Watertorens massaal gebouwd na cholera-epidemie
Een watertoren is een gebouw met een soort torenmodel waarin zich bovenin een waterreservoir bevindt. Om het reservoir te vullen wordt vanuit de kelder water opgepompt en van daaruit via een leidingnet naar de gebruikers vervoerd. De hydrostatische druk die ontstaat door de bouwwijze van de toren, met bovenin het water, zorgt er voor dat de druk in het waterleidingnet constant blijft. Watertorens zijn vooral gebouwd na 1866, het jaar van de cholera-epidemie.
Schommelingen in waterverbruik
Belangrijk daarbij is dat het volume van het waterreservoir voldoende is om ook plotselinge schommelingen in het waterverbruik aan te kunnen en de druk in het leidingnet toch constant blijft. Schommelingen in het verbruik kunnen bijvoorbeeld ontstaan doordat zeer velen op een warme zomeravond na etenstijd tegelijk de tuin gaan sproeien. Een ander voorbeeld is dat tijdens een zeer veel bekeken tv programma wordt gepauzeerd en massaal het toilet wordt gebruikt.
Zuiver drinkwater na cholera-epidemie
De hoogte van watertorens varieert van 20 tot 63 meter met een inhoud van de reservoirs van 450 tot 2500 kubieke meter. Door die afmetingen zijn de meeste watertorens beeldbepalend in hun omgeving en door de vorm hebben ze een karakteristiek uiterlijk. De hoogste watertoren in Nederland meet 63 meter en is te vinden in de Zeeuwse plaats Goes. De eerste Nederlandse watertoren is in 1856 gebouwd in Den Helder en is afgebroken in 1908 toen er een nieuwe in gebruik werd genomen. Pas later volgden de grote steden het voorbeeld van Den Helder. Een belangrijke reden daarvoor was dat er na de cholera-epidemie van 1866 ontdekt werd dat de ziekte veel minder voorkwam waar zuiver drinkwater voorhanden was.
Emmertje bij de waterboer
De watertoren in Den Helder had een gietijzeren open reservoir met een vlakke bodem. Door dat open reservoir was het water gevoelig voor vervuiling en kon in de wintermaanden bevriezen. Omdat gietijzer te zwaar was werden latere reservoirs van smeedijzer gemaakt. Het initiatief voor de bouw van de toren in Den Helder was genomen door de gemeente en de marine met de bedoeling om schepen van schoon drinkwater te voorzien. Particuliere aansluitingen waren er weinig omdat inwoners bij de straatbronnen of bij de waterboeren voor een gering bedrag een emmertje water konden krijgen.
Nieuwe bestemmingen voor watertorens
Met het uitbreiden van de waterleidingnetten, na de cholera-epidemie van 1866, breidden ook de watertorens uit. Ooit stonden er 260 watertorens waarvan er nog ongeveer 170 over zijn en slechts de helft nog in gebruik is. De overige nog bestaande torens hebben bestemmingen gekregen als woning, restaurant, expositieruimte of zelfs een lokaal radiostation. Een aantal torens heeft de status van monument gekregen.
Beeldbepalend in landschap
Architecten wilden naast een toren ontwerpen als herkenningspunt in het landschap ook een symbolische betekenis geven aan het ontwerp als overwinning op de strijd tegen slechte hygiënische omstandigheden. Watertorens werden veel gebouwd in de neoromaanse bouwstijl welke stijl wordt gekenmerkt door zijn sobere karakter dat volgens de ontwerpers beter aansloot bij de functie van de watertoren. Andere stijlen vond met te bewerkelijk en te kostbaar ook al zijn er enkele voorbeelden van bewaard gebleven.
Leveringsplicht
De functie van de watertorens is inmiddels veelal overgenomen door een systeem van pompen waarbij de waterdruk geregeld kan worden. Nadeel van de pompen is dat ze bij stroomuitval ook uitvallen maar vanwege de wettelijke leveringsplicht hebben drinkwaterbedrijven noodvoorzieningen waardoor ze toch water kunnen leveren.
Lees verder