Aantal woningen in Nederland aan het begin van 2020
Nederland telde begin 2020 ruim 17 miljoen bewoners van een huis, woonachtig in bijna 7,9 miljoen woningen. Het rijtjeshuis is daarbij verreweg het meest populair. Opvallend is dat veel huizen bewoond worden door eenpersoonshuishoudens, dit aantal huishoudens zal in elk geval tot 2050 verder toenemen, zo luidt de verwachting. Per jaar komt er ongeveer een kleine procent aan extra woningen bij, het merendeel bestaat uit nieuwbouw, maar een deel ook uit het transformeren van bijvoorbeeld kantoorgebouwen naar woningen.
Inhoud
Het totaal aantal woningen in Nederland
Op 1 januari 2020 waren er volgens het CBS bijna 7,9 miljoen woningen, de teller stond toen op 7.892.000 huizen. Over het gehele jaar 2019 zijn er 76.654 woningen bijgekomen, waarvan 70.716 nieuwbouwwoningen. De resterende bijgekomen woningen bestaan uit overige toegevoegde woningen, denk hierbij aan splitsing van woningen of transformatie van kantoorgebouwen naar woonruimte. Het gaat hier om 25.959 exemplaren. Echter, door sloop en overige onttrekkingen zijn er over 2019 respectievelijk 10.538 en 11.072 woningen verdwenen. Overige onttrekkingen betreffen woningen die om andere reden dan sloop aan de totale woningvoorraad zijn onttrokken, denk aan verandering van gebruiksfunctie of het samenvoegen van bestaande woningen. Met een inbegrepen correctie op alle genoemde cijfers is het totaal aantal bijgekomen woningen in 2019 uiteindelijk op 76.654 uitgekomen.
Aantallen verdeeld in koop en huur
Eind 2019 waren er 4.487.894 koopwoningen, 2.295.414 huurwoningen in eigendom van een corporatie, 1.004.225 huurwoningen van overige verhuurders en 27.379 woningen die bij het CBS in de categorie ‘eigendom onbekend’ vallen. Overige huurwoningen kunnen woningen zijn die in eigendom zijn van particulieren, bedrijven of van beleggers. Een opvallend gegeven is dat eind 2019 345.556 van alle woningen onbewoond waren, dit terwijl de woningnood toch hoog is. Veel huizen die in handen zijn van beleggers behoren tot deze groep onbewoonde woningen. In procenten betekent dit dat er eind 2019 op een totale woningvoorraad van 7.814.912 circa 4,5% leegstand was. Van de koopwoningen was met 139.578 leegstaande woningen in aantal 3,11% onbewoond, en van de sociale huurwoningen betrof dit met 70.414 woningen 3,07%. Van de overige verhuurders was dit percentage met 126.664 woningen maar liefst 12,61%. Men kan dus stellen dat zowel de koopwoningen als de woningcorporaties het qua leegstand van woningen het relatief goed doen in vergelijking met particuliere verhuurders en beleggers.
Nieuwbouw in aantallen per jaar
Bron: PhotoMIX Company, Pixabay Vanaf 2010 tot en met 2019 zijn er ieder jaar ongeveer 50.000 tot 70.000 woningen bijgebouwd, waarbij 2019 in dit tijdvak het meest productieve jaar was. Vanaf 2000 tot en met 2009 lagen deze aantallen echter iets hoger, namelijk 65.000 tot ongeveer 85.000 per jaar. Met ongeveer 7,9 miljoen woningen eind 2019 werd er tussen 2010 en 2019 ieder jaar dus een kleine procent bijgebouwd. Het aantal nieuwbouwwoningen dat gebouwd wordt is weliswaar te weinig om aan de vraag op de woningmarkt te kunnen voldoen maar er is sinds 2014 wel sprake van een stijgende lijn. Het topjaar was 2009, toen zagen 87.835 nieuwbouwwoningen het licht, 2014 was het ‘dieptepunt’ met ‘slechts’ 45.170 nieuwe woningen.
