Materiaaltips om te schilderen als een vakman
Zo nu en dan wil je de omgeving veranderen. Aan geschilderde wanden, meubels of radiatoren kun je zien dat ze vele jaren achter de rug hebben. De kleuren zijn niet meer in de mode, de oppervlakken bladderen en zijn stoffig. Een nieuw laagje verf doet wonderen. Het aanbod aan materialen is echter zo overweldigend, dat een woordje uitleg wel op zijn plaats is.
Lak, verf en beits
Er bestaan vele schilderproducten waarmee je de oppervlakken van vele soorten materiaal kunt verfraaien, verbeter, onderhouden of ook beschermen. De eigenschappen van deze producten kunnen het eenvoudigst beschreven worden als je kijkt hoe ze zich bij het opbrengen gedragen. Met beits kunnen houtoppervlakken een kleurig aanzien krijgen, zonder dat de nervenstructuur bedekt wordt of het poreuze oppervlak door een laag wordt afgesloten. Lazuurverven of verfbeitsen vormen weliswaar na het opbrengen een transparante film, maar het hout kan ondanks dat ademen. Heldere en gekleurde lak bedekken de ondergrond met een laag. Gekleurde lak werkt dekkend, zodat de nervenstructuur van het gelakte hout niet meer zichtbaar is. De gelakte oppervlekken zijn beschermd tegen vervuiling en mechanische belasting. Ten slotte bestaat er nog de zogenoemde dispersieverf voor het schilderen van plafonds, wanden en buitenmuren.
Welk product kan je wanneer gebruiken?
Ten eerste worden verf en lak naar de toepassingsplaats onderscheiden ( binnens- of buitenshuis ); ten tweede kunnen ze onderscheiden worden door het materiaal waarop ze worden aangebracht; hout, metaal, radiatoren, pleister, behang of beton. Iedere soort ondergrond heeft zijn specifieke eigenschappen. Verf en lak zijn niet zo universeel samengesteld, dat ze op elk van deze soorten ondergrond zonder voorbereidend werk ook houden. Hout krijgt bijvoorbeeld een laag grondverf, hechtgrond of primer, al naar gelang welk soort verf als deklaag gebruikt zal worden. Op metalen oppervlakken worden in de regel roestwerende menie of grondverf, en een universele grondverf aangebracht, voordat er kan worden geschilderd.
Wat zit er in die verf?
Onafhankelijk van de fabrikant zijn bepaalde stoffen in alle verven en lakken gebruikt. Daartoe behoren bindmiddelen, pigmenten, oplosmiddelen en additieven. De stoffen die later de verflaag vormen en die de kleurgevende pigmenten vasthouden en met de ondergrond verbinden, noemt men de bindmiddelen. Opdat het bindmiddel niet te snel uithardt en bovendien gemakkelijk uitgestreken kan worden, heeft men oplosmiddelen nodig. Vroeger werden uitsluitend organische oplosmiddelen gebruikt. Het inademen van de dampen van deze alkydeharslakken is echter slecht voor de gezondheid en zijn ook uit milieuoogpunt bedenkelijk. Daarom is tegenwoordig elke lak ook met water al oplosmiddel verkrijgbaar. Aan zulke lakken zijn emulgatoren toegevoegd, die voor een korte tijd de van nature niet in water oplosbare bindmiddelen toch oplosbaar maken. Als het water is verdampt en de emulgatoren niet meer werkzaam zijn, is de laklaag uitgehard en ook niet meer in water oplosbaar. Onder additieven verstaat men extra stoffen zoals de genoemde emulgatoren, antivelmiddelen, conserveermiddelen, UV-beschermers tegen het verkleuren en vloeimiddelen. Bij muur-, plafond- en gevelverf hebben producten op basis van kunststofdispersies zich bewezen. Men noemt ze dispersies, omdat de afzonderlijke bestanddelen in de verf niet opgelost zijn, maar heel fijn verdeeld, zonder dat ze schilferen of neerslaan. Als bindmiddel worden, afhankelijk van het gebruik, acrylhars, latex, silicaat of siliconenhars gebruikt. In de keuken en badkamer dient u verf te gebruiken die speciaal voor vochtige ruimtes geschikt is. Zulke verf bevat een schimmelwerend middel, zodat deze niet alleen gebruikt kan worden als een preventieve beschermende laag, maar ook als een renovatielaag op beschimmelde binnenmuren.
Glans of mat?
Lakken kunnen onderverdeeld worden op basis van hun bestanddelen of van hun werking. Bij elke verfbeurt wordt de ondergrond met een dun laagje bedekt. Hoogglanslak zorgt voor een spiegelend oppervlak. Men spreekt van zijdematte lak als de laklaag niet geheel glad is. Op zulke oppervlakken ziet men stof niet meer zo duidelijk. Bij matte lak ten slotte is de structuur van de verflaag zo onregelmatig, dat het oppervlak licht in alle richtingen wordt verstrooid.
De andere nodige materialen
- Om grote oppervlakken af te dekken en tegen verfspatten te beschermen, kun je het beste golfkarton of afdekfolie gebruiken.
- Plak de gebieden die aan de te schilderen oppervlakken grenzen af met afplaktape. Deze tape kan zelfs weer van behang losgetrokken worden, zonder dat dit beschadigd wordt.
- Het te schilderen oppervlak moet vooraf en halverwege geschuurd worden met grof en daarna fijn schuurpapier. Roest verwijder je best met een staalborstel. Oneffenheden en scheuren worden met plamuur gevuld.
- Platte verfborstels zijn geschikt voor acryllak, dispersieverven en lazuren. Voor de hoeken en zijkanten zijn er minirollen. Voor grotere oppervlakken is een grote verfroller het beste stuk gereedschap. Op een afstrijk- of verdeelrooster kunt u de verf gelijkmatig over de rol van de verfroller verdelen. Als u dikke of high-solidverf wilt aanbrengen, kunt u het beste voor een kortharige vachtroller kiezen. Deze neemt niet zo veel verf op als een gewone verfroller en verdeelt de verf gelijkmatiger.