Vogeltjes kijken in eigen tuin, al of niet met kinderen
Kinderen zijn gek op dieren. Vooral in de winter is het super tof om met hen naar vogeltjes te kijken, om ze te leren dat onze kleine vriendjes graag iets lekkers te eten en te drinken hebben en om ze de verschillende soorten te leren herkennen. Vinken, roodborstjes, pimpelmees, koolmezen, spreeuwen, merels, spechten, weldra zullen je kinderen echte expert-vogelaars zijn! En niet alleen de kinderen. Ook voor volwassenen is vogels spotten een superleuke, ontspannende bezigheid. Geef je gevleugelde vrienden voedsel aangepast aan elk seizoen en je ziet ze het hele jaar door!
Tuin in gereedheid brengen voor de winter
De
winter is in aantocht. Het wordt koud. Het vriest of het sneeuwt. Dan vinden vogeltjes geen of weinig eten meer. Reeds in de herfst beginnen de vogels actief naar een voedselplek voor de winter te zoeken. Lok ze dus alvast met eten en drinken en ze weten dat jouw huis een goed restaurant is.
Eten geven
Help de vogels een handje. Heb je een tuin, hang dan wat mezenbollen in bomen of struiken. Zet een voederhuisje op een buis of op een dikke stok en leg er wat eten in. Granen, pinda's (al dan niet aan een slinger), vetbollen (zelfgemaakt of gekocht), zonnebloempitten of gemengd strooivoer. Verkruimeld brood of beschuit mag natuurlijk ook, maar het nadeel is dat dit soort voedsel moeilijker verteerbaar is voor onze kleine vriendjes. Geen kaaskorstjes of spek, dat is veel te zout. Zorg er voor dat de buis of stok glad is, dan kunnen katten of eekhoorns niet naar boven klauteren. Een voedersilo hang je het best op een veilige plaats waar de vogels zicht hebben over de hele tuin.
Proper water
Zet ook een ondiep bord met wat water klaar. Het kan dienen als drinkwater maar vogels houden er ook van om in het ondiepe water een lekker badje te nemen. Hou de camera al maar klaar! Wist je trouwens dat lauw of warm water sneller bevriest dan koud water? Raar maar waar... Ververs het water regelmatig en reinig de schaal met heet water en een borstel. Zo krijgen ziektekiemen geen kans!
Bouw zelf een nestkastje
Wil je zelf een nestkastje maken? Dat is helemaal niet moeilijk. Je moet er alleen rekening mee houden dat de diepte minstens 20 cm moet zijn en de hoogte en de breedte niet minder dan 15 cm. De opening moet minstens een diameter van 3 cm hebben.
Een voederplank bouwen
Geen handige Harry? Een voederplank is nog eenvoudiger. Een plank van 50 cm², met onderaan gaatjes in en een opstaande rand, zodanig dat het eten niet schimmelt of wegwaait. Op een gladde paal of buis bevestigen. Klaar is Kees!
Plaats van de voederplek
Zet je voederplekje op zo'n 2 à 3 meter van een raam, dan zit je op de eerste rij om te kijken. De meeste vogels zijn niet schuw en als je stilletjes blijft zitten, zullen ze niet snel wegvliegen. Heb je een verrekijker, leg die dan klaar. Je hebt hem niet echt nodig om te kijken, maar het is wel handig om bepaalde details dichterbij te halen of om te kijken welke vogels er nu in die verre boom zitten. Wel even opletten met de verrekijker: nooit rechtstreeks in de zon kijken, daarmee kan je je ogen beschadigen!
Vogels kijken in lente en zomer
Vogelkastjes reinigen
Ook in de
lente kan je vogeltjes kijken. Heb je de vogeltjes in de winter eten gegeven, dan kennen ze het adres en komen ze zeker terug. Laat de vogelkastjes hangen, maar maak ze wel eerst grondig schoon. Hiervoor verwijder je eerst het oude nestmateriaal, want dit kan nat geworden zijn en vol schimmels zitten. Ook teken, vlooien of luizen kunnen de dood van de kleine vogeltjes betekenen. Om dit alles te verwijderen, borstel je het vogelhuisje krachtig schoon met warm water. Zo haal je ook al de bacteriën uit het huisje. Gebruik geen detergenten of afwasmiddelen, want daar worden onze kleine gevederde vrienden ziek van. Kastjes terug ophangen, klaar!
Broedseizoen
Weldra kan je genieten van het broedseizoen en het uitvliegen van de kleintjes. Eerst zie je papa en mama vlijtig heen en weer vliegen, kastje in, kastje uit. En heb je geluk, dan zie je op een mooie dag de kleine vogeltjes uitvliegen, allemaal achter elkaar, in één keer.
