Het betegelen van de badkamer
Het betegelen van een badkamer doe je zelf of laat je uitvoeren door een erkend aannemer. Als u zelf uw badkamer wilt betegelen, bespaart u niet alleen het arbeidsloon, maar u kunt ook voor tweedekeustegels kiezen, waardoor u aanzienlijk voordeliger uit bent.
Materiaal en gereedschap
Geglazuurde wandtegels voor badkamers en andere vertrekken hebben gewoonlijk afmetingen van 100x100, 200x100, 150x150, 200x150 en 200x200 mm. Daarnaast zijn er decoratieve stroken en randen voor de afwerking verkrijgbaar, alsmede ruitvormige, zes- en achtkantige tegels. Dergelijke keramische wandtegels zijn niet slijtvast en kunnen niet als vloertegel worden gebruikt (andersom kan meestal wel).
Keramische vloertegels worden in vier hardheidsklassen ingedeeld, waarbij klasse 2 geschikt is voor bad- en slaapkamers, en klasse 3 en 4 voor zwaarder gebruik, zoals in de keuken, hal en werkruimtes. Zogenoemde splijttegels zijn ook uitstekend geschikt voor veeleisende situaties. U kunt ze herkennen aan het wat onregelmatige uiterlijk en de 'gebroken' ribbels aan de onderzijde. DHG-tegels (dubbelhardgebakken) kunnen ook tegen een stootje, terwijl plavuizen (enkelhardgebakken) relatief zacht zijn. Daarnaast zijn er nog allerlei vloertegels uit natuursteen en betonsoorten in de handel.
Koop voldoende tegels, dat wil zeggen 5 tot 10% meer dan u volgens de oppervlakteberekening nodig zou hebben. Die extra tegels zijn om verlies door breuk en snijden op te vangen en om een paar tegels over te houden voor het later vervangen van beschadigde tegels. Let ook op het aantal randen van de tegels die geglazuurd zijn (nodig voor het maken van uitwendige hoeken). Bij vloertegels zijn vaak hulpstukken, zoals holplinten en de bijbehorende hoeken verkrijgbaar, die de waterafvoer in de badkamer verbeteren en het schoonmaken vereenvoudigen. En, héél belangrijk: let op een goede antisliplaag bij vloertegels, of ze nu voor de keuken of voor de badkamer bestemd zijn.
Het middel waarmee de tegel wordt vastgezet, is afhankelijk van het soort tegel, het gebruik en de ondergrond. Tegelzetters gebruiken vaak een dik mortelbed om een wand te egaliseren en tegelijk de tegels in te zetten, maar voor de doe-het-zelver komt eigenlijk alleen het lijmen van tegels op een vlakke, schone ondergrond in aanmerking. Er zijn verschillende soorten tegellijm verkrijgbaar, al dan niet op waterbasis, in het gebruik verschillend doordat ze geschikt zijn voor starre of enigszins flexibele ondergronden of voor het opvangen van oneffenheden. Ook de 'open tijd' (die bepaalt hoe groot het oppervlak is dat u in één keer kunt insmeren) en de hardingstijd kunnen sterk uiteenlopen. Lees daarom de gebruiksaanwijzing goed. Voor het vullen van de voegen, als de tegels eenmaal zijn gezet, kunt u voegpoeder of voegpasta gebruiken; het laatste is iets elastischer. Beide zijn in verschillende kleuren verkrijgbaar.
Behalve goed meet- en aftekengereedschap, hebt u voor tegelzetten niet veel extra nodig. Een lijmkarn, een eenvoudig, regelmatig getand stuk plastic waarmee de tegellijm wordt uitgesmeerd, en een tegelsnijder zijn het belangrijkst. Er zijn verschillende soorten zegelsnijders verkrijgbaar, variërend van eenvoudige snijbeugels tot tegelzaagmachines met diamantzaag. Tegelsnijders zijn ook bij de meeste bouwmarkten te huur. Na het insnijden van de tegel wordt hij gebroken door hem, net als een glasplaat, over een rand af te breken. Verder zijn er verschillende soorten speciale breektangen, maar met een goede nijptang komt u ook een heel eind.
Een rubber hamer en een zweihaak (om niet-haakse hoeken over te brengen) komen ook van pas. En laten we ten slotte de tegelkruisjes niet vergeten - onontbeerlijk om overal dezelfde afstand tussen de tegels aan te kunnen houden. Ze zijn er in verschillende maten en ze blijven bij het voegen gewoon zitten.
Het plan
Een zorgvuldige voorbereiding is heel belangrijk bij het tegelzetten. De tegels moeten volkomen vlak worden aangebracht, zonder dat er randen zichtbaar zijn; alleen de geglazuurde randen mogen in het zicht komen. Als u een vlakke muur betegelt, zet dan de hele tegels in het midden van de muur en zorg ervoor dat de bijgesneden tegels in de hoeken dezelfde maat hebben. Als er een opvallend raam in de muur zit, zorg dan dat er een nette rand tegels omheen komt. In beide gevallen kunt u de hoogte van de tegels aanpassen door tegen de plint of de vloer bijgesneden tegels te gebruiken. Leg uw tegels zo uit, dat de bovenste rij tegels op gedeeltelijk betegelde muren en lage verticale oppervlakken uit hele tegels bestaat. Soms is het nodig een tussenoplossing te zoeken om het beste plan voor een hele kamer te maken. Bij ramen in nissen dienen er op de randen rondom alleen geglazuurde randen zichtbaar te zijn, en moeten de bijgesneden tegels grenzen aan het raamkozijn. Als u het legplan op schaal uitwerkt op een stuk millimeterpapier, kunt u straks gemakkelijker doorwerken.
