Speenkruid in de tuin
'Rotgoed' zei de tuinman, 'als je dat eenmaal in je tuin hebt, kom je er nooit meer van af'. 'Interessant' was mijn antwoord; 'vanwaar deze kennis?''Geleerd' was het antwoord en hij bukte zich om de treiterende, stralende gele sterbloemen van het speenkruid (Ranunculus ficaria) uit zijn toch zo fraaie tuin te verwijderen.
In mijn tuin kwamen ook enorme hoeveelheden speenkruid voor, maar ondanks het feit dat ik er niets tegen deed, zijn de plantjes later vrijwel verdwenen. Dit plantje behoort namelijk. tot de vroege voorjaarsplanten, die niet van een hoge gemiddelde temperatuur houden en dus verdwijnen als die temperatuur 12 à 13 graden wordt.
Hemelbrood
Maar dat is niet het hele verhaal over het speenkruid. Het plantje komt vooral voor op gronden, die een goede organische structuur hebben, dus gronden met strooisellagen van blad en takken, houtwallen e.a. In het voorjaar is de bovenste laag van deze dekmantel vaak wat dor en levenloos. Maar dan komt plots het hemelbrood (zaadje van speenkruid) tot ontwikkeling en komen driftig de speenkruid-plantjes de grond uit. De korte, dichte groeiwijze garandeert dat de wat droge afvallaag geheel wordt overdekt met een deken van zeer actieve groene plantjes. Samen met de regen zorgen deze plantjes ervoor dat de grond vochtig en warm wordt. Daardoor worden de omstandigheden gunstig voor een snelle vertering van de nog aanwezig afval van de vorige herfst en winter.
De eerste nieuwe humus is dan ook afkomstig van het gedurende korte tijd aanwezige speenkruid, dat rijk is aan fosfaten en eiwitten en een zeer goede voedingsbron is voor nieuwe grotere groepen bacteriën. Door stijging van de totale vruchtbaarheid ter plaatse wordt het terrein aantrekkelijker voor veeleisender plantensoorten. Bovendien verandert, mede door deze verrijking van de bodem, het gebied dan in slechte zin voor de minder veeleisende soorten. En hoe intensief de knolletjes van het hemelbrood zich dan ook mogen verspreiden en met hoeveel gretigheid deze plantjes bezit gaan nemen van een bepaald terrein tenslotte wordt deze driftige activiteit het speenkruid toch weer noodlottig. De teruggang vertoont overeenkomst met die van de brandnetel. De plantjes worden kleiner, de grootte van de blaadjes neemt af en zo wordt het gebied op een gezonde manier aan zijn opvolgers in de natuur overgelaten.
Het wieden verstoort de boven beschreven ontwikkeling op zo'n wijze dat de tijd waarbinnen deze evolutie moet verlopen, alleen maar wordt verlengd. Het gevolg voor de mens is eindeloos wieden. De andere mogelijkheid is meewerken met de natuur; want net zolang zal het 'hemelbrood' uitregenen over de aarde, totdat "de mens heeft geleerd nutteloze arbeid achterwege te laten.
Tip voor natuurtuinieren:
Doe zoals de natuur, bedek je grond in herfst en winter met een strooisellaag van bladeren, groenteafval, takjes en zo blijft (1) je grond beschermd tegen weersinvloeden (erosie) (2) verkrijg je in de lente een zeer goede meststof (oppervlaktecompost) en (3) werk je mee aan de gezondmaking van de aarde.
Tip voor de gezondheid:
De speenkruidbroodjes of worteltjes zijn een zeer oud en efficiënt middel tegen het speen of aambeien. Of er een verband is tussen aambeien en tuinieren, wil ik betwijfelen, maar wie weet?
Volksnamen voor Speenkruid:
Haagboterbloem, Haneklootjes, Kleine gouw, Vijgwortel
Latin: Ranunculus ficaria L.
Engels: lesser celandine, pilewort
Frans: fausse renoncule, éclairette