuifmeel waarmee de planten bevrucht worden. De stuifmeelkorrels zweven op mooie dagen met miljoenen tegelijk door de lucht. En net deze onschuldige pollen veroorzaken een overdreven sterke immuunreactie bij mensen met hooikoorts. Het immuunsysteem identificeert de pollen als “gevaarlijke stoffen” en probeert ze te neutraliseren. Hierdoor komt histamine vrij die voor de typische symptomen zorgen: waterige jeukende ogen, niesbuien en opzwellen van het neusslijmvlies.
Het aanleggen van een pollenarme tuin
Een pollenarme tuin verschilt niet veel van een gewone tuin, er moet enkel meer aandacht worden besteed aan de plantenkeuze. Een belangrijke stelregel is alle windbestuivers te vermijden. Deze zijn algemeen genomen te herkennen aan de iets minder opvallend gekleurde bloemen en een massale bloei. Er moet zo veel mogelijk stuifmeel de lucht in om voor de bevruchting te zorgen. Bloemen die afhankelijk zijn voor hun bestuiving door insecten bloeien meestal met felle kleuren, deze produceren minder stuifmeel en geven dus ook minder symptomen. Een moestuin zorgt in regel ook voor zeer weinig pollen, vermist de groenten worden geoogst voor ze in bloei komen. Met een kruidentuin moet dan weer wel opgelet worden, vooral met planten zoals bieslook en andere leden van de uienfamilie. Het aanleggen van siervijvers of waterpartijen is ook steeds een goed idee, hierbij moet natuurlijk wel voldoende aandacht geschonken worden aan de eventuele moerasbeplanting. Onderaan het artikel is een lijst terug te vinden met planten die best vermeden worden.
Tuinonderhoudtips voor hooikoortspatiënten
Op mooie winderige dagen kan het werken in de tuin best uitgesteld worden naar een latere datum. Leuk is anders maar het zal een hoop leed besparen. Na het werken in de tuin kunnen je kleren best gewassen worden, de pollen zijn zo klein dat ze zich makkelijk hechten aan de kledingvezels en zo verspreid worden in huis. De ideale periode om te werken in de tuin is tijdens bewolkte dagen waarop het zo goed als windstil is. Onkruid moet zo veel mogelijk vermeden worden, tijdig wieden is dat ook de boodschap. Het gras tijdig maaien zodat dit zeker niet in bloei kan komen. Als het gras wordt gemaaid worden de pollen die op het gazon liggen terug de lucht in geslingerd, hierdoor is de misvatting ontstaan dat het gras in een gazon verantwoordelijk is voor hooikoorts. Bescherm jezelf met een zonnebril om te vermijden dat er te veel pollen de ogen bereiken.
Planten die niet in een pollenarme tuin thuishoren
Bomen en heesters:
- Vlier (Sambucus)
- Haagbeuk (Carpinus)
- Berk (Betula)
- Esdoorn (Acer)
- Fluweelboom (Rhus)
- Els (Alnus)
- Hazelaar (Corylus)
- Toverhazelaar (Hamamelis)
- Vlinderstuik (Budleja)
- Meidoorn (Crataegus)
- Populier (Populus)
- Goudenregen (Laburnum)
- Tamariks (Tamarix)
- Kastanje (castanea)
Vaste planten:
- Lisdodde (Typha)
- Guldenroede (Solidago)
- Ereprijs (Veronica)
- Kattenstaart (Lythrum)
- Valeriaan (Valeriana)
- Geitenbaard (Aruncus)
- Siergrassen
Eén- of tweejarigen:
- Reseda (Reseda)
- Strobloem (Helichrysum)
- Vingerhoedskruid (Digitalis)
- Muurbloem ((Erysimum)
- Wonderboom (Ricinus)
- Amarant (Amaranthus)
- Margriet ((Leucanthemum)
- Bijvoet (Artemisia)