De voorbereiding
We beginnen met het maken van twee stukken gereedschap die u niet kunt kopen: een verdeellat en een bouwhaak. De eerste is niet meer dan een lange, rechte lat met een doorsnede van circa 20x75 mm, waarop met potloodstrepen de maat van de tegels aangegeven is, met inbegrip van de tegelkruisjes. Om de maatverdeling te maken legt u een rij tegels uit, met voegkruisjes ertussen. Trek op het midden van iedere voeg een lijn dwars over de lat. Als u langwerpige tegels gebruikt, hebt u een tweede verdeellat nodig om de hoogte van de tegels te meten.
De bouwhaak wordt gebruikt voor het haaks uitzetten van tegelwerk; een gewone winkelhaak is daar niet groot genoeg voor. U maakt hem door een driehoek van latten te maken waarvan de zijden zich verhouden als 3:4:5. Als bijvoorbeeld de kortste kant 60 cm lang is, zijn de andere respectievelijk 80 en 100 cm.
Prepareer eerst de muur. Als u in de badkamer werkt, is het essentieel dat de ondergrond eerst wordt voorgestreken met een vochtisolerend middel - anders krijgt u gegarandeerd vochtdoorslag. Vervolgens worden de verdeellat(ten) en de bouwhaak gebruikt om de plaats van de tegels precies uit te zetten. Als u tevreden bent over de verdeling, zet dan een kaarsrechte lat vast over de hele breedte van de te betegelen muur, als ondersteuning voor de eerste rij hele tegels. Maak vervolgens verticale latten aan weerszijden vast tegen de muur om de laatste rijen hele tegels aan de zijkanten tegenaan te zetten. Gebruik de verdeellat(ten) om de precieze breedte- en hoogtematen op de latten af te tekenen; dat maakt het gemakkelijker recht te betegelen. Zet de latten in een gepleisterde muur vast met hardstalen spijkers, in hout of multiplex met gewone spijkers.
De werkwijze van het tegelen
U kunt het beste onderaan in een hoek beginnen. Breng met de vlakke kant van de lijmkam tegellijm aan op een oppervlak van maximaal een vierkante meter. Strijk de lijm gelijkmatig uit met de lijmkam die meestal bij de tegellijm wordt geleverd (niet meer dan één keer kammen, omdat de ribbels anders te dun worden). Bij waterdicht werk moet de wand eerst waterdicht gemaakt worden met een voorstrijkmiddel. Begin in een hoek en zet de tegels met een licht draaiende beweging in de lijm. De voegkruisjes kunnen diep in de voeg worden gedrukt, waar ze blijven zitten, maar u kunt ze ook iets laten uitsteken, zodat u ze na een uur of wat los kunt maken en opnieuw kunt gebruiken. Zet in deze fase alleen hele tegels. De tegels die moeten worden gesneden, kunnen later worden aangebracht.
Wacht met het weghalen van de steunlatten tot 12 uur nadat het grootste deel van de tegels is gezet. Nu kunnen de tegels worden gezet om de openingen langs de randen te vullen. Meet de ruimte voor de tegel op en houd daarbij rekening met de voegkruisjes tussen de tegels; snijd met een tegelsnijder een deel van de tegel in een rechte lijn af. Breng vervolgens de lijm rechtstreeks op de achterkant van de tegel aan en druk hem op zijn plaats.
Er zijn verschillende manieren om rond een moeilijke vorm heen te werken. Het gemakkelijkst is een decoupeerzaag met een wolframzaagje. Om een gat in de tegel te maken kunt u hem eerst voorboren met een steenboortje en vervolgens het gat uitzagen. U kunt een ingewikkelde omtrek ook met een reeks gaatjes voorboren en vervolgens met een tang uitbreken.
Zodra de tegels vastzitten (meestal na ca. 24 uur), moeten ze worden gevoegd. Maak eerst het betegelde oppervlak vochtig (niet kletsnat! ) met een spons. Wrijf het veegsel met een rubber ruitentrekker in de voegen; werk daarbij diagonaal op de richting van de tegels en haal het overtollige voegsel weg. Als u enigszins holle voegen wilt, drukt u het voegsel vervolgens met een stokje in de voegen. Daarna wordt het overtollige voegsel met een vochtige spons verwijderd en na een paar uur, als het voegsel goed is opgesteven, wordt de rest weggewreven met een droge doek.
© 2010 - 2024 Raphaella, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Wat kost een badkamer?Een nieuwe badkamer is samen met een nieuwe keuken de populairste verbouwingen aan een eigen huis. Voor de meeste mensen…
Het maken van cementVeel mensen maken zelf het cement wanneer ze aan een huis gaan bouwen. Ze kunnen het cement gebruiken om bijvoorbeeld ze…
Het belang van rookmeldersIn meer dan 5.000 Nederlandse woningen breekt er jaarlijks brand uit. Rookmelders kunnen dan wel geen brand voorkomen, z…