Voederen in lente en zomer
Het is nu niet echt meer nodig om de vogels te voeden. Wanneer het warmer wordt, kunnen ze eigenlijk zelf terug zoeken. Soms wordt er wel eens beweerd dat ze anders lui zouden worden en zelf niet meer zouden kunnen overleven. Dit klopt niet helemaal. Wat de mens de vogels aanbiedt, geldt als aanvulling op wat ze vinden in de natuur. Vogels zijn in de zomer vooral op zoek naar wormen en insecten. Dit vooral voor de kleintjes. Immers, de harde granen of pitten zijn helemaal niet goed voor hen. Je kan de vogels dus passief aan voedsel helpen door planten, struiken en bloemen in je tuin te zetten die insecten lokken. Zo kunnen mama en papa zelf voor hun eten zorgen en hun kleintjes voeden zonder al te ver te moeten vliegen.
Welk eten en welk drinken geef je in de winter aan de vogels?
Je kan natuurlijk kant en klaar eten kopen in supermarkt, dierenwinkel of op openbare markten. Denk maar aan mezenbollen, meesringen, graannetjes en gevulde kokosnoten. Maar je kan het net zo goed, en veel goedkoper, zelf maken.
Zelf vogelvoeder maken
Laat je kinderen helpen, het houdt ze bezig en is nog leuk ook. Wat dacht je van een pindaslinger? Koop een zak pinda's en laat je kinderen ze aan een snoer rijgen. Met een dikke naald en een draad is het zo gebeurd! Hang het snoer tussen de takken van een boom of tegen de omheining van je tuin. Leuk om te zien hoe na een tijdje al de omhulsels een gaatje vertonen. De vogels hebben er immers al de nootjes uitgepikt! Wil je het echt vogelvriendelijk houden? Haal de nootjes dan zelf uit de omhulsels. Voor ons is het leuk om te zien hoe de vogels de pinda's er uit peuteren. Maar voor de vogel die al niet veel energie heeft door de kou is het een hele klus en vergt het heel veel inspanning. Dus minder spectaculair, maar diervriendelijker: schil de pinda's even zelf voor je ze aan het touw rijgt. Of maak zelf eens een vogelmaaltijd. Reuzel of vet in een pannetje, warm maken (niet koken!) en graantjes doormengen. Doe dit in een stenen bloempotje, hang er een touwtje aan, laat opstijven en hang het bloempotje ondersteboven in een boom. Een lekkernij voor de vogeltjes. Ook stukjes appel, bessen en gedroogd fruit zijn een lekkernij voor sommige vogels. Niet te veel ineens geven, want dit soort eten rot snel weg. Vergeet ook geen ondiep bord of potje klaar te zetten met water in.
Op de hygiëne letten en het water niet vergeten!
Belangrijk is vooral dat het voedsel niet beschimmelt of rot, want daar kunnen vogels ziek van worden. Kleine trucjes om dit te voorkomen, zijn:
- heb je een voederplank, boor er dan gaatjes in, dan kan het water weglopen
- leg een stukje papier op de voederplank dat je om de twee à drie dagen ververst
- voeder met kleine hoeveelheden tegelijkertijd, zodanig dat het geregeld opgeraakt
- stop met voederen wanneer het weer milder wordt, bij zachtere temperaturen gaan de ziektekiemen zich vermenigvuldigen
- voer niet in de periode dat de jongeren opgroeien, zij verdragen alleen malse insecten, geen harde granen
- etensresten zijn niet geschikt voor vogels, te zout, te zoet, niet genoeg voedingsstoffen
- heb je nestkastjes, maak ze dan voor de lente proper, zodanig dat alle schimmels er uit zijn
- ververs het water dagelijks
Het observeren
Vogels ruiken niet goed, dus je moet niet bang zijn dat ze je geur zouden opmerken. Ze hebben echter heel scherpe ogen en een heel goed gehoor. Maar als je heel stilletjes blijft zitten, zullen ze al snel heel dichtbij komen. Maak geen bruuske bewegingen, dan zijn ze zo weg. Praat zachtjes, wijs niet bruusk, want anders zijn ze ook ribbedebie. Heb je een
fototoestel met telelens, dan kan je mooie foto's maken.
De verschillende soorten vogeltjes herkennen en voederen
Je hebt een aantal soorten die echt makkelijk te herkennen zijn. Een overzicht van de voornaamste kenmerken en van het lievelingseten van een aantal veel voorkomende huis-en tuinvogels.
koolmees /
Bron: DavidReed, Pixabay roodborstje /
Bron: Ben Kerckx, Pixabayvink /
Bron: Suju, Pixabay
het roodborstje
Zoals zijn naam het al zegt, heeft dit vogeltje een rode borst, keel en kin. De volwassen vogel heeft een bruine bovenzijde en een witte buik. Het roodborstje zoekt zijn eten voornamelijk op de grond. Het zijn kleine insecteneters, maar ze lusten ook graag rozijnen, gedroogde bessen en zacht voedsel.
