Beplanting in je tuin
Niets is leuker om je tuin te voorzien van nieuwe planten. Maar let wel op hoe je de planten neerzet, anders kan het namelijk erg rommelig er uit gaan zien. Een plantenboek is een handig hulpmiddel voor het uitzoeken van mooie tuinplanten. Maar ook het internet geeft veel informatie over verschillende tuinplanten.
Tuinplanten kopen
Als je
tuinplanten gaat kopen voor in je tuin, bedenk dan eerst goed wat je in je tuin wil hebben en waar. Let op plekken in je tuin waar weinig zonlicht komt en waar veel zonlicht komt. Zoek op het internet of neem een tuinplantenboek bij de hand, en schrijf de plantnamen op van de planten die jij mooi vind en in je tuin wilt hebben staan. Als je dat hebt gedaan, ga dan pas naar een tuincentrum om je planten te halen. Vraag een medewerker van het tuincentrum om je te helpen. Geef hem of haar de lijst met planten die wilt hebben. De medewerker weet vaak precies waar alles staat en/of ze de planten momenteel wel of niet hebben. Vraag meteen ook even advies hoe de plant verzorgd moet worden.
Tuinplanten planten
Als je al je planten thuis hebt ga je als volgt te werk: Sorteer eerst de planten op schaduw, halfschaduw, of volle zon. Dompel vervolgens alle planten met hun pot even in een emmer met water, zodat de aarde zich goed vol kan zuigen met water. Dit is nodig omdat de planten hun wortels vlak na het planten nog niet hebben kunnen verspreiden. De eerste paar weken kunnen ze alleen water opnemen met de kluit wortels direct onder zich. Daarom is het ook zo belangrijk om na het planten de planten regelmatig water te geven. Vervolgens begin je eerst met de grootste plante.. De grootste planten komen achterin je tuin te staan. Schat even in hoe groot de wortel kluit is en graaf het gat waar de plant in moet komen te staan. Als het gat klaar is pas de kluit er even in. Het gat mag niet dieper zijn dan de bovenkant van de wortelkluit. Als de grond erg droog is, gooi dan een emmer met water in het gat, en laat het water dan wegtrekken in de grond. Tot slot zet je de plant met de kluit in het gat en gooi je de rest van de ruimte dicht met bij voorkeur verse aarde. Aarde om de kluit goed aanstampen.
Als je alle gote planten hebt geplant, dan ga je verder met de middelgrote planten. De middelgrote planten zet je voor de grote planten neer. Het planten gaat op precies dezelfde manier. Tot slot heb je dan nog de kleine plantjes. Deze plant je weer voor de middelgrote planten. Stamp hier de kluit alleen niet aan met je voet, maar gebruik hiervoor je handen. Hun wortels zijn veel kleiner en gevoeliger als van de grote planten, met je voet zal je de wortels stuk trappen.
Klaar
Als je alle planten in je tuin hebt staan, ga dan even op een afstandje staan, om te kijken of het zo naar je zin is. Doe dit ook af en toe tussen het planten door. Ben je dan niet helemaal tevreden over de plaats van de plant, dan kan je de plant nog even verplaatsen. Ziet je tuin er georginiseerd uit en niet te rommelig, dan heb je het goed gedaan. Door met grote planten achteraan te beginnen en met kleine planten vooraan te eindigen, maak je ook meteen een wijds effect. Je plant eigenlijk gewoon trapsgewijs. Op deze manier van planten zie je niet alleen alle planten, maar optisch lijkt je tuin ook veel groter. Let wel op dat je je tuin niet te vol zet met planten, want hou er rekening mee: Planten groeien! En ze hebben wel de ruimte nodig om te kunnen groeien.