Kruiden: bieslook
Bieslook of allium schoenoprasum is een zacht smakend kruid dat familie is van de ui. In het oude China werd het gebruikt als tegengif bij allerlei vergiftigingen en als bloedstelpend middel. In de 16e eeuw begon met bieslook in Europa als keukenkruid te gebruiken.
Kweken
Bieslook moet je niet in de felle zon zetten, op een schaduwrijke plaats lukt het veel beter. Je kunt bieslook in maart en april in de volle grond zaaien. De plantjes worden ongeveer 35 cm hoog en afstand tussen de planten moet ongeveer 40 cm zijn. Je kunt bieslook het hele jaar door oogsten.
Gebruiken en bewaren
Je gebruikt van bieslook de stengeltjes. Stengeltjes waaraan bloemen groeien kun je beter niet gebruiken, ze zijn taaier en minder geurig dan stengeltjes zonder bloemen. Omdat bieslook het hele jaar geoogst kan worden, is er eigenlijk geen reden het te bewaren. Je kunt het echter invriezen als je dat wilt. Bieslook moet je vlak voor gebruik snijden, dan blijven de vitaminen en smaakstoffen behouden. Niet verwarmen. Voor het kleinmaken gebruik je een scherp mes of een keukenschaar. Niet hakken of malen want als de stengeltjes worden geplet gaat het sap verloren. En met het sap gaat de kruidige smaak verloren.
Je kunt bieslook gebruiken in:
- aardappelpuree, op gebakken aardappelen en in aardappelsla
- tomaten-, komkommer- en kropsla
- groente-, tomaten- en linzensoep
- gestoofde visgerechten
- gehakt
- omelet en roerei
- kwark en verse kaas
Recept: slasaus met bieslook
- 4 eetlepels olie
- 4 eetlepels citroensap of azijn
- 1 theelepel mosterd
- peper
- (zout)
- kleingeknipte bieslook
- selderieblad
Alle ingrediënten door elkaar mengen tot een licht gebonden saus. Op smaak maken met peper en eventueel een beetje zout.
Recept: roerlei met bieslook
- 4 eieren
- 4 eetlepels melk
- peper
- (zout)
- 4 eetlepels kleingeknipte bieslook
- 2 eetlepels boter of margarine
Klop de eieren los met melk, peper, (zout) en kleingeknipte bieslook. Smelt de boter of margarine en schenk het eiermengsel erbij. Laat het mengsel gedeeltelijk stollen en roer het los van de bodem. Laat al het ei vast worden, maar niet droog.