Licht in huis door de eeuwen heen
In de middeleeuwen hadden de huizen dikwijls glas-in-lood ramen waarbij de glasruitjes een heel klein formaat hadden. De glastechnieken waren toen nog niet zodanig ontwikkeld dat grotere glasoppervlakten mogelijk waren. Later werden glasblaastechnieken ontwikkeld waarmee iets grotere ruiten konden worden gemaakt. Het zou echter duren totdat de techniek van getrokken glas werd ontwikkeld voordat echt grote ruiten konden worden gemaakt. Weer een ontwikkeling verder leverde zogenaamd floatglas op.
Open vensters met houten luiken
Maar in die tijd kon lang niet iedereen glas betalen. De glasprijs werd toen ook voor een groot deel bepaald door de prijs van beukenhout. Beukenhout was namelijk het meest geschikt om in ovens temperaturen van 1100 graden te bereiken, wat nodig was om glas te vervaardigen. En beukenhout was duur waardoor ook de glasprijs hoog werd. Arme mensen hadden geen glas maar open vensters met houten luiken.
Bij winkelpanden in de stad hadden die houten luiken een dubbelfunctie. Niet alleen ter bescherming tegen weer en wind. De luiken konden vaak in tweeën worden gedeeld. Het bovenste deel klapte omhoog en het onderste kon in een horizontale stand worden gezet. Op dat onderste luik werden de waren te koop aangeboden. De bovenste luiken werden soms in horizontale of schuine stand vastgezet om als luifel tegen de regen en de zon te dienen.
Varkensblazen als goedkoop alternatief
Een goedkoop alternatief voor glas waren bewerkte varkensblazen die eerst werden opgespannen en daarna gedroogd. Vervolgens werden ze op maat gesneden en soms eerst aan elkaar gemaakt tot een groter geheel. Varkensblazen lieten aardig wat licht door en hielden kou en wind buiten. Soms werd ook linnendoek of geolied papier voor de vensteropeningen gespannen. Licht in huis was ook toen al van groot belang omdat het kaarsen en olie uitspaarde. Ook werden de ramen zo hoog mogelijk gemaakt om zoveel mogelijk licht op te vangen. De raamstijlen waren zo smal mogelijk om minder licht tegen te houden.
Ruitjes via glasblaastechniek
Het glas voor de kleine ruitjes werd gemaakt door een techniek van glasblazen. Het geblazen glas werd in het rond geslingerd tot ronde schijven. Die schijven werden in vierkantjes of ruitvorm of ronde vorm gesneden. Enkele van die kleine ruitjes werden in lood gevat en vervolgens in een ijzeren frame verwerkt. Het dunne lood was zonder frame niet sterk genoeg voor een groot oppervlak. Het oude glas verkleurde soms in de loop van de tijd naar groen of paars.
In de tweede helft van de achttiende eeuw lukte het pas om glas groter te maken. Bij het ontwerpen van de ramen werd daar meteen rekening mee gehouden. Tegen het eind van die eeuw verbeterden de technieken om glas alsmaar groter te maken wat tot onze tijd is doorgegaan.
Van glasblazen naar getrokken glas
Tot het begin van de twintigste eeuw werd glas voor de ruiten verkregen door glasblazen. Bij de fabricage werden eerst cilinders geblazen en opgerekt en daarna overlangs open gesneden. Die cilinders werden opengespreid in de oven gelegd waarna vlak glas werd verkregen. Dit glas vertoonde vaak onregelmatigheden en had golfjes en belletjes.
Vanaf het begin van de twintigste eeuw werd voor het eerst getrokken glas toegepast. Dat werd verkregen door een stuk metaal in een bad van gesmolten glas onder te dompelen dat daarna werd opgetrokken waarna het glas stolde.
Van getrokken glas naar floatglas
Vanaf 1960 wordt er op grote schaal floatglas gemaakt. Hierbij wordt het gesmolten glas uitgegoten op een bad van gesmolten tin. Doordat het glas lichter is dan tin blijft het drijven. Het gesmolten tin heeft een perfect vlak oppervlak waardoor ook het glas volkomen vlak is. Floatglas is volkomen transparant en vertoont geen fouten. Het wordt vervaardigd in een continu gietproces. Aan één kant wordt het vloeibare glas gegoten en aan de andere kant wordt de afgekoelde plaat in de gewenste afmetingen gesneden. De dikte van het glas kan in dit procédé variëren tussen 0,4 en 25 mm. De enige floatglasfabriek die Nederland heeft staat in Tiel en produceert zo’n 90 procent van al het glas op deze wijze met een totaal van 50.000 m² glas per dag.
Lees verder