Totale waarde van alle woningen
De waarde van een woning verandert uiteraard voortdurend, het CBS biedt cijfers over de afgelopen jaren. In 2018 betrof de totale waarde van alle woningen in Nederland maar liefst € 1.761.428.000.000, oftewel 1,76 biljoen euro. In 2019 kwam dit uit op € 1.929.566.000.000. De gemiddelde woningwaarde lag in 2018 op € 230.000, dit is flink meer dan in 2017 toen het € 216.000 bedroeg. In 2019 lag deze waarde op € 248.000 en overstijgt daarmee het recordjaar 2010, toen lag de gemiddelde woningwaarde in heel Nederland op € 242.000. Per provincie zijn er sterke verschillen. Zo lag de gemiddelde huizenprijs in 2019 in Groningen op € 166.000, in Friesland op € 186.000, in Drenthe op € 201.000, in Overijssel op € 217.000, in Flevoland op € 212.000, in Gelderland op € 243.000, in Utrecht op € 294.000, in Noord-Holland op € 318.000, in Zuid-Holland op € 237.000, in Zeeland op € 203.000, in Noord-Brabant op € 257.000 en in Limburg op € 200.000. Dat Noord-Holland zo hoog ligt komt natuurlijk door de duurste stad van Nederland, Amsterdam, hier lag de gemiddelde woningwaarde in 2019 op € 378.000.
Soorten woningen in Nederland
Bron: Padrinan, Pixabay Wanneer een eenvoudige indeling wordt gemaakt in eengezinswoningen of meergezinswoningen dan blijkt dat er in 2019 5.021.988 eengezinswoningen waren en 2.792.924 meergezinswoningen. Opmerkelijk, want gezien de schaarste oppervlakte in Nederland zou je verwachten dat men eerder zou kiezen voor een woningtype waarin meerdere gezinnen boven elkaar kunnen wonen. Het gros van de Nederlanders wil echter liever in een rijtjeshuis wonen dan in een flat.
Soorten woningen per provincie
In Friesland is het percentage vrijstaande huizen het hoogst en het percentage appartementen het laagst, het tegenovergestelde is te zien in Zuid-Holland. In Friesland, Groningen en Drenthe betreffen zelfs de meeste woningen een vrijstaand huis. In Limburg zijn de meeste woningen een twee-onder-een-kapwoning. Van rijtjeshuizen zijn er naar verhouding het meest in Overijssel, Flevoland, Gelderland, Utrecht, Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant. De provincie met het hoogst percentage appartementen (en flats) is Zuid-Holland, gevolgd door Noord-Holland.
Aantal personen per huishoudens
In 2019 maakten er in totaal 17.282.163 mensen deel uit van een huishouden. Hieronder vielen 3.037.622 eenpersoonshuishoudens en 4.887.069 meerpersoonshuishoudens, maar ook 246.661 personen in institutionele huishoudens zoals verpleeghuizen. Uit het iets oudere rapport Bouwen en Wonen van 2015 bleek dat eenpersoonshuishoudens in Nederland een grote groep vormen, het ging in 2015 om 2.860.000 woningen. Hierna volgen de echtparen en samenwonenden zónder kinderen, zij bewoonden in 2015 2.210.000 woningen, gevolgd door echtparen met kinderen die 2.000.000 woningen bewoonden. Eenoudergezinnen woonden in 2015 in 550.000 woningen en overige soorten huishoudens in 40.000 woningen. Het jaar 1998 was een kantelmoment waarin de groep eenpersoonshuishoudens voor het eerst een groter aantal woningen gingen bewonen dan de andere 'groepen'. De groep met eenpersoonshuishoudens zal naar verwachting steeds verder toenemen. Opvallend is dat het aantal huishoudens met kinderen (2.000.000 plus 550.000) in 2015 zelfs kleiner was dan de eenpersoonshuishoudens.
Verdere afname aantal personen per huishouden
Uit het rapport Bouwen en Wonen uit 2015 blijkt ook dat de bevolking in Nederland verder toe zal nemen naar 18.140.000 mensen in 2050, dit is een toename van 7% ten opzichte van het jaar 2016. Het aantal huishoudens zal van 7.732.000 in 2016 naar 8.655.000 in 2050 stijgen, een toename van bijna 12%. Aan dit verschil tussen de 7% en 12% in toename is goed te zien dat het aantal bewoners per woning gemiddeld zal dalen, namelijk van 2195 bewoners per 1000 woningen in 2016 naar 2096 bewoners per 1000 woningen in 2050. Deze afname wordt grotendeels verklaard doordat het aantal eenpersoonshuishoudens zal groeien van 38% naar 44%. Het is opmerkelijk dat naar verwachting in 2050 maar liefst 44 van 100 woningen bewoond zal worden door slechts één persoon. Het CBS verwachtte eind 2017 dat er in het jaar 2050 18.370.350 inwoners in Nederland zullen zijn.