Halogeenlamp vervangen: stappenplan
Officieel is de halogeenlamp vanaf 1 september 2018 verboden, maar winkeliers mochten nog wel hun bestaande voorraad verkopen. Halogeenlampen zijn dus nog volop in veel Nederlandse huishoudens aanwezig. Bureaulampen bijvoorbeeld, verbruiken vaak nog laagspanning en halogeen steeklampjes. Het bijzondere aan deze lampjes is, dat ze geen schroefdraad hebben. De lampjes bestaan uit een klein glaslichaampje waaruit aan de onderkant twee pinnetjes steken. Via die pinnetjes krijgt het lampje zijn stroom. Als ze het begeven, kan je ze zelf vervangen. Men schroeft ze niet in, maar steekt ze in. Op zich is dat niet moeilijk, maar er is een aantal dingen die je in acht moet nemen.
Formaten steeklampjes
Steeklampjes zijn er in twee formaten. Ze worden door de
vakman aangeduid met de maat van de fitting: de kleinste met 'GY 6.35', de grootste met 'G4'. Bureaulampen hebben meestal een G4-fitting.
Sterkte van steeklampjes
Bureaulampen verbruiken vaak laagspanning en een halogeenlampje. Als die het begeeft, kan je ze zelf vervangen. Ze niet worden ingeschroefd, maar ingestoken. Ze zijn er net als andere lampen in verschillende sterkten, bijvoorbeeld 20, 35 of 50 Watt. Aan de lampjes zelf is vaak niet te zien hoe groot het vermogen is. Het is wel te zien op het informatieplaatje op de onderkant van de lampvoet, of op de transformator die bij de lamp hoort. Daarop staat hoeveel Watt vermogen hij bij 12 V afgeeft. Dat vermogen komt overeen met dat van het lampje.
Knipperende lamp door oxidatie van de fitting
Als het licht knippert of
na enige tijd steeds uitgaat, ligt dat waarschijnlijk niet aan het lampje maar aan de fitting. Na verloop van tijd kan de fitting namelijk gaan oxideren, al kan dat ook gebeuren met de pinnetjes van het lampje.
U lost het op door het lampje uit de fitting te nemen en de pinnetjes te bekijken. Zijn die zwart uitgeslagen, dan geleiden ze de stroom niet meer goed. Meestal hoeft u in dat geval alleen maar met een mesje de zwarte aanslag weg te krabben en het lampje weer terug te plaatsen.
Stappenplan voor het vervangen van een steeklampje
- Een steeklampje wordt erg heet. Om risico's te vermijden zit het daarom meestal achter een dun glasplaatje. Dat moet u eerst verwijderen voor u een lampje kunt vervangen. De manier waarop het vastzit, verschilt per lamp. Meestal moet u voorzichtig een veertje losmaken of u moet het plaatje met lamphouder en al losdraaien;
- als het lampje eenmaal vrij is, pakt u het onderaan aan de platte kant van het glaslichaampje en trekt het voorzichtig los. Pas op dat er geen pinnetje afbreekt. Zou dat toch gebeuren, dan moet u het pinnetje dat nog in de fitting zit er met een puntbektangetje uittrekken;
- raak het nieuwe lampje niet met blote vingers aan, want de huid is altijd wat vet. Dat vet zou bij aanraking sporen op het lampje achterlaten, die verbranden als het lampje aan is; Daardoor kan het lampje beschadigen. Raak het lampje daarom alleen aan met de plasticfolie van de verpakking of met een brillendoekje;
- zet het nieuwe lampje in de fitting; Zet het goed recht op de fitting en druk de pinnetjes zo diep mogelijk in de fitting. Voel of het lampje echt goed vastzit. Ten slotte het glasplaat je weer vastzetten.
Als de bureaulamp dan nog steeds niet goed werkt, moet u in een speciaalzaak de fitting laten vervangen. Dat is overigens niet zo duur.