Wettelijke regels voor de sanitaire installatie
De wettelijke regels voor sanitaire installaties hebben vooral betrekking op de kwaliteit van het drinkwater en de veiligheid van de installatie. Daarbij wordt ook gelet op zaken als warmte-isolatie, brandveiligheid en geluidsoverlast.
Algemene voorschriften
De wetgever geeft de hoogst mogelijke prioriteit aan de bescherming van het drinkwater. Daartoe is onder andere geregeld dat het systeem van drinkwaterleidingen strikt gescheiden is van alle andere
leidingsystemen. Daarbij zijn de volgende punten van bijzonder belang:
Terugstroombeveiliging
In elk geval moet worden verhinderd dat afvalwater kan terugstomen in de waterleiding. Dit kan namelijk gebeuren door een zuigeffect dat soms optreedt door onderdruk in het eigen of in het openbare leidingsysteem. Onder bepaalde omstandigheden kan ergens in het drinkwaternet een zo sterke onderdruk optreden dat bijvoorbeeld een kraan in een afwasmachine vervuild water gaat aanzuigen, waardoor het in het leidingnet terecht komt.
Een efficiënte oplossing hiertegen is de installatie van een kraan met ingebouwde terugslagklep bij de aansluiting van was- en afwasmachines. Verder is het mogelijk een centrale keerklep te installeren direct na de hoofdkraan. Ofschoon dit niet is voorgeschreven, is zo'n klep zeker aan te bevelen.
Ontluchting
Om te zorgen voor een gelijke druk in het leidingsysteem kan het handig zijn om een beluchtingsventiel in het systeem in te bouwen. Dat wordt dan op het hoogste punt van de standleiding geïnstalleerd en moet zich boven de laatste vertakking naar een verdeler of tappunt bevinden.
Ontstaat er onderdruk in de waterleiding dan kan via het ventiel lucht in de leiding stromen. Wordt de druk weer normaal dan kan de leiding via het ventiel lucht laten ontsnappen, waarbij ook een klein beetje
water kan vrijkomen. Deze vorm van be- en ontluchting is niet nodig als u uitsluitend kranen gebruikt die zelf als ontluchter kunnen dienen.
Voorschriften voor drinkwaterleidingen
Voor drinkwaterleidingen mogen alleen toegelaten buizen en systeemonderdelen (bijv. fittingen) worden gebruikt. Let op het KIWA-keurmerk. Bij kunststof leidingsystemen voorkomt u fouten door uitsluitend materialen van één fabrikant te gebruiken.
Stromingsregel
Als u buizen gebruikt van koper of een ander metaal, moet u op de stromingsregel letten: bij installatie met metalen onderdelen mag een deel van een leiding dat uit een minder edel metaal bestaat (bijv. verzinkt staal), niet worden gebruikt ná een leidingdeel uit een edeler
metaalsoort (bijv. koper). Dat geldt ook voor verbindings- en aansluitstukken. Gebeurt dit wel dan vreten de vrijkomende ionen uit het edeler materiaal die door het water zijn getransporteerd, het mindere edele materiaal aan en lossen het op. U voorkomt dit probleem door alleen met koper en/of kunststof buizen te werken.
Isolatie
Warmwaterleidingen moeten grondig geïsoleerd worden om warmteverlies te voorkomen. Met betrekking tot de isolatienormen kunt u informatie inwinnen bij uw waterleidingbedrijf.
De isolatie verhindert tevens dat zich condens vormt dat de leidingen van buitenaf aantast. Ook vermindert isolatie de geluidsoverlast. Het is daarom aan te bevelen zowel warm- als koudwaterleidingen te isoleren.
Voor isolatie kunt u het best de speciaal hiervoor bestemde mantels van schuimisolatiemateriaal gebruiken. Deze buisisolatie is verkrijgbaar voor alle gangbare buisdiameters en in verschillende diktes. De basisregel luidt: isoleer de buizen zo goed mogelijk, dus neem de dikst mogelijke, passende isolatie. Het prijsverschil met dunner isolatiemateriaal is verwaarloosbaar.
Planning van leidingen
Als vuistregel geldt dat waterleidingen niet onder het niveau van de keldervloer gelegd worden. De grootste vijand van waterleidingen is vorst. Als water bevriest in een leiding dan zet het uit en sprint de leiding. Als het ijs smelt stroomt het water uit de gesprongen leiding.
Om dit gevaar te vermijden, moet u bij het plannen van de installatie liefst geen leidingen in buitenmuren voorzien. Natuurlijk is dit onvermijdelijk bij het aanleggen van een buitenkraan in de tuin. In ieder geval moet u de betreffende koudwaterleiding effectief isoleren. Daarbij moet u deze toevoer ook afzonderlijk kunnen afsluiten. Dus moeten leidingen voor buitenaansluitingen ook altijd zijn voorzien van een afzonderlijke stopkraan in een vorstvrije binnenruimte, zodat u in vorstperiodes de watertoevoer kunt onderbreken en de leiding watervrij kunt maken. U kunt dit probleem eventueel omzeilen door een - zeer prijzige - vorstbestendige buitenkraan te gebruiken.