Winterharde palmen in Nederlandse tuin
Wanneer we door een dorp of wijk rijden dan kan het zo maar gebeuren dat we een prachtig assortiment palmbomen zien staan. Kan dit wel in ons land met toch stevige winters en vorst? En waar moeten we op letten als we zelf zo'n palmboom in de tuin willen hebben? Het mooiste is om de palm in een grote kuip te planten. Hij kan dan in de winter beter beschermd worden en zo nodig kunnen we hem ook nog verplaatsen. Er zijn mogelijkheden om een stukje tropische tuin in je eigen tuin te krijgen.
Winterharde palm kiezen in de Nederlandse tuin
Steeds meer mensen willen ook in de winter mooie groene planten in de tuin. Was het tot enkele jaren geleden nog ondenkbaar thans kan men een palmboom in de tuin planten en dan ook in de volle grond. Er blijkt een grote vraag te zijn naar palmbomen die de winter buiten kunnen overleven. De palmen die in Nederland worden ingevoerd zijn over het algemeen afkomstig uit Spanje, Italië en Frankrijk. Er zijn in totaal tussen de 2500 en 3500 soorten palmen.
Snelle groei van palmen
We kennen vederpalmen en waaierpalmen. Men kan een keuze maken tussen het plaatsen van een palm in de volle grond of te planten als een kuipplant. Palmen kunnen vrij snel groeien tot wel dertig centimeter per jaar. Een palmboom kan een hoogte bereiken van acht meter. Wanneer we kiezen voor de volle grond dan zijn er wel een paar soorten palmen die hiervoor geschikt zijn. Dit zijn o.a. de:
- Trachycarpus Fortunei
- Trachycarpus wagnerianus
- Butia capitata
- Chamaerops humilis
- Chamaerops humilis cerifera
- Chamaerops humilis vulcano
De Trachycarpus Fortunei is oorspronkelijk afkomstig uit China en kan temperaturen tot ongeveer -15 graden Celsius overleven. Wel is het van belang dat de plant wordt ingepakt in rietmatten waarbij de kroon wordt ingepakt op het moment dat het overdag gaat vriezen. De kroon wordt bij elkaar gepakt en met rietmatten of plastic wordt de stam ingepakt. Het vocht is vaak gevaarlijker voor deze palmen dan de vorst.
Hoe kan de palm het beste overleven
We zullen moeten bedenken dat we te maken hebben met een subtropische plant. Daarom zijn een aantal factoren erg belangrijk voor het verkrijgen van een goed resultaat. De standplaats, temperatuur, grondwaterniveau en bodemgesteldheid spelen een belangrijke rol. De plaats waar de palm oorspronkelijk is gezaaid is erg van belang. Immers een plant die is gezaaid in een hoger gelegen gebied met veel koude zal beter winterhard zijn dan een palm uit een lager gelegen gebied. Het beste is om de plant in het voorjaar in de tuin te zetten zodra de aarde al wat warmer is geworden. De palm vindt het niet prettig om verplant te worden en daarom zal men de eerste twee jaar nadat de plant uit de container is gehaald extra zorg dienen te geven. De wortels zijn erg belangrijk. De palm heeft geen bladknoppen maar een groeipunt en deze mag beslist niet bevriezen. Ook moet men oppassen voor schimmel en men kan na de vorstperiode even spuiten met
fungicide . Soms plaatst men een trechter over het groeipunt en worden een paar bladen bij elkaar gebonden. De fungicide kan zorgen dat kleine bladeren die zich aan het ontwikkelen zijn worden beschermd tegen schimmels en bacteriën. Een grotere palm heeft meer kans om te overleven want ze is minder kwetsbaar geworden.
Plaatsen van de palm
We kunnen het beste een plaats in de tuin zoeken met:
- goed drainerende grond
- zo veel mogelijk zonlicht
- indien mogelijk een beschutte plaats
- palm mag niet in het grondwater staan
- een of ten hoogste twee keer per jaar bemesten (maart en juni)
Bemesten met oude koemest
Palmen vragen om oude koemest maar mogen beslist niet te vaak bemest worden. Eenmaal in het voorjaar is reeds voldoende. Als de planten last krijgen van ijzergebrek zullen de bladeren geel worden. Bij een hoge PH waarde van de grond kunnen planten last krijgen van ijzergebrek en moet men ijzer geven. Bij een lage PH waarde kunnen planten gebrek krijgen aan magnesium en dus geven we wat extra magnesium.
Bescherming in de winter
Het liefst willen we de palm in de winter goed verzorgen en de juiste maatregelen nemen. Dit is wel mogelijk als we vooral het groeipunt tegen de regen kunnen beschermen. Dit kan door de bladeren in een punt naar boven vast te binden. Ook kan men een trechter over de kop schuiven. Om de stam en de bladeren is een flinke laag stro of riet een uitstekende bescherming. De wortels afdekken met bladeren of boomschors.
Ongedierte in de palmboom
In Spanje is er sedert 2004 een groot aantal palmbomen dood gegaan als gevolg van de
rode kever. Men noemt deze de
picudo rojo. De vrouwtjeskever legt eitjes in de kruin van de boom, de larven verspreiden zich en de jonge kevers graven lange gangen door de stam van de boom. De prachtige bladeren gaan slap hangen en de boom is ten dode opgeschreven. Vaak merken mensen te laat dat hun boom is aangetast. Het is mogelijk om de boom regelmatig te laten bespuiten maar de tuincentra kunnen geen garantie meer geven dat de boom zal overleven. Zelfs in de beroemde palmentuin van Elche was men te laat met het starten van de bestrijding en zijn er erg veel palmen doodgegaan. Er werden in één jaar 3300 palmen verwoest. Dit gebeurt niet alleen op het vasteland maar ook op de Canarische eilanden en Majorca. Ook in Italië heeft de rode kever al veel schade aangericht. Omdat de palmen vaak langs boulevards en brede lanen staan is chemische bestrijding moeilijk. In Wageningen heeft men een milieuvriendelijke manier gevonden in de vorm van een speciale verdamper die de kever in de val kan lokken. Deze werkt ook goed bij hoge temperaturen. Het is jammer dat dit niet op veel grotere schaal wordt toegepast. In Nederland is het gevaar voor besmetting met deze rode kever niet zo groot omdat hier de palmen niet in grote hoeveelheden bij elkaar staan.