Terugverdientijd duurzame energie

De huidige economisch crisis lijkt een mooi gelegenheid om dingen te veranderen. Investeringen in duurzaamheid creëren nu werkgelegenheid en maken ons in de toekomst minder afhankelijk van uitputbare bronnen en onherstelbare schade aan het milieu. Welke vorm van duurzame energie biedt de beste resultaten en hoe berekenen we dat?

Onuitputtelijke bronnen

Wind-, water- en zonne-energie worden gezien als een duurzame vorm van energie. Andere bronnen zijn biomassa, aardwarmte en warmte uit onze omgeving (zoals in lucht en bodem). Belangrijkste voordeel van deze bronnen zijn dat ze niet op kunnen raken.

Terugverdientijd niet alleen economisch

Om een goede afweging te kunnen maken is het belangrijk niet alleen te kijken naar de economisch terugverdientijd. Er is ook nog een belasting van het milieu, die terug verdient moet worden. Steeds vaker wordt geprobeerd dit uit te drukken in termen als klimaatneutraal of CO2-neutraal.

Ook het bouwen van een windmolen belast het milieu. Zonnepanelen produceren is een vuil en energie-intensief proces. Er moeten grondstoffen ontgonnen worden, die vervolgens via allerlei stappen moeten worden bewerkt.

Bereken van milieubelasting is complex

Vaak zien we optimistische berekeningen; zonnepanelen die 30 jaar lang goed functioneren, windmolens die continu draaien, etc. Een zonnepaneel om een mobiele telefoon op te laden is misschien handig. Een dergelijk paneel zal geen 30 jaar mee gaan. De (milieu) kosten voor de productie zullen dan hoger zijn dan de opbrengst. Minder opladen, is wel winst voor het milieu.

Plaats en manier van productie

Het rendement van zonnepanelen geproduceerd in Europa blijkt hoger dan het rendement van panelen uit de Verenigde staten. Goedkope panelen uit China, belasten het milieu lokaal mogelijk sterk. Ook het transport van China naar Europa is milieubelastend.

Berekeningen van economische terugverdientijd

De economische terugverdientijd is ook complex. De prijs van 'grijze' stroom zal naar verwachting stijgen. Groene stroom wordt misschien goedkoper. Consumenten en overheden zullen dan moeten gaan vergelijken tussen centrale en de decentrale opwekking en distributie.

Berekening gaan vaak uit van een terugverdientijd van 20 (wind) tot 30 (zon) jaar. in die berekeningen blijkt weinig ruimte voor (economische)afschrijvingen en vervangingskosten. Zonder rekening te houden met deze factoren is een duurzaamheidsberekening bijna onmogelijk.

Voor een goede berekening moet bovendien rekening gehouden worden met de netto contante waarde. Door rekening te houden met inflatie en rente, kan bepaalt worden wat een toekomstige besparing nu waard is.

Kritisch blijven

Minder stroom en energie verbruiken blijft nog steeds de beste manier om het milieu te ontzien en geld te besparen. Consumenten en overheden zullen steeds kritisch moeten blijven met de inzet van duurzame energie opwekking. Verbetering van de techniek / rendement van de opwekkingsmiddelen kunnen veel winst opleveren.