de koolmees
Groene rug, blauwgrijze vleugels, witte randen aan zwarte staart en gele onderzijde met een zwarte, brede middenstreep. Blauwzwarte kop met grote, witte wangen. Houdt van zonnebloempitten, pinda- en walnoten, meesringen en voerballetjes. Eet het liefst aan een voedersilo of ondersteboven aan een mezenbol.
de pimpelmees
Groenachtige bovenzijde, helderblauwe vleugels en staart. Witte kop en blauwe kruin. Zwarte oogstreep en keelvlek. Gele onderzijde. Geef ze noten, fijne zaden en vetklompjes. Houden van graannetjes en pindasnoeren. Ook zij eten het liefst aan een voedersilo of aan een mezenbol.
de vink
Dit vogeltje is grijs, zwart en bruin. Bruine rug, grijze kop, zwart voorhoofd en rozige onderzijde. Zijn voornaamste kenmerk zijn de dubbele, witte streepjes op de vleugels. Zwarte staart met witte streepjes. Houdt van kleine graantjes, zonnebloempitten, fijngehakte noten en gedroogde bessen. Meestal erg schuw. Eet graag op de grond of van een lage voedertafel.
de pestvogel
Te vinden in de winter in onze contreien, vaak bij struiken. Lichtbruin met rood aan zijn hoofd en een bruine kuif. Verder lijkt hij een beetje op de vink, want hij heeft ook die zwart-witte streepjes op zijn vleugels. Zwarte tekening rond de bek en rode blosjes op de wangen.
de groenling
Olijfgroene vink met rozige snavel. Fan van zonnebloempitten, fijngehakte noten, gedroogde bessen en gemalen graan. Het zijn echte schrokkoppen. Blijft zitten tot hij genoeg gegeten heeft. Eet het liefst van een voedersilo. Helemaal niet schuw en eerder agressief tegenover andere vogels.
de spreeuw
Zwart verenkleed. Spitse vleugels en korte staart. Vaak in zwermen en erg brutaal. Jagen vaak de kleine vogeltjes weg. Het zijn grote insecteneters. Maak hem blij met kleine zaden, gedroogde bessen en havermout. Brutaal. Eten vooral op de grond.
de merel
De mannetjesmerel is zwart met een gele bek. Vrouwtjes zijn meestal lichter van kleur, donkerbruin en van onder lichter bruin gestreept, met een witachtige keel en bruine snavel. Het zijn grote insecteneters. Houdt van rozijnen, gedroogde bessen, fruit, noten en zacht en vetrijk voedsel. Zoekt zijn eten ook graag op de grond.
de zanglijster
Bruine bovenzijde, witachtige onderzijde met opvallende, donkerbruine vlekjes. Korte staart. Grote insecteneter. Komt alleen maar wanneer het echt winters koud is. Geef hem havermout, gedroogde bessen, fruit, rozijnen en zacht voedsel.
ekster /
Bron: MabelAmber, Pixabaygrote bonte specht /
Bron: Ginger, Pixabaygroenling /
Bron: JacekBen, Pixabay
de grote bonte specht
Deze is gemakkelijk te herkennen, want hij heeft een rode vlek op zijn poep en op zijn kop. Klimt met zijn kop omhoog in de bomen. Twee witte, grote vlekken op zijn rug. Zwarte vleugels met witte strepen. Komt in de winter ook wel eens naar de voedertafel. Zijn voer moet aan een boomstam bevestigd worden. Geef hem dus hangende netzakjes met noten, vetklompjes met insecten en zonnebloempitten. Smeer ook wat van het mengsel op de boomstam, zo vindt hij makkelijker de weg.
de ekster
Zwart - wit verenkleed en lange, zwarte staart. Korte, ronde vleugels met blauwe schijn. Zwarte kop. De ekster is een alleseter. Hem mag je wel keukenafval geven, gekookte aardappelen en vlees. Heel schuw.
de huismus
Mannetje met een grijze kruin, kastanjebruine zijden en zwarte bef. Bruin-zwart gestreepte bovenzijde, lichtgrijze wangen en onderzijde. Wijfjes lichter van kleur. Stevige snavel. Verzot op havermout, graan en kleine zaden. Eten graag op de grond of van een lage voedertafel. Komen meestal in groep, met veel gekwetter.
de heggenmus
Bruin-zwart gestreepte bovenzijde, blauw-grijze kop en borst, leigrijze onderzijde. Korte, dunne snavel. Bevindt zich meestal op de grond, waar hij rondhuppelt. Het is een kleine insecteneter. Lust graag graantjes en kleine zaadjes.
Heeft je kleine vogelaar de smaak te pakken? Er zijn een hele serie boekjes op de markt, speciaal voor kinderen met hele duidelijke tekeningen en eenvoudige beschrijvingen. Bij sommige zit zelfs een CD met vogelgeluiden op. Soms zelfs in geschenkdoos met extra verrekijker! Ook voor volwassenen is er een ruime keuze aan boeken over vogels. Loop even langs de bibliotheek of naar de boekenwinkel en je wordt al snel een vogelexpert!