Verhuurdersheffing: Uitleg en gevolgen huurder
In november 2013 stemde de Tweede Kamer in met de Wet maatregelen woningmarkt, het woonakkoord, en in december 2013 volgde de Eerste Kamer. In 2014 wordt de verhuurdersheffing fors verhoogd. Deze heffing moet in dat jaar voor 1,1 miljard inkomsten voor de staat zorgen en dit bedrag moet oplopen tot 1,7 miljard in 2017.
Verhuurdersheffing, wat is dat?
De verhuurdersheffing geldt voor woningcorporaties en commerciële verhuurders met meer dan tien huurwoningen. Het geldt alleen voor zelfstandige woningen (zie onder) met een huur onder de huurtoeslaggrens (voor 2014 ligt deze grens op €699,48). De peildatum voor de huurprijs voor de verhuurdersheffing is 1 januari van het betreffende jaar. De huiseigenaar is vanaf 2014 vanaf 1 januari verhuurdersheffing verschuldigd. Hij moet deze heffing betalen voor 1 oktober van hetzelfde jaar. De verhuurdersheffing moet betaald worden, ongeacht het feit of het huis op 1 januari verhuurd is of niet.
Zelfstandige woonruimte
Een woonruimte met een eigen toegangsdeur die van binnen en buiten op slot gedaan kan worden wordt gezien als zelfstandige woonruimte indien ook aan de volgende voorwaarden voldaan is:
- In de woning moet een eigen woon(slaap)kamer aanwezig zijn
- In de woning moet een eigen keuken met aanrecht, aan- en afvoer voor water en een aansluitpunt voor een kooktoestel aanwezig zijn
- In de woning moet een eigen toilet met waterspoeling aanwezig zijn
Hoogte van de verhuurdersheffing
De hoogte van de verhuurdersheffing is afhankelijk van de WOZ waarde van de woningen. In 2014 bedraagt de verhuurdersheffing 0,381% van het belastbare bedrag. In 2013 was dit nog 0,014%
Belastbare bedrag
Het belastbare bedrag is de som van de WOZ-waarden van de huurwoningen die in eigendom waren van de verhuurder op 1 januari van het betreffende kalenderjaar, verminderd met tien maal de gemiddelde WOZ-waarde van die huurwoningen.
Rekenvoorbeeld
Een verhuurder bezit 25 woningen. Twintig van deze woningen hebben een huurprijs die onder de huurtoeslaggrens van €699,48 (2014) ligt. De verhuurder is voor tien woningen vrijgesteld voor het betalen van de heffing. De gemiddelde WOZ-waarde van de tien woningen waarover verhuurdersheffing betaald moet worden is €150.000. In totaal moet deze verhuurder in 2014 ((20 x 150.000 - 10 x 150.000) x 0,381% = €5715, oftewel ruim €285 per woning. Hoe meer huurwoningen een verhuurder bezit, hoe meer belasting per woning er gemiddeld betaald moet worden.
Huurverhogingen
De invoering van de verhuurdersheffing zal volgens verschillende belangenverenigingen, waaronder de Vereniging Vastgoedbelang, zorgen voor een stijging van de huurprijzen totdat de huurtoeslaggrens bereikt is. Hierdoor zullen huurhuizen in grote steden onbetaalbaar worden voor personen uit de lagere inkomensklassen. Tevens is men bang dat huiseigenaren gaan bezuinigen op onderhoud en renovaties van woningen, om zo meer geld over te houden om de verhuurdersheffing te voldoen.
Evaluatie van de verhuurdersheffing
Na het instemmen met de verhuurdersheffing, pleitte D66 en ChristenUnie voor een evaluatie van de maatregel die uiterlijk eind 2016 aan de Tweede Kamer moet worden gepresenteerd. Minister Blok stemde in met dit voorstel.
In de Eerste Kamer was het vooral Senator Adri Duivesteijn die invoering van het woonakkoord en de verhuurdersheffing tot diep in de nacht spannend hield. Uiteindelijk ging ook hij, na toezegging dat het tafief van de verhuurdersheffing in 2017 weer aangepast zou worden wanneer in 2016 na uitgebreide evaluatie zou blijken dat dat nodig is.