Meubelgeschiedenis van stoel, tafel, bed en kast
Zitten, slapen, eten en opbergen heeft de mens wel vanaf de vroegste oudheid gedaan maar de meubelen die wij daar nu beschikbaar voor hebben zijn onvergelijkbaar met die van eeuwen geleden. De modellen van onze meubelen zijn overigens vooral ontwikkeld na de middeleeuwen met als basismeubelen: stoel, tafel, bed en kast. Er is namelijk ooit een tijd geweest dat een stoel alleen voor de rijken was als een soort statussymbool. Tafels werden in de middeleeuwen alleen door de adel gebruikt. Een kast is voortgekomen uit een kist. Voor een arme middeleeuwer was een bed zo belangrijk dat het per testament werd nagelaten.
Stoelen
Alleen afbeeldingen
Niet iedereen had in vroeger eeuwen stoelen. Een stoel was een artikel van waardigheid en niet bestemd voor de gewone mens. Pas in de zestiende eeuw wordt een stoel gemeengoed. Vóór die tijd werden, naast de grond, stenen, kisten en krukjes gebruikt om op te zitten. Uit vroeger dagen is weinig meubilair overgebleven en is de kennis daarover vooral gebaseerd op afbeeldingen zoals op schilderijen.
Symbool van rijkdom en macht
In het oude Egypte waren stoelen alleen bestemd voor grote heersers en daardoor een symbool van rijkdom en macht. Stoelen uit die tijd waren vervaardigd uit ebbenhout of verguld hout en ook uit materialen zoals ivoor. Dikwijls werden stoelen versierd met afbeeldingen en ornamenten en zelfs voorzien van edelstenen. De stoelpoten waren af en toe imitaties van de poten van leeuwen. Ook andere onderdelen verwezen soms naar dieren.
Vanaf zestiende eeuw voor alleman
In de Griekse cultuur kwam de stoel voor in de zesde eeuw voor Christus. In China was de stoel tijdens de Tang-dynastie ook alleen voorbestemd voor de rijken maar werd in de twaalfde eeuw al een voorwerp voor iedereen wat in Europa nog tot de zestiende eeuw zou duren. Romeinse stoelen waren soms gemaakt van marmer en versierd met sfinxen. Vanaf de Renaissance was de stoel minder een statussymbool maar meer voor alleman bestemd.
Tafels
Oudheid geen eettafels
Het woord tafel komt van het Latijnse woord tabula dat plaat, plat vlak of plank betekent. In de Egyptische Oudheid waren tafels niet veel meer dan stenen of metalen vlakken waarop voorwerpen werden geplaatst. Er werd waarschijnlijk niet aan tafels gegeten. Ook in het Oude China werd niet aan tafels gegeten. Wel was dit het geval bij de Grieken en Romeinen die de tafels na de maaltijd aan de kant schoven. Die tafels waren meestal vervaardigd uit marmer, hout of metaal.
Tafels middeleeuwen met kruispoten
In de middeleeuwen werden tafels alleen door de adel gebruikt. Niet alle tafels uit die tijd hadden rechte poten maar het blad werd vaak gedragen door kruispoten.
Bedden
Bed per testament nagelaten
Een bed, zoals wij dat nu kennen, vindt zijn oorsprong eigenlijk ook pas in de middeleeuwen. Voor de arme middeleeuwer was het bed het belangrijkste meubelstuk dat per testament werd nagelaten aan een trouwe dienaar of een familielid die het hard nodig had of een gasthuis.
Dekens tot op draad versleten
Een bed was soms zo hoog dat er een kist als opstapje werd gebruikt. De bedbodem bestond meestal uit planken maar soms uit gevlochten singels die aangebracht werden door een stoelenmatter of touwslager en van tijd tot tijd moesten worden aangespannen. Soms paste er een beddenbak onder het bed waar een strozak en dekens in lagen en bij de rijken ander beddengoed zoals een zijden tijk gevuld met donsveren. De dekens van de armen waren vaak regelmatig versteld of soms tot op de draad versleten.
Kasten
Twee opeengestapelde kisten
De kast uit de middeleeuwen, die eigenlijk voort is gekomen uit de kist, leek in het begin meer op twee opeengestapelde kisten met openingen aan de voorkant. Zij werden prachtig versierd door middel van veel handwerk door schrijnwerkers vervaardigd en soms voorzien van eikenhouten beelden uit de oudheid. Door de VOC werden luxe houtsoorten zoals ebbenhout, palissander en mahonie naar Nederland gebracht die voor meubelen werden gebruikt.
Fineer inlegwerk
Naast massief gebruik werd het hout later vooral als fineer verwerkt waardoor met minder hout eenzelfde uitstraling werd verkregen of door de manier van schillen van het hout prachtig nerfwerk ontstond. In plaats van houtsnijwerk bestonden de versieringen steeds meer uit patronen gesneden uit fineer in verschillende houtsoorten zogenaamd inlegwerk (marqueterie).
Van kist naar kast
De kistvorm van de kasten verdween aan het eind van de zeventiende eeuw en maakte plaats voor echte kasten met meestal twee lange deuren. Ook ontstond in die tijd het Hollandse kabinet waarbij het onderdeel van de kast is vervangen door een soort tafel. Vooral voor de adel uit de achttiende eeuw was het kabinet een symbool van rijkdom.
Geheime vakjes
In de Franse tijd van de Lodewijken veertien tot zestien werd het meubel steeds meer een uiting van luxe waarbij niet de functionaliteit voorop stond maar de esthetiek. In de kastensfeer werden de commode en chiffonnière uit de zeventiende eeuw uitgebreid tot manshoog met laden en binnenwerk met geheime vakjes. Maar met de economische neergang aan het eind van de achttiende eeuw werd de vormgeving soberder.