Modekleuren: welk seizoen past bij jou?
De mode bepaalt in grote mate wat we uit de winkelrekken trekken. Afhankelijk van onze smaak en ons figuur doen we een greep uit het kledingaanbod. Ook de kleuren worden door de mode gedicteerd. Op dat gebied laat de keuze nogal eens te wensen over. En niet alle tinten flatteren iedereen! Neem nou geel, gifgroen of het altijd populaire zwart. Je bent dan wel hip, je draagt iets wat je niet staat. Dat gaat veranderen: "Wat zie je pips vandaag," hoeft je vanaf nu niet meer te vrezen.
Laat zwart maar in de kast
Veel mensen denken dat je met de keuze voor zwarte kleding altijd goed zit. Zwart valt niet op, zwart is altijd modieus, zwart is stijlvol en feestelijk, zwart kleed af als je niet zo slank bent, zwart staat artistiek en het combineert overal mee. Doordat we zo overtuigd zijn van
de kracht van zwart zijn we blind voor het werkelijke resultaat. We zien niet dat het ons bleek maakt ("Je ziet er moe uit."), dat het schril afsteekt ("voel je je niet lekker?"), dat we tien jaar ouder lijken dan we in werkelijkheid zijn. Veel minder mensen dan het zelf beseffen zien er goed uit in zwart, veel van hen staat het helemaal niet.
Zwart is genadeloos. Bij lichtblond haar staat het gauw ordinair. Pas ook op met donkerbruine haarverf, het oogt zwart en kan je gezicht een harde uitstraling geven. Het sterke contrast is de feitelijke boosdoener. Ook bij kleur in kleding is
harmonie een sleutelbegrip!
Bron: Ah uh, Unsplash Kleuren
Licht of donker?
Je kunt kleuren indelen op een schaal van licht naar donker als je ze vergelijkt met grijstinten, van wit naar zwart. Lichtgeel ligt dan dicht bij lichtgrijs, eigeel tegen middelgrijs en donkerblauw komt in de buurt van zwart.
- Als je een licht type bent, met lichtblond haar en lichte ogen, kies je het best voor lichte kleuren.
- Ben je juist donker, met zwart haar en bruine ogen, dan staan donkere kleuren jou het best.
Mengen met wit of zwart
Daarnaast kun je kleur mengen met wit of met zwart. Door met wit te mengen wordt een kleur niet alleen lichter, maar ook zwakker doordat er minder kleurpigment in zit; denk aan licht roze. Dit noemen we pastelkleuren. Door een kleur te mengen met zwart wordt hij donkerder, minder fel; denk aan heel donkerblauw dat tegen zwart aan zit.
Helder of zacht?
De meest heldere kleuren zijn de
primaire kleuren, dat wil zeggen, ze zijn ongemengd: rood, geel en blauw.
Iets minder helder zijn de
secundaire kleuren die ontstaan door
menging van twee primaire kleuren: oranje, paars en groen. Oranje bestaat uit rood met geel, paars ontstaat door rood en blauw te mengen, en groen ontstaat door de combinatie van blauw en geel. Hoe meer kleuren je mengt, des te minder helder wordt een kleur; je spreekt dan van (
tertiaire kleuren).
- Heeft iemand donker haar en lichte ogen, zit er dus veel contrast in haar gezicht, dan zullen contrastrijke en heldere kleuren haar goed staan; bijvoorbeeld een rode trui op een blauwe broek, of een zwart/witte blouse.
- Iemand met lichtblond haar en lichte ogen heeft juist geen contrastrijk gezicht en kiest dan ook beter voor weinig contrastrijke en zachte kleuren in haar kleding, zoals combinaties van beige, wit, zachtroze en lichtgrijs.
- Alle daartussen liggende types kiezen ook meer of minder contrast in de kleuren van hun garderobe.
Bron: Mariyageorgieva, Unsplash Warm of koel?
Warme kleuren hebben
gele ondertonen, zoals oranje (rood en geel) maar ook groen (blauw en geel). Koele kleuren hebben een
blauwe onderstroom: paars, turkoois. Hoe meer gele pigmenten in een kleur zitten, des te warmer de tint. Oranjegeel is dus warmer dan oranjerood, en een turkoois met veel blauw pigment is koeler dan een turkoois dat meer neigt naar groen (want gemengd met geel).
Daglicht
Of je een warm of juist
koel type bent kun je alleen goed bij daglicht zien. In winkels wordt helaas gebruikt gemaakt van warm licht (met veel geel!), waardoor iets wat in de winkel goed kan staan, je bij daglicht heel
flets kan doen lijken.
Als je een heel lichte huidskleur hebt, staan koele tinten je beter dan warme, die je juist fletser doen lijken dan je bent. Omgekeerd kan iemand met een donkere huidskleur beter warme tinten dragen, omdat koele tinten bruine huid
vaal doen lijken.
Test: Twijfel je of je een warm of koel type bent, houd dan een vel zilverkleurig of goud- of koperkleurig folie voor je gezicht en je ziet meteen wat flatteert.
Seizoen
Er is dus nogal wat waar je op moet letten bij het kiezen van je garderobe als het op kleur aankomt. Om het kiezen van de juiste kleuren gemakkelijker te maken, is er een ruwe indeling gemaakt in vier types:
- Ben je een lentetype, dan passen jou heldere, warme kleuren.
- Ben je een zomertype, dan passen jou koele, zachte tinten.
- Ben je een herfsttype, dan kies je het best voor warme, donkere tinten.
- En ben je een wintertype, kies dan voor koel en licht.
Hoe bepaal je jouw type?
Lentetypes hebben een lichte huid qua tint variërend van gelig tot perzikkleurig tot goudbruin. Het haar is donkerblond tot bruin en de iris kan bruin, donkergroen of blauw kleuren. Uit bovenstaande omschrijving kun je al concluderen dat je gezicht niet contrastrijk is. Het beste is dus om ook de kledingkleuren te
harmoniëren. Daarbij kun je het zoeken in lichte, heldere, warme tinten en gouden sieraden.
Zomertypes kenmerken zich door hun lichte, koele huidskleur. Hoe weet je of dat bij jou het geval is? Door een lap stof in een lichte koele kleur, bijvoorbeeld lichtblauw, bij je gezicht te houden. De kleur van de iris kan blauw, groen of lichtbruin zijn. Het haar is meestal lichtblond. Kortom: het palet aan eigen gelaatskleuren is
koud en weinig contrastrijk. Lichte, tertiaire of pastelkleuren en zilveren juwelen harmonieer daarmee het best.
Herfsttypes vallen op door hun bleke huidskleur, echter niet koel als de zomertypes maar met een
warme ondertoon als de lentetypes. Dit laatste geeft al aan dat
gouden sieraden goed zullen staan. De haarkleur is natuurlijk rood of bruin, de kleur van de ogen varieert van groen (jacht!) tot bruin. Denk je aan de herfst, dan denk je aan
warme, gedempte kleuren, zoals ze in dit jaargetijde in de natuur voor handen zijn.
Wintertypes zijn de meest uitgesproken types als het op
kleurcontrasten aankomt. Zoals teint, ogen en haarkleur duidelijk tegen elkaar afsteken, zo kun jij je ook in je kleding uitleven in kleurcontrasten. Dit lijkt niet veel met winter te maken te hebben, maar het thema vinden we terug in de koude en heldere kleuren die het wintertype goed staan.
Zilveren sieraden maken het plaatje compleet.
Bron: Videmusart, Unsplash Eigen stijl
Maar, zoals gezegd is het een
ruwe indeling die je als richtlijn kunt gebruiken. Het is nu zaak de kleurkeuze te verfijnen en af te stemmen op de teint van je huid. De huid heeft geen egale eenduidige kleur, als je goed kijkt is hij opgebouwd uit talloze tinten en vlekjes, van roze tot paars en tinten roze / bruin. Al ben je blank, dan heeft de één een rozige teint, de ander oogt lelieblank en een derde neigt naar perzik. Pas als je naast elkaar gaat staan zie je de verschillen. Om je te helpen welke tint van een kleur jou staat, bijvoorbeeld heel zachtroze of juist knalroze, houd je een doek in de betreffende kleur bij je gezicht.
Modekleuren
Ook al dicteren de modekleuren het straatbeeld, het zijn niet per definitie ook de kleuren die bij jou passen. Het ene modeseizoen zul je dan ook beter slagen dan het andere en het loont de investering om met beleid in te kopen: sla dus je slag als jouw tinten in de mode zijn! Je stijl is persoonlijker en je aanwinsten zullen menig modegril overleven.